Nico Schrijver interim-voorzitter College voor de Rechten van de Mens

Op 1 juli 2024 start prof. mr. Nicolaas Jan (Nico) Schrijver als interim-voorzitter bij het College voor de Rechten van de Mens. Hij volgt mr. Jos Silvis op die het afgelopen jaar de rol van interim-voorzitter bekleedde. De tijdelijke vervanger is nodig omdat voorzitter Jacobine Geel om gezondheidsredenen haar taken tijdelijk heeft neergelegd. De komst van Nico Schrijver waarborgt de continuïteit van het werk van het College als het nationale mensenrechteninstituut van (Caribisch) Nederland.  

Portretfoto Nico Schrijver
Beeld: ©Rijksoverheid

Nico Schrijver (1954) beschikt over ruime juridische, bestuurlijke en politieke ervaring. De afgelopen jaren was hij werkzaam als Staatsraad bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Daarvoor was hij zes jaar lid van de Eerste Kamer en vicevoorzitter van de PvdA-fractie. Schrijver is emeritus hoogleraar Internationaal Publiekrecht aan de Universiteit Leiden en was eerder onder andere gasthoogleraar aan de Université Libre de Bruxelles, hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en docent aan het Institute of Social Studies in Den Haag. Tevens is hij lid geweest van een van de mensenrechtencomités van de Verenigde Naties en van de Commissie-Davids (die in 2009 onderzoek deed naar Nederlandse politieke steun aan de oorlog in Irak).  

Vijf nieuwe plaatsvervangend Collegeleden

Naast de benoeming van prof. mr. Schrijver als interim-voorzitter heeft de ministerraad ook ingestemd met de benoeming van vijf plaatsvervangend Collegeleden: Mr. N.A (Nynke) Hilbrands-Baarsma, Mr. J. (Jildou) Boerlage – van den Bosch, Mr. V.C. (Vera) Kool, Mr. K. (Veeni) Naganathar en Mr. H.M.A.E. (Hana) van Ooijen. 

Drie van hen hebben ruime ervaring als rechter, ook als voorzitter in een meervoudig college. De andere twee hebben zittingservaring als rechter-plaatsvervanger en/of in een andere oordelende of klachtbehandelende instantie en tevens als advocaat. Voor alle vijf de nieuwe plaatsvervangers geldt dat zij op korte termijn in staat zullen zijn om op hoog inhoudelijk niveau bij te dragen aan de oordeelsvorming in een raadkamer van het College. Dit vanwege hun deskundigheid op het terrein van gelijkebehandelingsvraagstukken, de verhouding tussen Europees en nationaal recht en thema’s/rechtsgebieden die in de oordelen van het College regelmatig aan de orde komen.  

Vanwege hun diverse (professionele) achtergrond, diversiteit en maatschappelijke betrokkenheid, brengen deze vijf nieuwe plaatsvervangend Collegeleden ervaringen en inzichten binnen bij het College die nu nog minder sterk vertegenwoordigd zijn.

Wij kijken uit naar een goede samenwerking met deze nieuwe collega's.