Toespraak van voorzitter Jacobine Geel tijdens MensenrechtenMens 2021
Op de Internationale Dag van de Mensenrechten reikte het College voor de Rechten van de Mens de jaarlijkse mensenrechtenprijs uit aan Mpanzu Bamenga voor zijn strijd tegen etnisch profileren. Voorzitter Jacobine Geel sprak het publiek toe over hoe racisme het recht op gelijke behandeling ondermijnt en markeerde ook het grote belang van de bescherming van mensenrechten.
Bescherming van de mensenrechten
'Waar het om gaat', zegt Marjorie Malbons van Stichting MAIT, is dat je je verdiept in de mens achter de naam. Als je je echt in andere mensen inleeft stemt dat je milder over hun problemen. Zo kun je beginnen systemen te veranderen. 'Er zijn in de afgelopen jaren grote stappen gezet in de richting van meer gelijkwaardigheid', zegt Lida van den Broek van Kantharos. Maar racisme is hardnekkiger dan we vaak willen weten. 'Mensen willen het echt', is de overtuiging van Mpanzu Bamenga. Mensen willen echte, systematische verandering en rechtvaardig met elkaar omgaan.
"Maar juist als het om onze fundamentele, onvervreemdbare rechten gaat kunnen ook mensen van vlees en bloed, in de praktijk, het verschil maken."
Krachtige, doorleefde en ook hoopvolle uitspraken zijn dit van de drie genomineerden voor de titel Mensenrechtenmens van dit jaar. Bij het kijken naar de gefilmde portretten die in de aanloop naar vandaag van hen zijn gemaakt moest ik denken aan Adam Ewing, één van de hoofdpersonen uit de bijzondere roman Wolkenatlas van David Mitchell. Ewing is een negentiende-eeuwse Amerikaanse notaris die een scheepsreis maakt langs een aantal Polynesische eilanden. Tijdens die reis raakt hij diep geschokt door de bijna achteloze vanzelfsprekendheid waarmee de witte bezetter de oorspronkelijke eilandbevolking, vaak met geweld, onderwerpt en tot slaven maakt. Meer dan eens protesteert Ewing hiertegen. Om keer op keer op agressief onbegrip te stuiten. In zijn dagboek noteert Ewing het volgende:
"Als wij geloven dat de mensheid een piramide is van stammen, een arena van confrontatie, uitbuiting en beestachtige wreedheden, dan zal zo´n mensheid vast en zeker werkelijkheid worden."
Als wij dat geloven. Maar Ewing weigert dat te geloven. Hij is er diep van overtuigd dat de mensheid een ándere keuze heeft. En die overtuiging, daar begint het mee….
Internationale Dag van de Mensenrechten
Vandaag eren wij, in de genomineerden, de vele mensen in ons land die diezelfde overtuiging zijn toegedaan. En vieren wij de inzet van zeer velen om te komen tot een samenleving waarin mensen ertoe doen omdat ze mens zijn, ongeacht hun afkomst.
Het College nam in 2018 het initiatief tot de uitreiking van deze mensenrechtenprijs, de titel MensenrechtenMens. De gedachte hierachter was om duidelijk te maken dat mensenrechten niet alleen beschermd worden door wetten en regels – al is dat zeker een kant waar het College, als de nationale toezichthouder op de bescherming van mensenrechten veel mee te maken heeft. Maar juist als het om onze fundamentele, onvervreemdbare rechten gaat kunnen ook mensen van vlees en bloed, in de praktijk, het verschil maken.
De titel MensenrechtenMens 2021
Sinds 2018 werd de titel drie keer uitgereikt, en steeds richtten we met een ander belangrijk mensenrechtelijk thema het zoeklicht op de samenleving. In 2018 stond het recht op huisvesting centraal en ging de titel naar Edo Paardekooper voor zijn inzet voor dak- en thuislozen. In 2019 ging de titel naar Fairspace, een organisatie die strijdt tegen seksuele intimidatie van vrouwen, LHBTQI-ers en mensen met een niet-Nederlandse achtergrond. Vorig jaar richtte het College de schijnwerper op stemrecht van jongeren. De titel ging toen naar Laura van de Beek, die op geheel eigen wijze werkt aan de betrokkenheid van jongeren bij de lokale en provinciale politiek.
"Velen in onze samenleving ondervinden dagelijks hoe pijnlijk het is om gediscrimineerd te worden, en hoezeer die ervaring niet alleen vrijuit leven belemmert, maar ook het vertrouwen in instituties ondermijnt."
Ieder jaar kiest het College een thema dat hoog op zijn agenda staat. En wat we keer op keer merken is dat de titel niet alleen iets betekent voor de MensenrechtenMensen die ermee geëerd worden, maar ook nieuwe impulsen geeft aan het werk van het College en aan het debat erover in de samenleving. Die wisselwerking is precies de bedoeling, en ook dit jaar zullen we ons hiervoor maximaal inspannen. Omdat we ervan overtuigd zijn dat we alleen op die manier, in gezamenlijkheid, in de samenleving iets teweeg kunnen brengen.
Het thema het verbod op racisme
Als thema van dit jaar kozen we het verbod op racisme. Mensenrechten gelden voor alle mensen, ongeacht ras, huidskleur, godsdienst of anderszins. Nationaal en internationaal geldt al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw een verbod op racisme en een verplichting om discriminatie tegen te gaan. Maar de praktijk blijkt aanzienlijk weerbarstiger. Velen in onze samenleving ondervinden dagelijks hoe pijnlijk het is om gediscrimineerd te worden, en hoezeer die ervaring niet alleen vrijuit leven belemmert, maar ook het vertrouwen in instituties ondermijnt.
