Klimaatbeleid kabinet onvoldoende: snelle en forse klimaatmaatregelen nodig om mensenrechten te beschermen

Het is zeer onwaarschijnlijk dat Nederland het wettelijke klimaatdoel van 2030 gaat halen. Dat concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) op 24 oktober 2024. Ook de Raad van State bestempelt de kabinetsplannen als onvoldoende. Dat Nederland niet op koers ligt met het behalen van klimaatdoelstellingen heeft serieuze gevolgen voor onze mensenrechten. Het College roept het kabinet daarom op om snel, forse maatregelen te nemen om klimaatverandering tegen te gaan. 

Het Limburgse plaatsje Horn is overstroomd in juli 2021, inwoners proberen water tevergeefs te keren met zandzakken
Beeld: ©De Vries Media / ANP

Het College verzoekt Kamerleden om daarop toe te zien door tijdens het begrotingsdebat over Klimaat en Groene Groei vragen te stellen aan het kabinet. Lees de brief: Inbreng t.b.v. begrotingsdebat Klimaat en Groene Groei

Wat moet het kabinet doen?

Om in lijn met internationale afspraken en mensenrechten te handelen, moet Nederland op tijdige, passende en consistente wijze handelen bij het opstellen en uitvoeren van klimaatregelgeving en maatregelen.

Om mensenrechten te beschermen moet het kabinet: 

Wat heeft klimaatverandering met mensenrechten te maken?

Klimaatverandering heeft serieuze gevolgen voor het leven, gezondheid, welzijn en kwaliteit van leven. Deze gevolgen worden niet alleen in de toekomst gevoeld, maar ook nu al. Denk bijvoorbeeld aan de overstromingen in Spanje en Midden- en Oost-Europa dit jaar, en de overstromingen in Duitsland, België en Limburg in 2021. Dit laat zien dat klimaatverandering kan leiden tot veel schade en verlies van levens.

Klimaatverandering leidt ook tot droogte en de stijging van de zeespiegel. Dat brengt  de voedsel- en drinkwatervoorziening in gevaar en leidt tot verlies van grond- en leefgebied. Een warmer klimaat in Nederland kan ook leiden tot nieuwe infectieziekten en minder schone lucht. Klimaatverandering heeft dus grote gevolgen voor onder meer het recht op voedsel en (drink)water, huisvesting, gezondheid en het recht op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu

Gevolgen klimaatverandering ongelijk verdeeld 

Veel mensenrechten worden in meer of mindere mate aangetast door een veranderend klimaat. Daarbij wordt niet iedereen even ernstig geraakt. Sommige mensen ervaren meer problemen van klimaatverandering, bijvoorbeeld omdat zij gevoeliger zijn voor warmte zoals ouderen en mensen met luchtwegproblemen. Of omdat ze op een plek wonen die kwetsbaar is voor de stijging van de zeespiegel. Dat geldt in het bijzonder voor inwoners van kleine eilanden, zoals Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Andere mensen kunnen zich minder aanpassen aan de gevolgen.  Mensen in armoede kunnen bijvoorbeeld de isolatie van hun huis niet bekostigen noch overstappen op elektrische energievoorzieningen. Weer anderen hebben maar een beperkte stem in de besluitvorming over klimaatmaatregelen, terwijl zij vaak bijzonder zwaar geraakt worden door klimaatverandering. Denk aan gemarginaliseerde groepen, jongeren, kinderen en toekomstige generaties.  

Wat moet Nederland doen tegen klimaatverandering?

Alle landen zijn verplicht om bescherming te bieden tegen de serieuze gevolgen van klimaatverandering. Dit geldt ook voor Nederland. Nederland moet daarom maatregelen nemen die daadwerkelijk in staat zijn om klimaatverandering tegen te gaan (mitigatie). Ook moet Nederland bescherming bieden tegen de gevolgen van klimaatverandering (adaptatie) en voorzien in procedurele waarborgen, zoals toegang tot de rechter, recht op informatie en participatie.  

In klimaatbeleid moet steeds gehandeld worden in lijn met mensenrechtelijke en milieurechtelijke uitgangspunten. Het gaat onder meer om het baseren van dit beleid op de best beschikbare wetenschap, het gelijkheidsbeginsel en een eerlijke lastenverdeling tussen landen op basis van hun draagkracht (het zogenaamde ‘CBDR-beginsel’). 

Wat hebben landen met elkaar afgesproken om klimaatverandering te beperken?

Klimaatverandering is een mondiaal probleem. In 2015 hebben landen met elkaar afspraken gemaakt in het Parijsakkoord. De inzet daarvan is om de opwarming van de aarde tot 1,5-graad Celsius te beperken. Een verdere opwarming van de aarde leidt tot onacceptabele klimaatrisico’s en nog ernstigere gevolgen voor de rechten van huidige en toekomstige generaties. Om het 1,5-graad doel te bereiken is afgesproken dat landen een zo hoog mogelijke klimaatambitie laten zien (artikel 4 lid 3 Parijsakkoord).  

55% minder uitstoot in 2030 

Binnen de EU hebben landen afgesproken om in 2030 55 procent minder uit te stoten dan in 1990, en om in 2050 klimaatneutraal te staan. Om deze doelen te bereiken wordt toegewerkt naar zo min mogelijke uitstoot van broeikasgassen, en de rest af te vangen en op te slaan. Denk bijvoorbeeld aan maatregelen om de verbranding van fossiele brandstoffen zoveel mogelijk te beperken, bijvoorbeeld in het verkeer en industrie. Net als het verminderen van de uitstoot van methaan door vee.  

Nieuw rapport over Nederlands klimaatbeleid

Het College werkt aan een rapport over het Nederlandse klimaatbeleid. Daarin kijkt het naar de rol die mensenrechten spelen binnen dit beleid. Daarnaast bestudeert het College het Nederlandse beleid om klimaatverandering tegen te gaan in het licht van verplichtingen die voortkomen uit het recht op bescherming van de privésfeer. Dit rapport wordt eind 2024 gepubliceerd. 

Eerder dit jaar publiceerde het College een juridisch kader over het recht op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu.