Mensen met hiv-infectie krijgen ongelijke kans op arbeidsongeschiktheidsverzekering, aanbeveling College: met spoed meer onderzoek nodig
Dat blijkt naar aanleiding van een klacht van een man die hiv-positief is, en daarom geen arbeidsongeschiktheidsverzekering kan afsluiten omdat hij een te hoog risico op arbeidsongeschiktheid heeft.
Wat is er aan de hand?
Een man wil een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) afsluiten bij een bedrijf dat namens verzekeringsmaatschappijen verzekeringen afsluit en beheert (assurantietussenpersoon). Hij wordt afgewezen, omdat hij vanwege zijn hiv-positiviteit een te groot medisch risico op arbeidsongeschiktheid heeft. De man vraagt het College om te beoordelen of hij hiermee is gediscrimineerd op grond van handicap of chronische ziekte. De medische situatie van de man is al jaren stabiel en hij heeft geen gezondheidsklachten. Daarnaast neemt hij medicatie waarmee het virus wordt onderdrukt en niet meer te traceren is, en staat hij onder controle van een specialist.
Negatief medisch advies
Het bedrijf vindt dat zij de man niet heeft gediscrimineerd door hem af te wijzen voor een AOV. De afwijzing is volgens haar gebaseerd op een negatief advies van een medisch adviseur en een risicoanalyse. De medisch adviseur is van mening dat de risico’s op arbeidsongeschiktheid bij hiv-positiviteit op dit moment nog te groot zijn.
Risicoanalyse
Risicoanalyses worden binnen de verzekeringsbranche – ook bij andere ziektes – gemaakt op basis van grote hoeveelheden data. Zij zijn dus niet gericht op de gezondheidstoestand van de persoon die de verzekering aanvraagt.
Data tekort
Omdat een hiv-besmetting relatief niet zo vaak voorkomt, zijn er op dit moment nog te weinig data beschikbaar over het risico op arbeidsongeschiktheid bij hiv-positiviteit om duidelijke conclusies over het risico te kunnen trekken. Als er voldoende data beschikbaar zijn over het risico kan, onder bepaalde voorwaarden, eventueel wel een arbeidsongeschiktheidsverzekering worden aangeboden aan mensen die hiv-positief zijn.
Indirect onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte
Het College concludeert dat de man is afgewezen, omdat sprake is van een te hoog (medisch) risico op arbeidsongeschiktheid. Dit hangt samen met het feit dat hij hiv-positief is. Omdat het bedrijf dit als criterium hanteert, maakt het bedrijf indirect onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte. Mensen met een handicap of chronische ziekte zullen door het hanteren van dit criterium namelijk bijzonder worden getroffen. Bij hen zal relatief gezien vaker een negatief medisch advies worden gegeven. Indirect onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte is niet verboden wanneer hiervoor een goede reden bestaat, een objectieve rechtvaardiging.
Is het doel legitiem?
Om te bepalen of het onderscheid objectief gerechtvaardigd is kijkt het College naar het doel van het gemaakte onderscheid en of het middel dat is gebruikt om dat doel te bereiken, passend en noodzakelijk is. Het bedrijf wil haar verzekeringen voor veel mensen toegankelijk en betaalbaar houden en daarom collectieve premieverhoging voorkomen. Daarnaast wil zij haar marktpositie handhaven. Deze doelen zijn legitiem.
Het bedrijf wil dat doel bereiken door aanvragen voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te wijzen als risico van de kandidaat-verzekeringnemer te hoog is. Hiermee kan het doel worden bereikt.
Is het middel noodzakelijk?
Vervolgens beoordeelt het College of het middel noodzakelijk is om het doel te bereiken. Om te kijken of het middel en het doel met elkaar in verhouding staan, maakt het College een belangenafweging. Hierbij staat niet ter discussie dat het belang van de man bij een arbeidsongeschiktheidsverzekering zwaarwegend is. Vooral omdat dit belangrijke voorwaarden zijn om mee te kunnen doen in de samenleving en op de arbeidsmarkt in het bijzonder, zodat hij op gelijke voet wordt behandeld met mensen die geen chronische ziekte hebben.
Objectieve rechtvaardiging
Maar het belang van de verzekeringsmaatschappij, om een product aan te bieden waaraan geen onverantwoorde risico’s verbonden zijn en dat qua premiestelling en dekkingsduur aantrekkelijk genoeg is, weegt op dit moment zwaarder. Het is voor het bedrijf niet mogelijk om een voor de verzekeringsmaatschappij en de man financieel aantrekkelijk aanbod te doen. Als het bedrijf in de huidige omstandigheden zou worden verplicht om een arbeidsongeschiktheidsverzekering aan te bieden aan mensen die hiv-positief zijn, zou dit leiden tot een aanbod dat zeer onaantrekkelijk is of tot een algemene premieverhoging voor alle verzekeringnemers van het bedrijf. Zo’n premieverhoging kan ervoor zorgen dat mensen met een normaal of laag risico op arbeidsongeschiktheid gaan uitwijken naar andere verzekeraars. Zo houdt het bedrijf alleen klanten met dure verzekeringen en hoge risico’s over. Op die manier zou het bedrijf zich uit de markt prijzen. Dat schaadt niet alleen de belangen van het bedrijf, maar mogelijk ook van alle verzekeringnemers.
Het College komt ook tot de conclusie dat er geen goede alternatieven zijn waarmee het doel kan worden bereikt die tot minder onderscheid zouden leiden. Daarom is het onderscheid gerechtvaardigd en heeft het bedrijf de man niet gediscrimineerd.
Als er voldoende data beschikbaar zijn over het risico, zou dit in de toekomst anders kunnen uitpakken
Ontwikkelingen in de verzekeringsbranche
In de toekomst zou dit anders kunnen uitpakken. Binnen de verzekeringsbranche wordt gekeken naar de mogelijkheden voor het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering bij hiv-positiviteit. Als er voldoende data beschikbaar zijn over het risico kunnen verzekeraars, onder bepaalde voorwaarden, eventueel wel een AOV aanbieden aan mensen die hiv-positief zijn.
De onmogelijkheid om bepaalde verzekeringen af te sluiten draagt bij aan het stigma van mensen die hiv-positief zijn
Aanbeveling College: met spoed meer onderzoek nodig om ongelijke behandeling van mensen die hiv-positief zijn uit te bannen
Binnen de verzekeringsbranche is een werkgroep opgericht met o.a. medisch adviseurs, die bezig is met onderzoek naar en verzamelen van data over het arbeidsongeschiktheidsrisico van personen met een hiv-infectie. Het College vindt zulk onderzoek zeer belangrijk, omdat het voorbeeld van de man duidelijk laat zien dat het relevant is dat iedereen zich voor arbeidsongeschiktheid kan verzekeren.
Daarnaast draagt de onmogelijkheid om bepaalde verzekeringen af te sluiten bij aan het stigma van mensen die hiv-positief zijn. Het College roept het bedrijf en haar collega-verzekeraars op om dit onderzoek met spoed voort te zetten en waar nodig te investeren in nader onderzoek of in verdere data-analyse om zo bij te dragen aan een de uitbanning van de nu nog bestaande ongelijke behandeling van mensen die hiv-positief zijn.
Lees het hele oordeel: oordeel 2022-150