Help online platformen een balans te vinden tussen inhoudsmoderatie en vrijheid van meningsuiting
Binnenkort zullen online platformen zoals Facebook en Google zich in de EU moeten houden aan de digitale dienstenverordening. Deze verordening is ook bekend onder zijn Engelse afkorting, de DSA (Digital Services Act). In de DSA staan verplichtingen voor bedrijven die aan inhoudsmoderatie willen doen: welke berichten mogen wel geplaatst worden en welke worden verwijderd? Het is niet gemakkelijk voor bedrijven om daar goede regels voor op te stellen. Het College adviseert de overheid om bedrijven meer handvatten te geven.
De Europese wetgeving
Het doel van de verordening is te zorgen voor een veilige, voorspelbare en betrouwbare online omgeving. Een omgeving waarin de verspreiding van illegale inhoud en desinformatie wordt aangepakt en waarin grondrechten beschermd worden.
De vertaling naar nationaal niveau
Europese verordeningen gelden meteen in de lidstaten, maar soms moeten nationale regeringen nog wel uitvoeringswetgeving maken. Dat heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat nu gedaan. Het College heeft een kort advies geschreven voor dit wetsvoorstel. De belangrijkste boodschap van het advies is dat er meer aandacht moet zijn voor de impact van de verordening op mensenrechten, en dat bedrijven meer handvatten moeten krijgen bij het uitvoeren van de verordening.
Inhoudsmoderatie
Eén van de onderdelen van de DSA gaat over inhoudsmoderatie. Inhoudsmoderatie is het nemen van maatregelen die gericht zijn op het opsporen, identificeren en aanpakken van illegale inhoud of informatie die niet in lijn zijn met hun algemene voorwaarden.
Dit raakt de vrijheid van meningsuiting. Dat recht is er niet alleen voor informatie en opvattingen die gunstig worden ontvangen, maar beschermt ook informatie en ideeën die als beledigend, choquerend of verontrustend ervaren kunnen worden. Het recht op vrijheid van meningsuiting maakt het mogelijk om een stevig publiek debat te voeren, ook online.
Een beperking op de vrijheid van meningsuiting is mogelijk, maar alleen onder strenge voorwaarden. Het verwijderen van uitingen door private partijen zoals een socialemediaplatform is een inperking van de vrijheid van meningsuiting. Die inperking kán toegestaan zijn, bijvoorbeeld om de rechten van anderen te beschermen als het gaat om haatzaaiende uitingen of oproepen tot geweld. Maar ingrijpen kan snel te ver gaan en kan leiden tot een schending van de vrijheid van meningsuiting. Zeker als een platform automatisch inhoud beoordeelt, ligt het risico op de loer dat uitingen waarbij je ook goed naar de context moet kijken, te snel worden verwijderd óf juist niet snel genoeg.
Het is geen makkelijke taak voor bedrijven om een balans te vinden en het College beveelt de minister daarom aan hun meer handvatten te bieden hoe ze deze taak moeten uitvoeren. De overheid moet bedrijven een normenkader geven. De overheid kan daarvoor kijken naar internationale bronnen van de OESO, de Verenigde Naties en de Raad van Europa en het Unierecht. Die juridische bronnen moeten samen het uitgangspunt vormen voor het normenkader.
Bedrijven en mensenrechten
Mensenrechten gelden altijd al in de relatie tussen de overheid en burgers. Toch spelen ook private partijen, zoals bedrijven een belangrijke rol in het beschermen van mensenrechten. Volgens richtlijnen van de Verenigde Naties hebben bedrijven op zijn minst de verantwoordelijkheid de rechten van anderen te respecteren. Zij mogen geen inbreuken op de rechten van anderen maken en moeten de nadelige gevolgen voor mensenrechten tegengaan als zij daarbij zijn betrokken. Bijvoorbeeld als hun gebruikers hun platform gebruiken om haatzaaiende berichten of oproepen tot geweld tegen bepaalde personen te verspreiden.
De verordening geeft bedrijven aanzienlijke vrijheid om in hun algemene voorwaarden op te nemen welke beperkingen zij aan het gebruik van hun dienst stellen, en op welke manier zij aan inhoudsmoderatie (kunnen) doen. Hetzelfde artikel benoemt dat zij die beperkingen alleen mogen toepassen en handhaven met ‘gepaste aandacht voor de grondrechten van alle betrokkenen’. Dat is geen gemakkelijke opgave, vandaar onze oproep aan de overheid om de helpende hand uit te steken.