Noodzaak van 2G-beleid en uitbreiding coronatoegangsbewijs onvoldoende aangetoond

Alleen wanneer kan worden onderbouwd dat andere mogelijke maatregelen niet (meer) voldoende zijn om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, mag het demissionair kabinet het gebruik van het coronatoegangsbewijs uitbreiden. De invoering van een 2G-beleid en een coronatoegangsbewijs op het werk en in het onderwijs zetten mensenrechten zeer onder druk. Het demissionair kabinet heeft de proportionaliteit van deze maatregelen onvoldoende aangetoond. Dit is de kern van het Collegeadvies over de wetsvoorstellen voor 2G-beleid en uitbreiding coronatoegangsbewijs.

Wat speelt er?

De positieve coronatests lopen in snel tempo op. Het demissionair kabinet wil daarom noodwetgeving voorbereiden om de verspreiding van het virus af te remmen. Zo wil het demissionair kabinet een coronatoegangsbewijs op de werkvloer mogelijk maken en in het onderwijs verplichten. Als de situatie nog verergert overweegt het demissionaire kabinet bovendien een 2G-beleid in te voeren voor hoogrisico-omgevingen. Om deze maatregelen mogelijk te maken zijn nieuwe wetten nodig. Het college heeft op verzoek de daartoe ontworpen wetsvoorstellen getoetst aan mensenrechten.

Wat vindt het College?

Hoe ingrijpender de maatregelen, des te groter de kans dat mensenrechten onder druk komen te staan. Het College maakt zich zorgen over de steeds verdergaande inperking van vrijheden en de impact daarvan op de samenleving. Die zorgen worden versterkt door de vele meldingen die het College in de afgelopen tijd ontving over uitsluiting van ongevaccineerden, en de daardoor ervaren dwang om zich (alsnog) te laten vaccineren.

Hoewel de bestrijding van het coronavirus een (tijdelijke) inperking van onze vrijheden kan rechtvaardigen, mag dit alleen als aan heel strikte voorwaarden is voldaan, en alleen als alle andere, minder vergaande maatregelen niet meer volstaan. Het demissionaire kabinet heeft onvoldoende onderbouwd waarom uitbreiding van het coronatoegangsbewijs naar werk en onderwijs, en de invoering van 2G nu noodzakelijk zijn.

Van 3G naar 2G

Het voorgestelde 2G-beleid houdt in dat op die plaatsen waar het coronatoegangsbewijs verplicht is, alleen mensen worden toegelaten die gevaccineerd zijn of van het virus genezen. Het demissionaire kabinet denkt aan toepassing van dit beleid in zogenaamde ‘hoogrisico-omgevingen’, waar placering en 1.5 meter afstand houden niet gegarandeerd kunnen worden, zoals (nacht)horeca en discotheken. Deze locaties zijn op dit moment ook toegankelijk voor mensen die een negatieve testuitslag kunnen laten zien: het zogenoemde 3G-systeem.

Het College vindt dat het demissionaire kabinet: 

  • duidelijk moet maken wanneer er precies sprake is van een ‘hoogrisico-omgeving’, hoe lang het aangescherpte beleid van kracht is en wanneer het niet meer nodig is. Ook moet het kabinet duidelijk maken in welke omstandigheden een uitzondering kan worden gemaakt. Dat staat nog niet goed in het wetsvoorstel;
  • specifiek en per mensenrecht moet uitleggen wat de inperking van dit recht rechtvaardigt;
  • in de communicatie rondom het 2G en 3G-beleid expliciet aandacht moet besteden aan de positie van mensen die vanwege ziekte of een beperking niet gevaccineerd kunnen worden, en ook rekening moet houden met mensen met een beperkte kennis van de Nederlandse taal.

Coronatoegangsbewijs op de werkvloer

In sommige sectoren is het nu al verplicht om een coronatoegangsbewijs te vragen aan bezoekers en cliënten. Denk bijvoorbeeld aan de horeca of sportevenementen/sportscholen. Het demissionaire kabinet heeft een aangepast wetsvoorstel gemaakt waarin het ook voor werkgevers mogelijk wordt werknemers te vragen om een coronatoegangsbewijs. Werkgevers mogen zelf bepalen of zij dat doen. Dat betekent dat elke werkgever zelf zal moeten afwegen of het eisen van een coronatoegangsbewijs gepast en nodig is.

Het College vindt dat het demissionair kabinet: 

  • zelf moet blijven controleren en beoordelen of de maatregel nog steeds noodzakelijk is, en die verantwoordelijkheid niet kan afwentelen op werkgevers en locatiebeheerders.
  • beter moet kijken naar de uitzonderingspositie voor mensen die zich niet kunnen laten testen, in het bijzonder mensen met een beperking of chronische ziekte.
  • de mensenrechtelijke bronnen waaraan wordt getoetst moet uitbreiden. Mensenrechten moeten veel nadrukkelijker worden meegewogen dan nu het geval is, waarbij met name ook moet worden gekeken naar de rechten van werknemers.

