Uitspraak Europees Hof voor de Rechten van de Mens: kleuterscholen mogen kinderen weigeren die niet zijn gevaccineerd tegen kinderziektes
Landen mogen ouders boetes opleggen als zij hun kinderen niet laten vaccineren tegen kinderziektes. Ook kunnen kleuterscholen en crèches niet-gevaccineerde kinderen de toegang weigeren. Dit oordeelde het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in een rechtszaak die door zes personen in Tsjechië was aangespannen. Deze uitspraak van het Hof betekent niet dat elk land nu een vrijbrief heeft om verplichte vaccinaties in te stellen. De legitimiteit moet per geval beoordeeld worden.
Wat speelt er?
In Tsjechië moeten kinderen worden ingeënt tegen negen kinderziektes, waaronder de mazelen en kinkhoest. Hoewel de overheid mensen niet kan dwingen hun kinderen te vaccineren, kan ze in Tsjechië wel boetes opleggen. Daarnaast worden niet-gevaccineerde kinderen, tot zij leerplichtig worden, daar niet toegelaten tot voorschoolse opvang en kleuterscholen. Er geldt een mogelijke uitzondering in het geval van gewetensbezwaren en voor kinderen die om medische redenen niet kunnen worden gevaccineerd of kunnen laten zien dat ze al immuun zijn.
Vijf Tsjechische kinderen en één vader spanden bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg een zaak aan. Ze waren van mening dat de algemene vaccinatieplicht in hun land in strijd is met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer vastlegt. De vader had een boete opgelegd gekregen en alle kinderen was toegang tot de kleuterschool ontzegd. In Straatsburg vingen ze bot: het Hof concludeerde in Vavřička and Others v. the Czech Republic voor het eerst dat de wettelijke vaccinatieplicht voor kinderziektes niet in strijd is met het verdrag.
Vaccinatieplicht als bescherming van de gezondheid
Het Europese Hof stelt voorop dat verplichte vaccinaties inderdaad een inperking vormen op het recht op respect voor de lichamelijke integriteit en daarmee inbreuk maken op het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Deze inbreuk is alleen gelegitimeerd als die dringend noodzakelijk is voor een legitiem doel en het middel proportioneel en geschikt is om dit doel te bereiken. In dit geval oordeelt het Hof dat de verplichte vaccinatie legitieme doelen heeft; het beschermen van de individuele en volksgezondheid en de rechten van anderen. Niet alleen het kind dat de vaccinatie krijgt wordt beschermd tegen ziektes, maar ook kwetsbare kinderen die om medische redenen niet gevaccineerd mogen worden en daarom afhankelijk zijn van groepsimmuniteit.
Belang van het kind
Het belang van het kind moet voorop staan bij alle maatregelen die het aangaat, zoals ook neergelegd in het VN Kinderrechtenverdrag. Volgens het Hof voldoet het Tsjechische gezondheidsbeleid aan deze eis: het is er immers op gericht om door middel van vaccinaties en groepsimmuniteit elk kind te beschermen tegen besmettelijke ziekten die een ernstig gevaar voor de gezondheid vormen. Bovendien is vastgesteld dat de vaccins tegen deze negen ziektes effectief en veilig zijn.
Boete en toegangseis proportioneel
Volgens het Hof staan de door Tsjechië ingestelde maatregelen in verhouding tot deze (legitieme) doelen. Daarbij speelt mee dat de vaccinatieplicht in Tsjechië zich beperkt tot specifieke kinderziektes en met goede waarborgen is omkleed. Het Hof vond het verder niet onredelijk dat een staat eist van degenen voor wie vaccinatie een klein gezondheidsrisico vormt dat zij deze algemeen beschermingsmaatregel aanvaarden als een wettelijke verplichting, mede in het kader van sociale solidariteit omwille van een klein aantal kwetsbare kinderen die geen vaccinatie kunnen krijgen. Met betrekking tot de boete waarover één van de ouders klaagde, oordeelt het Hof dat deze niet excessief hoog of belastend was. En het kunnen weigeren van niet-gevaccineerde kinderen door scholen is volgens het Hof een preventieve maatregel, die bovendien beperkt is in tijd. Zodra kinderen de leerplichtige leeftijd bereiken is hun toegang tot onderwijs immers verzekerd.
Implicaties voor andere landen
Bij volksgezondheidskwesties hebben lidstaten bij het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens een ruime beoordelingsmarge, zeker als het gaat om verplichte vaccinaties van kinderen. Dat betekent dat landen de specifieke nationale omstandigheden zwaar mogen laten meewegen in hun beleidskeuzes. In het geval van Tsjechië konden de autoriteiten aantonen dat er een dringende noodzaak bestaat voor hun beleid, als waarborg voor de gezondheid van kinderen en tegen de dalende vaccinatiegraad. Deze uitspraak van het Hof betekent dan ook niet dat elk land nu een vrijbrief heeft om verplichte vaccinaties in te stellen. Een vaccinatieplicht voor andere ziektes of voor andere doelgroepen, of voor andere activiteiten of plaatsen, zal telkens in de specifieke context beoordeeld moeten worden.