Welke internationale toezichthoudende organen zijn er?

In de Verenigde Naties en Raad van Europa houden verschillende organen en comités toezicht op de mensenrechtensituatie van de lidstaten, waaronder Nederland.

De animatie start met een ingesproken tekst.

Mensenrechten.

We hebben ze allemaal.

Simpelweg omdat we mens zijn.

We hebben ze vanaf onze geboorte,
zonder uitzondering of onderscheid.

Ze zijn er voor iedereen,

overal,

en altijd.

Om ze te beschermen en de
kans op schending te verkleinen,

is het belangrijk dat we
allemaal weten wat onze mensenrechten zijn.

Want zonder mensenrechten
geldt het recht van de sterkste.

Mensenrechten zijn absoluut nodig
om een vrij en waardig leven te leiden.

Griekse filosofen dachten 2300 jaar geleden
al na over waarden zoals gelijkheid.

Mensenrechten zijn gebaseerd op gedeelde waarden
die al van oudsher een rol spelen.

Sinds 1948 zijn mensenrechten wereldwijd vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Je vindt ze terug in internationale verdragen en in de Grondwet.

Mensenrechten raken alle aspecten van ons leven.

Zo heb je bijvoorbeeld het recht op onderwijs.

Het recht op zorg als je ziek bent.

Het recht om gelijk behandeld te worden.

En het recht op privacy.

Alle mensenrechten zijn even belangrijk, en hangen met elkaar samen.

Het ene recht kan niet zonder het andere.

Je kunt je voorstellen dat als je niet naar school kunt,

het later ook een stuk lastiger wordt om een baan te vinden

en een woning te kunnen betalen.

Maar wie is er dan verantwoordelijk
voor de mensenrechten?

Het is de eindverantwoordelijkheid van de overheid om mensenrechten van iedereen te beschermen en ervoor te zorgen dat ze worden nageleefd.

Maar uiteindelijk hebben we allemaal
een rol om ze te beschermen en te bevorderen.

Ook bedrijven, organisaties, en jij en ik.

Mensenrechten blijven werk in uitvoering. 

En helaas gaat er in de praktijk wel eens wat mis.

Daar is wel iets aan te doen.

Je kunt bijvoorbeeld je
kiesrecht, demonstratierecht en je vrijheid van meningsuiting
gebruiken om voor mensenrechten op te komen.

Ook kun je naar de rechter stappen.

Je kunt andere mensen helpen in je omgeving of je als vrijwilliger aansluiten bij een organisatie die mensenrechten bevordert.

Samen zijn we verantwoordelijk voor het beschermen van mensenrechten.

En samen kunnen we ervoor zorgen dat deze universele rechten
voor iedereen werkelijkheid worden.

De animatie sluit af met het logo van het College voor de Rechten van de Mens en de tekst mensenrechten.nl.

Toezicht door de Verenigde Naties 

Universal Periodic Review (UPR) 

De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN) controleert sinds 2008 elke vier jaar de mensenrechtensituatie in de VN-lidstaten via de Universal Periodic Review (UPR). In Nederland heet dit proces ook wel het 'mensenrechtenexamen'. De leden van de Mensenrechtenraad en andere VN-lidstaten kunnen op basis van diverse rapportages vragen hoe de mensenrechtensituatie er in een bepaald land voor staat. De vragen zijn gericht op positieve ontwikkelingen en goede voorbeelden waar andere landen van kunnen leren. Ook vragen de lidstaten tijdens de zogenaamde UPR-dialoogsessie naar punten waar een land de mensenrechtensituatie nog kan verbeteren. Alle 193 lidstaten van de VN krijgen dit 'examen'.

Nederland en de UPR 

De UPR bestaat uit een aantal stappen. De overheid, ngo’s (niet-gouvernementele organisaties of goede-doelen-organisaties) en een mensenrechteninstituut van een land leveren een rapport in bij de VN. Van deze rapporten wordt een samenvatting gemaakt voor de andere landen in de raad. Hierdoor kunnen landen goede vragen stellen aan het land dat de UPR ondergaat. De vragenronde vindt plaats tijdens de UPR-dialoogsessie. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoordt deze vragen. Landen geven ook adviezen voor het verbeteren van de situatie in Nederland. Deze aanbevelingen neemt de Mensenrechtenraad al dan niet aan. 

