Prinsjesdag 2021: Aandacht voor institutioneel racisme en menselijke maat cruciaal
Tijdens de jaarlijkse Troonrede op Prinsjesdag benoemde Koning Willem Alexander belangrijke thema’s en plannen voor het komende jaar. Voorzitter Jacobine Geel reageert.
In de Troonrede stond de koning onder andere nadrukkelijk stil bij de gedupeerden van de Toeslagenaffaire en benoemde hij noodzakelijke vervolgstappen van het kabinet. Wat viel u op?
“Om te beginnen is het heel goed dat de Toeslagenaffaire zo duidelijk in de Troonrede naar voren kwam. Deze affaire dreunt in de levens van de gedupeerden en in de samenleving als geheel nog heftig door. Het heeft pijnlijk duidelijk gemaakt dat ook in Nederland toegang tot het recht lang niet voor iedereen een vanzelfsprekendheid is. In onze rechtsstaat zijn op papier de gelijkheid van mensen, de menselijke waardigheid en effectieve rechtsbescherming verankerd. Maar in de praktijk ondervinden mensen als het hierom gaat nog tal van belemmeringen. Deze affaire laat dit zien.
Het erkennen van fouten en snelle compensatie zijn de eerste broodnodige stappen. Daarnaast moet het kabinet alles op alles zetten om een dergelijke situatie in de toekomst te voorkomen. Goed onderzoek doen en écht luisteren naar de gedupeerden zijn hiervoor essentieel. Daarnaast moet de overheid er heel alert op zijn dat zij in haar beleid en wetgeving nooit vooringenomen is. Dat kan immers leiden tot discriminatie. Je zou kunnen zeggen dat de Toeslagenaffaire heeft laten zien wat er gebeurt als de overheid en uitvoeringsinstanties de menselijke maat uit het oog verliezen. Die moet weer nadrukkelijk een plek krijgen. Er moet meer ruimte komen om rekening te houden met individuele omstandigheden.
Ik wil in dit verband ook stilstaan bij het belang van participatie. Het is van groot belang dat overheden mensen betrekken bij het maken van overheidsbeleid dat hen raakt: geen beleid over maar met mensen. Het op die manier centraal stellen van mensenrechten en het betrekken van mensen bij besluitvorming versterkt de rechtmatigheid van maatregelen, komt ten goede aan de effectiviteit ervan en drukt bovendien respect uit voor de waardigheid van betrokkenen.”
Wat is hierin de rol van het College?
“Wij zien hoeveel impact de Toeslagenaffaire heeft gehad op het leven en de menselijke waardigheid van de gedupeerden. Sinds de oproep van Demissionair staatssecretaris van Huffelen eind 2020 stapten tientallen ouders naar het College om een oordeel te vragen: waren zij bij beslissingen over de kinderopvangtoeslag door de Belastingdienst gediscrimineerd? Nieuwe vragen voor het College, die zorgvuldig onderzoek vereisen. De voorbereiding van de behandeling van deze klachten is nu volop aan de gang. Aan de hand van de gelijkebehandelingswetten zullen we in elk afzonderlijk verzoek bekijken of kan worden aangetoond dat de Belastingdienst heeft gediscrimineerd op grond van huidskleur, afkomst en/of nationale of etnische afstamming. Demissionair staatssecretaris Van Huffelen heeft eerder aangekondigd dat de Belastingdienst deze oordelen van het College zal overnemen en erkennen.
Maar daar blijft het niet bij. Er moet nog veel meer werk worden verzet om te voorkomen dat zoiets weer gebeurt. Daarom ontwikkelt het College ook trainingen voor uitvoeringsinstanties zoals de Belastingdienst of UWV om (bedoelde en onbedoelde) discriminatie tijdens hun werkzaamheden te voorkomen. En als het College vermoedens heeft van ongelijke behandeling in de uitvoeringspraktijk.”
Wat kunnen mensen doen als ze het idee hebben dat ze door de overheid worden gediscrimineerd?
“Discriminatie meemaken grijpt diep in in de levens van mensen en betekent ook iets voor de samenleving als geheel. Het zorgt ervoor dat mensen zich soms niet meer veilig voelen, of juist vermijdingsgedrag vertonen. Dat stelden we vast in onze jaarlijkse rapportage 'Veilig jezelf zijn in het openbaar'. Daarom is het zo belangrijk dat mensen hun verhaal kunnen doen, advies kunnen vragen of een klacht kunnen indienen. Daarvoor kunnen ze bij het College terecht. Wij hebben een dagelijks telefonisch spreekuur en ook via mail staan onze juristen klaar om mensen te woord te staan en te adviseren. Mensen kunnen ook terecht bij een antidiscriminatievoorziening (ADV). Een ADV is een onafhankelijke, laagdrempelige voorziening waar burgers naartoe kunnen gaan als zij het vermoeden hebben dat ze zijn gediscrimineerd. Een ADV kan bijvoorbeeld ook begeleiding bieden aan mensen die een klacht willen indienen bij het College.”
De Koning gaf in zijn Troonrede aan dat Nederland een goed land is om in te leven. Er was ook voldoende geld beschikbaar om de coronacrisis te lijf te gaan. Is het dan zo slecht gesteld met de mensenrechten?
“Over het algemeen heeft de overheid ten tijde van de coronacrisis veel (financiële) steun gegeven waardoor de ergste klappen zijn opgevangen. De pandemie en de aanpak daarvan heeft tegelijkertijd laten zien hoezeer dit mensenrechten raakt: je recht op gezondheid, je vrijheid van meningsuiting, maar ook je bewegingsvrijheid bijvoorbeeld of je recht op bestaanszekerheid. Mensenrechten voelen daardoor meer dan ooit heel dichtbij. In de coronacrisis zagen we ook bestaande ongelijkheden vergroot worden: zo werden bijvoorbeeld vrouwen, jongeren, en mensen met een beperking aanzienlijk harder getroffen door de coronamaatregelen in hun toegang tot de arbeidsmarkt. Dat geldt ook voor discriminatie in andere domeinen, zoals in het onderwijs of de woningmarkt. Niet iedereen heeft dezelfde kansen, terwijl de overheid die wel hoort te waarborgen.
We zijn de piek van de coronapandemie weliswaar voorbij, maar de gevolgen ervan zijn ook op de langere termijn nog heel erg voelbaar. De pandemie heeft duidelijk laten zien dat groepen mensen in een kwetsbare situatie zitten, waardoor zij harder worden geraakt door een dergelijke pandemie en door de maatregelen die de overheid nam.
Om deze gevolgen zoveel mogelijk te beperken en Nederland een land te laten zijn waarin iedereen goed kan leven, is het noodzakelijk dat de toekomstige regering en overheidsinstanties meer rekening houden met mensen die in zo’n kwetsbare situatie zitten. Alleen dan kunnen ook zij ten volle hun mensenrechten genieten. Dat vraagt om inzet van alle betrokkenen, van de toekomstige regering en uitvoeringsorganisaties, tot werkgevers- en werknemersorganisaties, belangenorganisaties en uiteraard het College en andere toezichthouders."