In Nederland is sprake van racisme en rassendiscriminatie in vrijwel alle lagen en instituties van de samenleving. Dit kan tot uiting komen in een openlijk discriminerende bejegening, maar ook op een veel minder direct waarneembare manier, in de ongelijke consequenties voor mensen van beleid en de uitvoering daarvan. De staat heeft de verplichting om mensen tegen racisme te beschermen, maar worstelt tegelijkertijd met de discriminerende gevolgen van haar eigen beleid.
Bekijk: Uitreiking MensenrechtenMens 2021 - Live uitzending
Wat doet het College binnen dit thema?
Institutioneel racisme staat sinds enige tijd hoog op de agenda van politiek, media en wetenschap, en ook van het College. De dood vorig jaar van de Amerikaanse George Floyd door politiegeweld, en dichter bij huis bijvoorbeeld de toeslagenaffaire hebben ons hiervoor weer wagenwijd de ogen geopend. Ondanks het verbod op discriminatie lijken ook in ons land bevolkingsgroepen vanwege hun achtergrond bij voorbaat op achterstand te staan.
Het College houdt zich intensief bezig met racisme en de gevolgen ervan, via de behandeling van individuele klachten over discriminatie, en via onderzoek en adviezen. Nog deze week publiceerden wij het toetsingskader voor risicoprofielen, dat een hulpmiddel moet zijn om etnisch profileren tegen te gaan.
Met kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties
In de aanloop naar het bijzondere evenement van vandaag voerden we tal van gesprekken over de veelvormigheid van racisme, de grote en negatieve ervan op het dagelijks leven van mensen, de manier waarop het soms in beleid en regelgeving verstopt is, én over wat ervoor nodig is om racisme op de agenda te krijgen en te bestrijden. Uit deze gesprekken komt een aantal belangrijke accenten naar voren, die ik graag met je deel.
"Door alle gesprekken heen klonk het pleidooi om racisme tot een probleem van ons allemaal te maken, en beslist niet alleen van mensen van kleur. Daarbij is het niet voldoende om niet racistisch te zijn. We moeten anti-racistisch zijn, en kiezen voor actie in plaats van berusting."
Het komt in de praktijk regelmatig voor dat discriminatie stapelt: belemmeringen vanwege een beperking vermengen zich met discriminatie op grond van huidskleur of etnische achtergrond. Héb je eindelijk de vrijheid om openlijk voor je mening uit te komen tijdens een inspirerende demonstratie, word je geconfronteerd met een ontoegankelijk podium. En dat is maar één voorbeeld. Er is nog veel meer bewustzijn nodig van hoe verschillende vormen van discriminatie samenhangen, en gelijktijdig kunnen en moeten worden aangepakt.
Een aantal gesprekspartners voelde zich ongemakkelijk bij het vooruitzicht dat één persoon of organisatie een prijs zou krijgen voor een strijd die vooral een beweging is. Veelvormig, veelkleurig en al met een lange geschiedenis. Wie zich nu inzet staat op de schouders van reuzen. Een begrijpelijke en terechte observatie, die we juist vandaag niet mogen vergeten.
Een andere veelbesproken vraag was wat we eigenlijk precies bedoelen als we het over racisme hebben. Hebben we het dan over openlijk of over institutioneel racisme? En denken we allereerst aan antizwart of anti-Afrikaans racisme, of hebben we ook oog voor antisemitisme, antiziganisme, islamofobie of antimoslimracisme, en anti-Aziatisch racisme? Over de volle breedte liet het afgelopen jaar voorbeelden zien, van scheldpartijen tegen Aziaten al zouden zij de veroorzakers van het coronavirus zijn, tot aan het kwetsende gebruik van de Holocaust om coronamaatregelen mee te vergelijken.
Racisme is een probleem van ons allemaal
Het juridische verbod op rassendiscriminatie maakt geen onderscheid tussen deze vormen. Maar dat neemt niet weg dat specifieke kennis van bijvoorbeeld antisemitische of antizwarte stereotypen nodig is om alle soms heel ook subtiele vormen van racisme te herkennen en te bestrijden.
Door alle gesprekken heen klonk het pleidooi om racisme tot een probleem van ons allemaal te maken, en beslist niet alleen van mensen van kleur. Daarbij is het niet voldoende om niet racistisch te zijn. We moeten anti-racistisch zijn, en kiezen voor actie in plaats van berusting.
Op weg naar een samenleving voor iedereen
De keuze voor racisme als thema voor de titel MensenrechtenMens 2021 onderstreept wat het College betreft het grote belang van dit al te actuele thema. We zijn erg blij met de grote respons op onze oproep om mensen en organisaties te nomineren voor de titel MensenrechtenMens 2021. We laten ons graag inspireren door de moed en taaie volharding van de genomineerden. En door hun hoopvolle overtuiging dat er wel degelijk iets verandert en dat we ons bevinden op de weg naar meer een wereld van gelijkwaardigheid. Ik sluit af met woorden van Ewing:
"Ik ben niet naïef. Het is de moeilijkste van alle werelden om te realiseren. Kleine stappen voorwaarts, resultaat van immense inspanningen gedurende generaties, kunnen door de pennenstreek van één kortzichtige president of het zwaard van één ijdele generaal teniet worden gedaan. En toch, graag zou ik mijn leven wijden aan een wereld die ik mijn zoon zou wíllen nalaten, en niet aan één waarvan ik vrees dat hij die zal erven. Zo'n leven lijkt het me waard geleefd te worden."