Wat gebeurt er met de aanbevelingen van de UPR? 

De uiteindelijke aanbevelingen van de UPR zijn niet juridisch bindend. De Nederlandse overheid kan de aanbevelingen dus naast zich neerleggen. Als de overheid aanbevelingen wel accepteert, moeten we dit toelichten aan de VN. Daarna heeft de overheid vier jaar de tijd om de aanbevelingen om te zetten in beleid. Na vier jaar start een nieuwe UPR-cyclus van rapportages en dialoog. Twee jaar na de UPR-aanbevelingen mogen de overheid, het College van de Rechten van de Mens en de ngo’s een rapportage inleveren. Daarmee houden we de Mensenrechtenraad op de hoogte over de tussentijdse ontwikkelingen van de mensenrechtensituatie in Nederland en kan er discussie plaatsvinden in de Mensenrechtenraad over wat er nog (extra) moet gebeuren. 

Klachtenprocedures VN-Mensenrechtenraad 

Iedereen, waar ook ter wereld, mag een klacht  indienen bij de VN-Mensenrechtenraad over schendingen van de rechten van de mens in diens land. Het moet wel gaan over grove en systematische schendingen. Je kan geen klacht indienen over individuele gevallen. 

Klachtenprocedures VN-comités 

Iedereen, waar ook ter wereld, mag ook een klacht indienen bij een VN-comité, zoals het Comité inzake de uitbanning van vrouwendiscriminatie. In een individuele klachtenprocedure onderzoekt het comité of er sprake is van een schending van een verdrag in een bepaald land. De uitkomst van zo'n procedure is juridisch niet bindend. Er wordt wel van landen verwacht dat ze de aanbevelingen serieus nemen en opvolgen. Nederland heeft aan drie comités van de VN geen goedkeuring gegeven om individuele klachten in behandeling te nemen: CESCR, CRC en CRPD. 

Algemene aanbevelingen 

VN-verdragscomités kunnen ook algemene aanbevelingen geven. Deze General Comments geven een land meer duidelijkheid over de verplichtingen die het heeft om het verdragsartikel na te leven.  

Toezicht door de Raad van Europa 

Europees Hof voor de Rechten van de Mens 

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens houdt toezicht op het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Het Europese Hof behandelt hiervoor klachten van individuen tegen een land. Een persoon moet dan wel eerst alle mogelijke rechtsprocedures op nationaal niveau hebben doorlopen. De uitspraken van het Europese Hof zijn bindend. Landen zijn verplicht om maatregelen te nemen als een schending is geconstateerd. Het Comité van Ministers van de Raad van Europa controleert of landen die maatregelen ook echt nemen.  

Commissaris voor de Mensenrechten  

De Commissaris voor de Mensenrechten bezoekt alle landen van Europa en spreekt dan met regering, parlementsleden, ngo's en instituten, zoals het mensenrechteninstituut. Op basis hiervan geeft de Commisaris aanbevelingen aan een land om de mensenrechtensituatie verder te verbeteren. 

Europese Commissie tegen discriminatie en intolerantie  

De Europese Commissie tegen discriminatie en intolerantie (ECRI) geeft specifieke aanbevelingen aan landen. Daarnaast legt de Commissie in algemene aanbevelingen uit wat landen kunnen doen om hun beleid ter bestrijding van discriminatie te verbeteren. 

Europees Comité ter voorkoming van foltering  

Het Europees Comité ter voorkoming van foltering (CPT) bezoekt regelmatig alle landen. Het Comité inspecteert dan overheidsinrichtingen zoals politiecellen en gevangenissen. 

Europees Comité voor Sociale Rechten 

Het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) houdt toezicht op het Europees Sociaal Handvest (ESH). Nederland moet om de vier jaar rapporteren aan dit Comité. Verder behandelt het Comité klachten tegen alle landen. 

GREVIO 

De Groep van deskundigen inzake actie tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (GREVIO) houdt toezicht op de uitvoering van het gelijknamige verdrag. 

GRETA 

De Groep van deskundigen inzake actie tegen mensenhandel (GRETA) houdt toezicht op de uitvoering van het Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel.