Hoe gender(on)gelijk is Nederland? We blikken terug, en vooruit
In de serie ‘Hoe gender(on)gelijk is Nederland?’ besteden we sinds 8 maart 2022 elke maand aandacht aan een onderwerp over de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. In dit laatste artikel blikken we met Collegelid Britta Böhler terug op de twintig artikelen die we schreven en kijken we naar wat er nog moet gebeuren om te zorgen voor gendergelijkheid in Nederland.
In de reeks richt het College voor de Rechten van de Mens zich op de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, waarom is er gekozen voor juist deze groep?
De bescherming van mensenrechten geldt voor iedereen. Toch zijn er in praktijk groepen voor wie het moeilijker is om deze rechten te realiseren zoals kinderen, mensen met een beperking, lhtbti+ personen en vrouwen. Zij behoren tot extra kwetsbare doelgroepen wiens rechten beter beschermd moeten worden. Er zijn daarom verschillende internationale verdragen en conventies voor deze doelgroepen. Specifiek voor vrouwen zijn er twee, het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (VN Vrouwenverdrag), waarin onder meer het recht van vrouwen op gelijkheid in onderwijs wordt bevestigd; en het Verdrag van de Raad van Europa inzake geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Dit verdrag is beter bekend als het Verdrag van Istanbul.
Is de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is in Nederland echt zo’n groot probleem?
Als je de stand van zaken internationaal bekijkt, staat Nederland op plek 28 van de 146, terwijl onze buurlanden België en Duitsland in de top-10 staan. In de Global Gender Gap Index wordt gekeken naar economische participatie, toegang tot onderwijs, politieke invloed en gezondheidszorg/levensverwachting. Nederland scoort hoog op thema's gezondheid/levensverwachting en onderwijs, waar meisjes het vaak beter doen dan jongens. Toch is er op tal van gebieden sprake van een achterstand van vrouwen. Op papier zijn rechten van vrouwen vaak wel goed geregeld, maar in praktijk treedt er regelmatig genderongelijkheid op.
Waardoor ontstaat deze ongelijkheid tussen mannen en vrouwen dan?
Traditionele of stereotiepe denkbeelden over maatschappelijke rolverdeling liggen aan deze problematiek ten grondslag. Daarnaast speelt de ongelijke machtsverhouding tussen vrouwen en mannen een rol. De gevolgen van deze traditionele denkbeelden en ongelijke machtsverhoudingen hebben we in de serie ‘hoe gender(on)gelijk is Nederland’ onderzocht.
En, wat is de conclusie? Hoe gender(on)gelijk is Nederland?
Allereerst is geweld tegen vrouwen een omvangrijk en aanhoudend probleem. Geweld tegen vrouwen heeft verschillende uitingsvormen: denk aan seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, psychisch geweld en de meest extreme vorm femicide. Het vindt in verschillende levensdomeinen van vrouwen plaats: bijvoorbeeld thuis, op het werk, en online. Maar ook op straat, bij het uitgaan, op de sportclub, in het openbaar vervoer, in het onderwijs, in de zorg, bij studentenverenigingen, op festivals, op het strand. Eigenlijk overal dus.
En er is sprake van structureel achterstand van vrouwen, zoals bij de beloning van werk, de representatie van vrouwen in leidinggevende functies en de politiek, en werkomstandigheden zoals de veiligheid van vrouwelijke journalisten en vrouwelijke migrantenarbeiders.
Daarnaast zijn vrouwen kwetsbaarder voor armoede, krijgen zij te maken met zwangerschapsdiscriminatie en staan soms verworven rechten ter discussie, zoals het recht op toegang tot abortus.
Zijn deze problemen voor alle vrouwen even groot?
In onze reeks kijken we naar ongelijkheden die samenhangen met je gender, maar ongelijkheden verschillen natuurlijk ook op basis van andere aspecten van je identiteit. Denk daarbij bijvoorbeeld aan seksuele gerichtheid, migratieachtergrond, maar ook sociaaleconomische status. Zo kan iemand vrouw zijn en zwart. Maar ook lesbisch. En theoretisch opgeleid en slechtziend. Al deze aspecten van je identiteit beïnvloeden elkaar onderling, op zo'n manier dat ze niet los van elkaar kunnen worden gezien. Rekening houden met al deze facetten heet een intersectionele benadering. Zo zien we bijvoorbeeld dat vrouwen met een beperking vaker te maken krijgen met verschillende vormen van achterstelling. Het vinden van een baan is voor vrouwen met een beperking bijvoorbeeld extra lastig.
Wat moet er gebeuren?
Zoals gezegd zijn de onderliggende oorzaken voor de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen vaak dezelfde: de traditionele denkbeelden, maatschappelijke rolverdeling en de ongelijke machtsverhoudingen. Tegelijkertijd houden ze die ongelijkheid ook in stand. Denkbeelden worden van generatie op generatie doorgegeven en bevestigd door onze omgeving, immers ook veel vrouwen vinden dat ze beter kunnen zorgen dan mannen. Mede hierdoor werken meer vrouwen in deeltijd en nemen zij meer zorgtaken op zich. De hardnekkigheid van stereotypen en daarop gebaseerde traditionele rolpatronen schaden ook mannen. Zo worden mannen soms niet serieus genomen of zelfs gewantrouwd wanneer zij in de kinderopvang willen werken, omdat vrouwen daar geschikter voor zouden zijn.
Het verkleinen van de bestaande machtsverschillen tussen mannen en vrouwen, die aan de basis liggen van genderongelijkheid in Nederland is een maatschappelijk probleem dat we alleen samen kunnen oplossen. Dit is geen vrijblijvendheid, het is zelfs een verplichting uit het VN Vrouwenverdag (artikel 5).
Ten slotte, in de reeks worden de bovengenoemde onderwerpen verder uitgelicht. Welk artikel moet iedereen echt gelezen hebben?
Alle twintig!
Hoe gender(on)gelijk is Nederland?
Lees de voorgaande artikelen: