Voorgenomen implementatie van de EU Toegankelijkheidsrichtlijn groot risico voor de rechtsbescherming van mensen met een beperking
In 2019 werd de Europese Toegankelijkheidsrichtlijn aangenomen. De richtlijn verplicht Europese lidstaten om de toegankelijkheid van producten en diensten voor mensen met een beperking te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan geldautomaten, ticketautomaten en elektronische communicatiediensten. Het doel hiervan is om de maatschappelijke participatie van mensen met een beperking te vergroten. In Nederland worden de bepalingen uit de richtlijn omgezet in het wetsvoorstel ‘Implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten’. Op verzoek van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geeft het College advies.
Belangrijkste aanbevelingen
Het College doet een aantal aanbevelingen vanuit zijn rol als toezichthouder op de uitvoering van het VN-verdrag handicap in Nederland en zijn oordelende taak ingevolge de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ), waaronder:
1. Schrap de voorgestelde aanpassing WGBH/CZ
Het College vindt dat de voorgestelde aanpassing van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) geschrapt moet worden. Volgens de WGBG/CZ zijn aanbieders van producten en diensten verplicht om te zorgen voor algemene toegankelijkheid. Ook moeten zij, als dat nodig is, in individuele gevallen zorgen voor doeltreffende aanpassingen. De voorgestelde aanpassing van de WGBH/CZ bepaalt dat een aanbieder automatisch aan deze verplichtingen voldoet als het product of de dienst voldoet aan de nieuwe Toegankelijkheidsrichtlijn. Dat betekent alleen niet dat dit altijd voor iedereen voldoende is. De aanpassing vormt daarom een groot risico voor de rechtsbescherming van mensen met een beperking.
2. Verduidelijk welke producten en diensten onder het wetsvoorstel vallen
Het is voor de consument of aanbieder nu niet altijd duidelijk welk product of dienst toegankelijk moet zijn, terwijl voor vergelijkbare situaties verschillende regels kunnen komen te gelden. Specificeer daarom alle producten en diensten om verwarring te voorkomen.
3. Betrek mensen met een beperking van begin tot eind bij het wetsvoorstel
De inzet van ervaringsdeskundigheid is een belangrijke verplichting van het VN-verdrag handicap. Voer nauw overleg met mensen met een beperking en hun (vertegenwoordigende) organisaties over het wetsvoorstel. Maak dit zichtbaar, vooral wat met hun input gedaan is of wordt. Dit draagt ook bij aan de kwaliteit en effectiviteit van het wetsvoorstel.
VN-verdrag handicap
Niet volwaardig mee kunnen doen aan de samenleving. Voor ruim 2 miljoen mensen met een (on)zichtbare beperking in ons land is dit de realiteit. Sinds 2016 geldt het VN-verdrag handicap in Nederland. Dit verdrag verplicht de overheid ervoor te zorgen dat mensen met een beperking volledig mee kunnen doen aan de samenleving. Zowel de Europese Unie als Nederland zijn partij bij dit verdrag en moeten zorgen dat alle wetgeving, beleid en programma’s in overeenstemming zijn met de bepalingen van het verdrag. Dit betekent ook dat de implementatie van de EU Toegankelijkheidsrichtlijn in overeenstemming moet zijn met het VN-verdrag handicap, en geen afbreuk mag doen aan de normen die hieruit voortvloeien.
Toegankelijke samenleving
Toegankelijkheid is een belangrijke voorwaarde voor mensen met een beperking om, net als ieder ander, volwaardig mee te kunnen doen aan de samenleving. Het recht op toegankelijkheid laat een duidelijke omslag in denken zien: de beperking is niet het probleem, maar de manier waarop de samenleving is ingericht. Het verdrag richt zich daarom op het wegnemen van obstakels die mensen met een beperking verhinderen om daadwerkelijk mee te kunnen doen.