Gebrek aan consultatie bij asielwetgeving schaadt rechtsstaat

Het College voor de Rechten van de Mens maakt zich in een brief aan minister Faber zorgen over het gebrek aan publieke consultatie bij nieuwe asielwetgeving. De voorstellen hebben grote gevolgen voor de mensenrechten van mensen in kwetsbare situaties zoals asielzoekers en statushouders. 

Minister Faber van Asiel en Migratie
Beeld: ©ANP
Minister Faber van Asiel en Migratie

Donderdag 19 december vergadert de vaste Tweede Kamercommissie voor Asiel en Migratie over de conceptwetsvoorstellen ‘Asielnoodmaatregelenwet’ en ‘Wet tweestatusstelsel’. Bij het maken van nieuwe wetten is het belangrijk dat conceptwetten openbaar worden gemaakt en er tijdig en voldoende ruimte wordt gegeven voor inspraak. Dit betekent dat burgers, belangenorganisaties en experts een wezenlijke kans krijgen om mee te denken en hun zorgen of suggesties te delen. Het College constateert dat dit niet heeft plaatsgevonden bij deze wetsvoorstellen. Dit is in strijd met de basisprincipes van de rechtsstaat.  

Consultatie is cruciaal

Het is van belang dat de minister voor Asiel en Migratie zorgt voor een zorgvuldig, transparant en inclusief wetgevingsproces, dat in lijn is met de rechtsstatelijke en mensenrechtelijke beginselen. Door deskundigen met verschillende achtergronden op tijd en effectief te betrekken kunnen belangrijke rechten en belangen in kaart worden gebracht. Op die manier kan het parlement de voorgestelde wijzigingen bespreken vanuit verschillende perspectieven en toetsen aan nationale en internationale wetgeving. Dit voorkomt risico’s op mensenrechtenschendingen en versterkt de kwaliteit, rechtvaardigheid en uitvoerbaarheid van wetgeving. 

Ook horen de belangen van mensen in een kwetsbare positie te worden meegenomen, juist omdat deze groep sterk afhankelijk is van de overheid en ondervertegenwoordigd is in het democratische proces. In dit geval gaat het om mensen die asiel vragen of hebben gekregen, onder wie kinderen. Het is zorgelijk dat de minister voor Asiel en Migratie ervoor kiest om hun kennis en ervaringen niet te betrekken bij de totstandkoming van de wetsvoorstellen.  

Gebrek aan transparantie

De regering heeft beide wetsvoorstellen onder vertrouwelijkheid voorgelegd aan een beperkte groep deskundigen, zoals de Raad voor de Rechtspraak en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij kregen slechts één week de tijd om te reageren, wat onvoldoende ruimte biedt voor een gedegen beoordeling. 

Het College is niet in de gelegenheid gesteld om haar adviestaak uit te voeren, terwijl de desbetreffende wetsvoorstellen betrekking hebben op mensenrechten. Ook andere organisaties zoals de Adviesraad Migratie en VluchtelingenWerk Nederland die zicht hebben op de positie van mensen in kwetsbare situaties hebben de wetsvoorstellen niet kunnen inzien en hun advies aan de wetgever kunnen meegeven. Dit is niet in lijn met internationale standaarden die de overheid verplichten tot een zorgvuldig, transparant en openbaar wetgevingsproces.  

Risico op mensenrechtenschendingen

In de wetsvoorstellen worden  wijzigingen voorgesteld die grote gevolgen kunnen hebben voor asielzoekers en vluchtelingen. Er ligt een wetswijziging die het tweestatusstelsel regelt en de vereisten voor nareizen aanscherpt, en de Asielnoodmaatregelenwet verslechtert onder meer de rechtspositie van asielzoekers. Daarnaast wijst het College op de overbelasting van uitvoeringsinstanties, zoals de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), die deze maatregelen moet uitvoeren. Hierdoor kunnen langere asielprocedures en toenemende druk op opvangvoorzieningen leiden tot een situatie waarin het recht op menswaardige opvang in gevaar komt. Dit raakt ook aan samenhangende rechten, zoals het recht op gezondheid, familieleven en persoonlijke levenssfeer. 

Een onzorgvuldig wetgevingsproces kan leiden tot onuitvoerbare wetten en verdere problemen voor de realisatie van mensenrechten in de praktijk. Het College voor de Rechten van de Mens raadt de minister van Asiel en Migratie daarom aan om alsnog de wetsvoorstellen gedegen voor te bereiden, met inachtneming van rechtsstatelijke en mensenrechtelijke principes.