Om etnisch profileren uit te bannen is juridische duidelijkheid nodig
Etnisch profileren is een onderwerp dat al langer in de aandacht staat. Ook in het kader van de Toeslagenaffaire wordt regelmatig gesproken over etnisch profileren. Het is echter niet altijd duidelijk wanneer het gebruik van risicoprofielen door overheidsinstanties leidt tot etnisch profileren. Om etnisch profileren uit te kunnen bannen, is het nodig om te weten waar de wettelijke grenzen liggen van het gebruik van etnische kenmerken in risicoprofielen. Het College voor de Rechten van de Mens vindt het belangrijk dat hierover meer juridische duidelijkheid komt.
Waarom is juridische duidelijkheid nodig?
Het is zaak dat etnisch profileren per direct wordt uitgebannen in Nederland. Om te beginnen bij de overheid. Dit is essentieel voor de aanpak van institutioneel racisme. Het College formuleerde eerder dit jaar vijf actiepunten voor het nieuwe kabinet om daadkrachtig op te treden tegen institutioneel racisme.
Om etnisch profileren door de overheid tegen te gaan is het nodig dat de klachtbehandeling ervan wordt verbeterd. Dat onderstreepte de Nationale ombudsman onlangs in zijn rapport ‘Verkleurde beelden’. Eveneens is het van belang om duidelijkheid te krijgen over of, en onder welke voorwaarden, etnische kenmerken in risicoprofielen van overheidsinstanties mogen worden gebruikt. Het College stelt vast dat die juridische duidelijkheid er nu niet is, maar dat er zowel bij het College als bij de rechter zaken aanhangig zijn die verdere duidelijkheid kunnen gaan verschaffen.
In een position paper stelt het College dat het juridische debat over het gebruik van etniciteit als selectiecriterium bij controles en toezicht niet moeten blijven steken in algemeenheden. Het risico daarop dreigt, omdat uit nationale en internationale rechterlijke uitspraken afgeleid zou kunnen worden dat het gebruik van etniciteit in een risicoprofiel geen probleem is, zolang binnen dat profiel ook andere factoren een rol spelen. Dat is volgens het College echter een misvatting. Het College meent dat het juridische debat rekening moet houden met situaties waarin etnische kenmerken in de praktijk toch de boventoon voeren in de selectie voor controles (ook als ze niet het enige selectiecriterium vormen). Ook onderstreept het College het belang van transparantie over en uitlegbaarheid van de criteria die een rol spelen binnen door overheidsinstanties gehanteerde risicoprofielen. Een risicoprofiel mag voor de burger geen ‘black box’ zijn.
Waarom maakt de overheid gebruik van risicoprofielen?
Bij het uitoefenen van controles en toezicht selecteren overheidsinstanties niet willekeurig, maar selectief. Dit is onvermijdelijk. Zij hebben nu eenmaal geen capaciteit om iedereen te controleren. Voor deze selectie maken overheidsinstanties, zoals de politie, Koninklijke Marechaussee, Belastingdienst, UWV en gemeenten, vaak gebruik van risicoprofielen. Deze profielen zijn bedoeld om beter en sneller risico’s in te kunnen schatten: welke kenmerken ‘voorspellen’ of iemand gaat frauderen, een strafbaar feit zal begaan of gevaar loopt? Die voorspellende criteria samen vormen een ‘risicoprofiel’.
Wat is etnisch profileren? En is het toegestaan?
Niet alle criteria mogen zomaar worden meegenomen in een risicoprofiel. Op basis van artikel 1 Grondwet en mensenrechtenverdragen moet iedereen gelijk behandeld worden ongeacht de godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of welke grond dan ook. Dit betekent dat overheidsinstanties mensen alleen mogen aanspreken en afrekenen op hun gedragingen, en niet op persoonskenmerken of identificatie als lid van een bepaalde bevolkingsgroep. Etnisch profileren verwijst naar het gebruik van etnische kenmerken als onderdeel van profileren of een risicoprofiel. Een erkende definitie van etnisch profileren is “het gebruik door overheidsinstanties van criteria als ras, huidskleur, taal, religie, nationaliteit of nationale of etnische afkomst bij de uitoefening van toezichts-, handhavings- en opsporingsbevoegdheden, zonder dat daarvoor een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat”. In geval van etnisch profileren worden mensen ongelijk behandeld zonder dat daar een goede reden voor is. Het is daarom verboden.
Komt etnisch profileren voor in Nederland?
Er is al lang aandacht voor het gebruik van etnische kenmerken in profielen van overheidsinstanties. Ook door overheidsinstanties zelf. In 2017 heeft de politie een handelingskader gemaakt om te voorkomen dat agenten (onbedoeld) burgers op etnische kenmerken selecteren bij ‘pro-actief controleren’. Desondanks komt etnisch profileren in de praktijk nog voor. Tegen de Koninklijke Marechaussee is een rechtszaak aangespannen, omdat zij etnische kenmerken een rol liet spelen in grenscontroles. Dit onderkent de Koninklijke Marechaussee ook. Bij de Toeslagenaffaire doemde eveneens een beeld op dat de etniciteit of (dubbele) nationaliteit van de ontvangers van kinderopvangtoeslag een rol speelden in de mate waarmee zij waren onderworpen aan fraudecontroles en terugvordering van toeslagen.
Wat doet het College?
Het College publiceert later dit jaar een handreiking voor uitvoeringsinstanties over het gebruik van etniciteit binnen risicoprofielen. Daarbij baseert het zich op relevante nationale en internationale oordelen van rechters en toezichthouders. Daarnaast kunnen mensen een melding maken of een klacht indienen bij het College wanneer zij denken gediscrimineerd te zijn. Het is ook mogelijk een klacht in te dienen tegen een overheidsinstantie.