Zwangerschapsdiscriminatie: vier oordelen en resultaten meldpunt bekend

Zwangerschapsdiscriminatie: werkgevers die vrouwen vanwege hun zwangerschap of pril moederschap ongelijk behandelen, is een groot probleem op de arbeidsmarkt. Het College voor de Rechten van de Mens behandelde donderdag 18 mei vier zaken rondom dit onderwerp. In twee van de vier zaken luidt het oordeel dat de organisatie geen verboden onderscheid maakte. De andere twee werkgevers maakten volgens het College wel verboden onderscheid op grond van geslacht. Kort na de zitting van 18 mei werd het meldpunt zwangerschapsdiscriminatie geopend. Sinds 22 mei zijn daar zo’n 550 meldingen binnengekomen.

De eerste zitting betrof de zaak tegen arbeidsbemiddelaar OnlyHuman B.V. waarbij verzoekster stelde dat zij tijdens haar proeftijd is ontslagen, nadat zij aangaf zwanger te zijn. Hoewel OnlyHuman vond dat de vrouw onvoldoende functioneerde, heeft het bedrijf dit punt niet voldoende kunnen onderbouwen. Het College oordeelt daarom dat OnlyHuman de vrouw discrimineerde op grond van zwangerschap en moederschap.

Florein Zorg B.V.

In de tweede zaak stelde de verzoekster dat zorginstelling Florein Zorg B.V. haar contract niet verlengde vanwege haar zwangerschap. De vrouw meldde zich ziek en de zorginstelling beëindigde daarop haar contract.Hoewel volgens Florein de ziekmelding niet de enige reden voor ontslag was, oordeelt het College toch dat zij de vrouw wel discrimineerde op grond van geslacht omdat de zwangerschap gerelateerde ziekmelding van de vrouw duidelijk een rol speelde bij het ontslagbesluit.

Stichting Hanzehogeschool

In de zaak tegen de Stichting Hanzehogeschool waarbij verzoekster stelde dat haar contract niet werd verlengd vanwege haar zwangerschapsverlof, oordeelt het College dat er geen sprake is van discriminatie op grond van geslacht. De hogeschool gaf aan het contract te hebben beëindigd omdat de vrouw een opleiding niet volgde en niet goed genoeg functioneerde. De verzoekster vond dat ze de opleiding niet kon volgen door haar zwangerschapsverlof en zag dit daarom als discriminatie. Het College vindt het echter doorslaggevend dat Hanzehogeschool twijfels had over het functioneren van de vrouw.

The Kooples

De vierde en laatste zitting betrof de zaak tegen modezaak The Kooples B.V. De vrouw stelde dat de modezaak haar contract niet verlengde vanwege haar zwangerschap. Volgens The Kooples had dit echte te maken met ontevredenheid over haar functioneren. Een mystery shopper beoordeelde dat en ook bleken haar verkoopprestaties te zijn gedaald. De vrouw verwees naar een verslag van een gesprek met haar manager, echter bleek dat verslag geantedateerd. Het College oordeelde daarom dat The Kooples de vrouw niet op grond van haar geslacht discrimineerde.

Resultaten meldpunt zwangerschapsdiscriminatie

Het College zet zich in om zwangerschapsdiscriminatie te verminderen. Daarvoor is het belangrijk om meer inzicht in de aard en omvang van dit probleem te krijgen. Op het meldpunt dat het College in dit kader opende, blijkt dat vooral vrouwen met een tijdelijk of flexibel contract te maken hebben gehad met mogelijke zwangerschapsdiscriminatie. Deze cijfers gelden vooral voor een direct dienstverband bij de werkgever. Echter, ook vrouwen die via een uitzend- of detacheringsconstructie werkten, hebben hiermee te maken gehad. In een periode van twee weken kwamen ruim 550 meldingen op het meldpunt binnen.

Vervolg

Met de meldingen die binnen kwamen en nog komen, hoopt het College beter zicht te krijgen op de risico’s die vrouwen lopen. Ook de consequenties van een niet-verlengd contract en de oorzaken van zwangerschapsdiscriminatie bij tijdelijke en flexibele contracten zullen worden bekeken. De meldingen zijn belangrijke signalen die wijzen op het probleem dat zwangere vrouwen en prille moeders nog te vaak ondervinden op de arbeidsmarkt. Na een verdere analyse bepaalt het College welke vervolgacties nodig zijn. Het hoge aantal meldingen dat in relatief korte tijd binnen kwam, onderstreept de urgentie van het probleem. Ook maakt dit duidelijk dat de huidige aanpak van zwangerschapsdiscriminatie verder moet worden aangescherpt.

Verantwoordelijkheid

Werkgevers maar ook uitzend- en bemiddelingsbureaus hebben een eigen verantwoordelijkheid om niet in strijd met de gelijke behandelingswetgeving te handelen. Dit betekent onder andere dat zij, wanneer er aanwijzingen zijn dat er mogelijk sprake is van ongelijke behandeling door de inlener of opdrachtgever, dit moeten onderzoeken. Ook moeten zij inleners of opdrachtgevers erop aanspreken als zij zich schuldig maken aan discriminatie.

Aanpak zwangerschapsdiscriminatie

Eind maart 2017 heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een Actieplan zwangerschapsdiscriminatie gelanceerd. Daarmee is gehoor gegeven aan de oproep van het College voor de Rechten van de Mens om zwangerschapsdiscriminatie structureel aan te pakken. Nog altijd heeft 43% van de vrouwen hiermee te maken. Het actieplan is een belangrijke stap waarmee de overheid erkent dat zwangerschapsdiscriminatie een maatschappelijk probleem is. Met deze nieuwe meldingen kan inzicht worden verkregen in de problemen. Daarnaast is het belangrijk dat werkgevers en uitzendbureaus ook actie ondernemen. Het College blijft toezicht houden op de ontwikkelingen en gaat in gesprek met overheid, met werkgevers maar ook met andere instanties die betrokken zijn bij dit probleem.

Vrouwen die zwangerschapsdiscriminatie meemaken kunnen dit bij het College blijven melden

Bij wet verboden

Jaarlijks hebben bijna 65.000 vrouwen met zwangerschapsdiscriminatie te maken. Sommigen verliezen er zelfs hun baan door. En dat in een periode waarin financiële zekerheid zo belangrijk is. Ook zwangere vrouwen hebben recht op gelijke behandeling, zo stelt de Algemene wet gelijke behandeling. Een werkgever mag een arbeidsverhouding niet beëindigen vanwege een zwangerschap. Dat betekent ook dat bij de afloop van een tijdelijk contract, een zwangerschap niet de reden of ook niet één van de redenen mag zijn om het contract niet te verlengen.