Een dag bij de VN-mensenrechtenraad in Genève: ook Nederland heeft wat uit te leggen als het om mensenrechten gaat
Maandag sprak collegelid Yvonne Donders de leden van de VN-mensenrechtenraad toe over de mensenrechtensituatie in Nederland. Institutioneel racisme bij de belastingdienst, armoede in Caribisch Nederland en geweld tegen journalisten: ook de Nederlandse overheid moet zich bij de VN verantwoorden over soms pijnlijke thema's. Yvonne blikt terug op haar dag.
Het VN-mensenrechtenexamen: is Nederland de beste leerling van de klas?
Nederland is dit jaar aan de beurt voor de Universal Periodic Review (UPR). Dit is een proces waarbij alle VN-lidstaten elke vijf jaar uitleg moeten geven over hun eigen binnenlandse mensenrechtensituatie aan de VN-mensenrechtenraad. Dit wordt in Nederland vaak het mensenrechtenexamen genoemd. De diplomaten van andere landen geven Nederland vervolgens aanbevelingen om de situatie te verbeteren.
“Bij Nederland denken veel mensen niet meteen aan grote mensenrechtenschendingen. Veel diplomaten ook niet. En hoewel Nederland internationaal bekend staat als een voorvechter van mensenrechten, laten op nationaal niveau onder andere het institutioneel racisme bij de Belastingdienst en het drama bij de vluchtelingenopvang in Ter Apel een ander beeld zien. Juist daarom is het belangrijk om internationaal aandacht te vragen voor wat er zich binnen de grenzen van Nederland afspeelt.”
"Bij Nederland denken veel mensen niet meteen aan grote mensenrechtenschendingen [...] institutioneel racisme bij de Belastingdienst en het drama bij de vluchtelingenopvang in Ter Apel laten een ander beeld zien."
Internationaal toezicht leidt tot betere bescherming thuis
Om een meer gebalanceerd – en allicht kritischer – beeld van Nederland te krijgen worden NGO's en het College als nationaal mensenrechteninstituut ook gevraagd om informatie te verschaffen aan de leden van de VN-mensenrechtenraad. Dit gebeurt door het indienen van rapporten (bekijk het rapport van het College) en tijdens de zogenaamde pre-sessie die afgelopen maandag plaatsvond.
"Juist voor een land als Nederland, dat zich sterk profileert op het gebied van mensenrechten, is het pijnlijk als thuis de mensenrechten niet op orde zijn."
“We kregen tijdens deze pre-sessie vijf minuten om onze belangrijkste punten naar voren te brengen. In mijn presentatie heb ik het gehad over institutioneel racisme bij de Belastingdienst, de mensenrechtensituatie in Caribisch Nederland, het gebrek aan huisvesting voor mensen in kwetsbare situaties en het toenemende geweld tegen journalisten. En dat maakte toch wel indruk op de zaal. Juist voor een land als Nederland, dat zich sterk profileert op het gebied van mensenrechten, is het pijnlijk als thuis de mensenrechten niet op orde zijn. Maar dat is ook de bedoeling van het mensenrechtenexamen. Om effectief en geloofwaardig andere landen te overtuigen om mensenrechten te respecteren moet Nederland zelf ook stappen zetten. Zo leidt toezicht op mensenrechten internationaal, tot betere bescherming van mensenrechten thuis.”
Naast het College als nationaal mensenrechteninstituut spraken vijf NGO’s de VN-mensenrechtenraad toe over verschillende onderwerpen zoals de vluchtelingenopvangcrisis, statenloosheid, geweld tegen vrouwen, milieuvervuiling, en kinderrechten.
Speeddaten met diplomaten
In aanvulling op de presentaties was door de Nederlandse permanente vertegenwoordiging in Genève samen met het College een 'speeddate' sessie georganiseerd. Hierbij gingen de diplomaten van verschillende landen in rondes langs verschillende tafels om vragen te stellen over een bepaald mensenrechtenprobleem in Nederland, zoals institutioneel racisme of klimaat. Zo kregen NGO’s, het College en de diplomaten de kans om in meer detail verder te praten. Nederland gaf hierbij een mooi signaal aan andere landen om open te staan voor kritiek vanuit maatschappelijke organisaties.
Voortgang Universal Periodic Review
“In november wordt de Nederlandse mensenrechtensituatie besproken in de VN-mensenrechtenraad. Dan presenteert de Nederlands overheid haar rapport. Daarna volgt een dialoog tussen de leden van de raad en vertegenwoordigers uit Nederland. Tot slot kunnen de afzonderlijke lidstaten aanbevelingen doen. Voorbeelden van aanbevelingen van voorgaande keren waren 'trek de voorbehouden bij het kinderrechtenverdrag in of stel een procedure vast of iemand staatloos is'. De inbreng van NGO’s en het College deze week helpt de mensenrechtenraad zeker om goede vragen te stellen en scherpe aanbevelingen te doen.''
Meer lezen over het mensenrechtenexamen? Kijk op onze UPR-pagina.