Verbod op voorrang statushouders in strijd met mensenrechten

Een nieuw wetsvoorstel wil gemeenten verbieden om mensen met een asielstatus voorrang te geven bij de toewijzing van sociale huurwoningen. Mensenrechten zoals het recht op huisvesting en het recht op gezinsleven worden hierdoor geraakt. Het College voor de Rechten van de Mens stelt daarnaast vast dat het wetsvoorstel in de huidige vorm strijdig is met het verbod op discriminatie op grond van ras en nationaliteit. Het roept het kabinet daarom op het wetsvoorstel niet door te zetten. Het voorstel is in strijd met mensenrechten, creëert ongelijkheid en biedt bovendien geen oplossing voor het woningtekort. 

Beeld: ©ANP

Mensen met een asielstatus bevinden zich vaak in een moeilijke situatie. Ze staan aan het begin van hun leven in Nederland: ze moeten Nederlands leren, werk vinden, sociale netwerken opbouwen en voldoen aan de inburgeringsplicht. Zonder steun is het voor velen van hen vaak onmogelijk om zelfstandige woonruimte te vinden. Omdat ze pas kort in Nederland zijn, hebben ze nog geen wachttijd kunnen opbouwen voor een sociale huurwoning. Zonder voorrangsmogelijkheid blijven zij waarschijnlijk jarenlang wonen in de nu al overvolle opvanglocaties. Juist om dat te voorkomen hebben gemeenten in de wet de mogelijkheid gekregen om een aantal woningen per jaar voor deze groep te reserveren. Het wetsvoorstel gaat hieraan voorbij.

Mensenrechtenschending in de asielopvang

Wanneer mensen met een asielstatus langer aangewezen zijn op de asielopvang, brengt dat ook andere aantasting van mensenrechten met zich mee. Door een tekort aan opvangplekken voldoet de asielopvang al jaren niet aan basisnormen voor privacy, veiligheid en hygiëne. Mensen verblijven er vaak te lang, soms zonder toegang tot goede zorg of onderwijs. Vooral kwetsbare groepen, zoals kinderen, zwangere vrouwen en mensen met psychische problemen, worden hierdoor getroffen. Het College verwacht dat de situatie verder verslechtert als dit wetsvoorstel doorgaat.

Belemmering gezinshereniging

In de toekomst mogen mensen die zijn gevlucht vanwege de algemene veiligheidssituatie in hun land hun gezin pas laten overkomen als zij passende woonruimte hebben. Het verbod op voorrang maakt het voor hen veel moeilijker om een woning te vinden, waardoor kinderen en ouders nog langer van elkaar gescheiden blijven. Dit heeft ingrijpende gevolgen voor het gezinsleven en is in strijd met het recht op gezinshereniging, zoals vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Kinderrechtenverdrag.

Onderbouwde visie ontbreekt 

Het College heeft het wetsvoorstel getoetst aan het verbod op discriminatie, zoals dat is vastgelegd in artikel 1 van de Grondwet en internationale verdragen. Het voorstel doorstaat deze toets niet. Het maakt het voor gemeenten namelijk onmogelijk om mensen met een asielstatus aan te wijzen als groep met een dringend huisvestingsprobleem, terwijl dat voor andere groepen wél kan. Zo wordt één specifieke groep benadeeld, een groep die grotendeels bestaat uit mensen zonder Nederlandse etnische achtergrond. 

Het kabinet stelt met het voorstel te zorgen voor een eerlijke verdeling van schaarse huurwoningen en gelijke kansen voor alle woningzoekenden. Maar omdat voorrang voor andere kwetsbare groepen wel mogelijk blijft, ontbreekt volgens het College een duidelijke en goed onderbouwde visie op wat die 'gelijke kansen' en 'eerlijke verdeling' precies inhouden. Ook is niet aangetoond waarom een verbod op voorrang nodig, effectief of proportioneel zou zijn om dat doel te bereiken.