Coronatoegangsbewijs in het onderwijs

Het demissionaire kabinet heeft ook een wetsvoorstel voorbereid voor het invoeren van een coronatoegangsbewijs in het onderwijs. Dat zou betekenen dat studenten in het hoger en beroepsonderwijs een QR-code moeten laten zien om naar school te kunnen.

Het College vindt dat het demissionaire kabinet: 

  • ervoor moet zorgen dat het coronatoegangsbewijs in het hoger onderwijs gratis, snel en gemakkelijk verkrijgbaar is, het liefst op de onderwijslocatie zelf. Dat is belangrijk om onbedoelde discriminatie te voorkomen van studenten met minder geld of een beperking. Daarnaast moet de privacy van studenten en medewerkers zorgvuldig gewaarborgd zijn.
  • moet toezien op de tijdelijkheid van de maatregel. Het gaat ook hier om zeer vergaande inperkingen van verschillende mensenrechten en vrijheden van studenten en personeel. 
  • de toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten met een beperking of chronische ziekte moet waarborgen. Dit geldt zowel voor studenten die maatwerk nodig hebben in een fysieke onderwijssetting als voor studenten voor wie online onderwijs juist een geschikt en passend alternatief kan zijn. Daarnaast moeten studenten met een beperking betrokken worden bij het maken van wetten en beleid hierover.  

Voorlopig buitenproportioneel

Wanneer mensenrechten zodanig onder druk komen te staan zoals bij deze drie wetsvoorstellen het geval is, is het College extra waakzaam. We houden nauwlettend in de gaten of de maatregelen proportioneel en noodzakelijk zijn. Het College is vooralsnog van mening dat de maatregelen zoals beschreven in deze wetsvoorstellen buitenproportioneel zijn in het licht van de huidige coronasituatie, en hun noodzaak onvoldoende onderbouwd.

Update

Wetsvoorstellen ingediend bij de Tweede Kamer: proportionaliteit nu beter gewaarborgd

Het demissionaire kabinet heeft op maandag 22 november de aangepaste wetsvoorstellen ingediend bij de Tweede Kamer. In deze voorstellen zijn een aantal aanbevelingen van het College overgenomen. Er is uitgelegd wanneer sprake is van een hoogrisico-situatie waarin een 2G-beleid zou kunnen worden toegepast. Hierdoor is nu beter duidelijk dat 2G alleen toelaatbaar is binnen de sectoren cultuur, evenementen en horeca en bijvoorbeeld niet in het OV, niet op de werkplek, niet in het onderwijs. En bovendien mag een 2G-beleid alleen als door de manier waarop mensen samenkomen het risico op besmetting niet kan worden tegengegaan met andere middelen, zoals afstand houden of mondkapjes dragen.

Grenzen aan 2G-beleid steviger omschreven

Zoals het 2G-voorstel nu is omschreven, geeft het preciezer en duidelijk de grenzen aan waarbinnen een 2G-beleid zou mogen worden toegepast. Dat is een belangrijke verbetering. Dat neemt echter niet weg dat het wetsvoorstel nog steeds een forse inbreuk op mensenrechten mogelijk maakt. Het parlement zal bij de behandeling van de wetsvoorstellen moeten beoordelen of het denkbaar is dat in de bestrijding van de coronacrisis op enig moment een bredere toepassing van coronatoegangsbewijzen en het hanteren van een 2G-beleid voor de sectoren die nu in het wetsvoorstel zijn aangegeven noodzakelijk en proportioneel kunnen zijn is. Op basis van mensenrechtennormen kan niet worden gezegd dat 2G-beleid sowieso nooit zou mogen.

Opnieuw proportionaliteitstoets bij daadwerkelijke toepassing 2G

Of de omstandigheden de inzet van 2G of bredere inzet van coronatoegangsbewijzen  daadwerkelijk rechtvaardigen moet worden bepaald op het moment dat deze maatregelen feitelijk worden ingezet: dán moet worden bepaald of deze maatregelen, gegeven de omstandigheden en mogelijkheden van dat moment, proportioneel zijn en de bescherming van de gezondheid niet met minder ingrijpende middelen kan worden bereikt. Er zal dan dus extra goed moeten worden uitgelegd waarom minder ingrijpende maatregelen ineffectief zijn of te ingewikkeld om uit te voeren.

Overigens zal dat moment van daadwerkelijke toepassing van 2G en bredere inzet van coronatoegangsbewijzen – naar het zich nu laat aanzien – niet direct na het eventuele aannemen van de wetsvoorstellen aan de orde zijn, omdat vooralsnog ingrijpender lockdown-achtige maatregelen nodig lijken om de verspreiding van het virus voldoende in toom te houden en acute capaciteitsproblemen in de ziekenhuizen te voorkomen. Wetgeving om dat soort hardere lockdown-maatregelen te kunnen treffen is eerder al tot stand gebracht (de Tijdelijke wet maatregelen covid-19). Het College blijft de ontwikkelingen op de voet volgen.