Verkiezingen onvoldoende toegankelijk voor mensen met visuele of verstandelijke beperking
De verkiezingen in Nederland zijn onvoldoende toegankelijk voor mensen met een visuele beperking en mensen met een verstandelijke beperking. Beide groepen ervaren grote moeite met het lezen en invullen van het stembiljet en het lezen van praktische informatie over de verkiezingen. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het College voor de Rechten van de Mens.
Maatregelen om de toegankelijkheid van de verkiezingen te vergroten, zijn vooral gericht op mensen met een lichamelijke beperking, met name rolstoelgebruikers. Het onderzoek laat zien dat de toegankelijkheid voor mensen met een visuele of verstandelijke beperking achterblijft.
Stemmen met een visuele beperking
Ruim 30% van de blinden en slechtzienden die in het onderzoek zijn bevraagd, vond het over het geheel genomen moeilijk om zijn of haar stem uit te brengen tijdens de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen. Degenen die hebben gestemd, ondervonden vooral problemen bij het lezen van het stembiljet (81%) en het invullen ervan (67%). In totaal had negen van de tien moeite bij één of meerdere aspecten van het stemmen.
Daarnaast wisten niet alle stembureaumedewerkers dat mensen met een visuele beperking hulp mogen krijgen in het stemhokje en zelf mogen beslissen wie deze hulp geeft. Eén op de vijf blinden en slechtzienden die hebben gestemd, deed dit zonder hulp terwijl hij of zij dit wel nodig had.
Stemmen met een verstandelijke beperking
Voor mensen met een verstandelijke beperking vormde de voorbereiding een groot obstakel. De helft van hen heeft niet gestemd, ook niet via een volmacht. Het was voor hen bijvoorbeeld te lastig om de stempas of praktische informatie over het stemmen te begrijpen.
Van degenen die wel hebben gestemd, ondervond 40% problemen in het stemlokaal, met name bij het lezen, begrijpen en invullen van het stembiljet. Zij hadden graag hulp gekregen in het stemhokje, maar de wetgeving staat dit nog niet toe. Stemmen via een machtiging zien mensen met een licht verstandelijke beperking niet als oplossing, omdat zij net als ieder ander het recht willen uitoefenen om zelf hun stem uit te brengen.
Stemmen met een lichamelijke beperking of psychische aandoening
Ook mensen met een lichamelijke beperking ervoeren nog steeds drempels bij het uitbrengen van hun stem. Eén op de vijf stemmers met een lichamelijke beperking ondervond problemen bij minstens één onderdeel van het stemproces, zoals het invullen van het stembiljet en het betreden van het stemlokaal. Mensen met een psychische aandoening hadden relatief de minste problemen. Voor sommigen was bijvoorbeeld de grote hoeveelheid mensen in een kleine ruimte beangstigend.
Aanbevelingen voor toegankelijke verkiezingen
Het College roept de overheid, gemeenten en politieke partijen op om de toegankelijkheid van de verkiezingen te vergroten. Dat kan bijvoorbeeld door het stembiljet te vereenvoudigen en informatie over de verkiezingen in begrijpelijke taal beschikbaar te maken. Met name voor mensen met een visuele beperking is het belangrijk om alternatieve mogelijkheden te onderzoeken om te stemmen, zoals per post of met een stemcomputer.
Bij de instructie van stembureaumedewerkers is daarnaast extra aandacht nodig voor de regel dat mensen met een lichamelijke of visuele beperking hulp mogen krijgen in het stemhokje van een persoon naar keuze. Het College roept bovendien op om de Kieswet aan te passen, zodat hulp in het stemhokje ook voor mensen met een verstandelijke beperking mogelijk is. De gemeenteraadsverkiezingen zijn de eerste gelegenheid om de nodige aanpassingen door te voeren.
VN-verdrag handicap
Het College is toezichthouder op de naleving van het VN-verdrag handicap in Nederland. Dit verdrag bepaalt dat mensen met een beperking volwaardig aan de samenleving moeten kunnen deelnemen. Dit betekent ook dat zij zelfstandig hun stem moeten kunnen uitbrengen tijdens verkiezingen.