Voorgenomen subsidieregeling representatieve organisaties mensen met een beperking nog niet in lijn met het VN-verdrag handicap
Het College is positief over het voorstel voor een ministeriële regeling die subsidie mogelijk maakt voor belangenorganisaties voor mensen met een beperking. Deze regeling is van groot van belang voor de participatie van mensen met een beperking, een belangrijke verplichting van het VN-verdrag handicap. Wel had deze beter getoetst moeten worden aan het verdrag. Het College adviseert minister Helder de regeling alsnog in lijn te brengen met het verdrag.
Wat houdt het ontwerp voor de subsidieregeling in?
De regering wil vanaf 2024 tot 2028 geld beschikbaar stellen voor ‘patiënten- en gehandicaptenorganisaties’. Deze organisaties maken het mogelijk voor mensen met een beperking om zich te verenigen. Dat is cruciaal voor hen om te kunnen deelnemen aan de samenleving en om mee te denken met de overheid over nieuwe wet- en regelgeving, over beleid en de uitvoering daarvan.
Niet helemaal volgens VN-verdrag handicap
Het is dus heel belangrijk dat patiënten- en gehandicaptenorganisaties subsidie kunnen krijgen om hun werk te doen. Het idee ervan draagt dan ook bij aan de uitvoering van het VN-verdrag handicap. Toch is het de vraag voor het College of bij het maken van de subsidieregeling goed naar het verdrag is gekeken. Het College stuurde de minister een brief met enkele belangrijke aandachtspunten.
Zo vindt het College dat het in het voorstel van de regeling niet duidelijk is gemaakt hoe de regeling zorgdraagt voor een verscheidenheid aan organisaties van en voor mensen met een beperking, waaronder koepels, coalities of platformorganisaties en individuele organisaties.
Ook wordt er nog onvoldoende duidelijk gemaakt hoe de regeling zal zorgen dat organisaties die mensen met een beperking vertegenwoordigen en/of zich bezighouden met het VN-verdrag handicap hun rollen, taken én de intensieve inzet op ervaringsdeskundigheid kunnen vervullen.
Daarnaast is in de regeling niet duidelijk omschreven of en hoe deze tot stand is gekomen in nauw overleg met mensen met een beperking en hun organisaties.
Tot slot vindt het College het vanuit het verdrag belangrijk dat de naam van de regeling nog wordt aangepast. Het VN-verdrag handicap gaat uit van een sociaal model waarbij niemand zijn of haar handicap is. In plaats van ‘gehandicaptenorganisaties’ zou bijvoorbeeld ‘organisaties van mensen met een beperking’ een betere naamgeving zijn.
Handreiking Wetgeving en het VN-verdrag handicap
Om wetten en regels te helpen voldoen aan het VN-verdrag handicap publiceerde het College vorig jaar de handreiking Wetgeving en het VN-verdrag handicap. Wanneer de overheid werkt aan nieuwe wetten en regels kan ze met hulp van de handreiking drie vaste onderdelen doorlopen: de grondbeginselencheck, de rechten- en verplichtingencheck en de coördinatiecheck.