De menselijke maat bij uitvoeringsorganisaties
Het ontbreken van de menselijke maat kan gevolgen hebben voor de mensenrechten van burgers. Op 25 februari 2021 verscheen het eindrapport van de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties (TCU): Klem tussen beleid en balie. De TCU concludeert dat eén op de vijf burgers onvoldoende uit de voeten kan met de bestaande regels. Het rapport van de TCU laat zien hoe belangrijk het is dat in alle stadia van het maken van wet- en regelgeving rekening wordt gehouden met de uitvoerbaarheid en gevolgen ervan voor burgers. En dat die burger ook wordt gehoord. Dat kan bijdragen aan een betere bescherming van mensenrechten.
Wat concludeert de TCU?
Het rapport beschrijft uitvoerig wat de gevolgen zijn voor de individuele burger als er bij het maken en uitvoeren van regels en beleid onvoldoende aandacht is voor de menselijke maat. De TCU wijst daarvoor verschillende oorzaken aan en doet aanbevelingen om de menselijke maat te waarborgen.
Een belangrijke conclusie in het rapport is dat regels vaak uitgaan van een grote mate van zelfredzaamheid van burgers. Dat brengt mensen die niet goed toegang hebben tot informatie over regels of hun rechten op voorzieningen in de problemen. De TCU roept op om veel meer aandacht te besteden aan de uitvoerbaarheid van regels, en voor de gevolgen die regels hebben voor burgers. Zo is een van de aanbevelingen van de TCU dat er bij het nagaan van de uitvoerbaarheid van regels voldoende aandacht komt voor het ‘doenvermogen’ van burgers. Dat betekent dat burgers niet alleen de wet moeten kennen, maar er ook naar moeten kunnen handelen. Niet iedereen kan dat onder alle omstandigheden. Met andere woorden: de overheid moet oog hebben voor de menselijke maat. Regels mogen niet zo ingewikkeld en moeilijk uitvoerbaar zijn, dat niet iedereen er in de praktijk mee uit de voeten kan. Het is daarbij van belang dat de Tweede Kamer direct contact heeft met (belangenbehartigers van) mensen op wie de regels en het beleid betrekking heeft.
De menselijke maat en mensenrechten
Mensenrechten geven een concrete invulling aan het begrip ‘de menselijke maat’. De menselijke maat staat of valt bij respect voor de menselijke waardigheid. De menselijke waardigheid zou dan ook een uitgangspunt dienen te zijn in het werk van de uitvoeringsorganisaties. Dat betekent onder meer een respectvolle behandeling van cliënten en zoals de TCU aanbeveelt de mogelijkheid om maatwerk te leveren. Het betekent ook dat toekomstige wetgeving niet meer zo dichtgetimmerd is dat uitvoeringsorganisaties onvoldoende rekening kunnen houden met situaties waarin de toepassing van een regel tot onwenselijke uitkomsten voor een burger leidt.
In een position paper dat het College op verzoek van de TCU eerder schreef, gaat het in op de menselijke maat vanuit het perspectief van de rechten van de mens. Het ging onder andere in op de menselijke waardigheid, het recht op informatie en het recht op gelijke behandeling en non-discriminatie.