Duurzame ontwikkelingsdoelen: het gaat goed met Nederland maar niet voor iedereen, armoede en genderongelijkheid vereisen aandacht
'Nederland ontwikkelt Duurzaam', de derde Nederlandse rapportage over de zogenoemde Sustainable Development Goals (SDGs), is op Verantwoordingsdag, woensdag 15 mei 2019, aangeboden aan de Tweede Kamer. Het College voor de Rechten van de Mens is één van de organisaties die een bijdrage leverde aan deze rapportage. Het College keek naar de doelen: beëindig armoede overal en in al haar vormen (SDG 1) en Bereik gendergelijkheid en empowerment voor alle vrouwen en meisjes (SDG 5).
In de derde SDG-rapportage is te lezen hoe Nederland ervoor staat bij het behalen van de door de Verenigde Naties aangenomen doelen die wereldwijd voor 2030 een eind moet maken aan armoede, ongelijkheid en klimaatverandering. Deze zeventien doelen gelden ook voor Nederland. Gelijktijdig met de SDG-rapportage werd ook de CBS-monitor 'Brede welvaart' overhandigd aan de Tweede Kamer.
De SDGs zijn gegrond op de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en andere internationale mensenrechtenverdragen. Ze streven dan ook hetzelfde doel na: het verwezenlijken van menselijke waardigheid. De Nederlandse overheid, maatschappelijke partijen en het bedrijfsleven voeren de SDG-agenda uit.
Nationale mensenrechteninstellingen, zoals het College voor de Rechten van de Mens in Nederland, kunnen een rol spelen bij het toezicht op deze agenda. Het College gaat in zijn bijdrage aan de rapportage in op twee SDGs waarvan het behalen in Nederland onder druk staat, te weten: beëindig armoede overal en in al haar vormen (SDG 1) en bereik gendergelijkheid en empowerment voor alle vrouwen en meisjes (SDG 5).
Hieronder leest u de bijdrage College voor de Rechten van de Mens aan de Derde Nederlandse SDG-rapportage:
SDG 1: Beëindig armoede overal en in al haar vormen
In vergelijking met andere landen ‘scoort’ Nederland niet slecht op armoede. Echter, de SDGs gaan over de ontwikkeling in Nederland. In Nederland heeft economische groei nauwelijks positieve gevolgen gehad voor een grote groep mensen die in (relatieve) armoede leeft.
Het Centraal Planbureau (CPB), Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), reageerden in een gezamenlijke brief aan de Eerste en Tweede Kamer op de CBS-monitor. Zij geven aan dat: "Beleidsmakers zich niet moeten ‘blindstaren op gemiddelden, maar ook oog hebben voor de spreiding en clustering van negatieve scores binnen bepaalde groepen."
Voor bepaalde bevolkingsgroepen is er sprake van stagnerende cijfers, zelfs een negatieve ontwikkeling wat betreft armoede. Zij beschikken over onvoldoende inkomen om het consumptieniveau te halen dat voor Nederlandse begrippen minimaal noodzakelijk is. De groeiende groep ZZP-ers en mensen met een flexcontract lopen een groter risico op armoede. Met name problematisch is de stijging van het aantal mensen dat in langdurige armoede leeft. Bepaalde groepen waaronder laagopgeleide mensen, bijstandsontvangers, eenoudergezinnen met minderjarige kinderen, alleenstaanden beneden AOW-leeftijd en kinderen, worden buitensporig getroffen.
Armoede is meer dan alleen beperkte financiële middelen. Armoede is het gevolg en de oorzaak van problemen met het kunnen realiseren van mensenrechten op andere gebieden, zoals arbeid, gezondheid, huisvesting en onderwijs. Daarmee hangen inspanningen op SDG 1 samen met vrijwel alle andere SDGs.
In Caribisch Nederland is armoede een nog groter probleem. Anders dan in Europees Nederland is in de overzeese gebieden geen sprake van een sociaal minimum inkomen. Armoede hangt in de overzeese gebieden samen met meer problemen zoals huiselijk geweld en zedendelicten.
SDG 5: Bereik gendergelijkheid en empowerment voor alle vrouwen en meisjes
Verschillende metingen tonen aan dat genderongelijkheid een hardnekkig probleem is in Nederland. Zwangerschapsdiscriminatie en discriminatie vanwege moederschap zijn een wijdverbreid probleem voor vrouwen op de werkvloer en op de arbeidsmarkt. Verder worden vrouwen nog vaak minder betaald dan mannen voor hetzelfde werk.
Het Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie 2018-2021 van staatssecretaris Van Ark is een positieve stap maar het ontbreekt nog aan concrete, meetbare doelstellingen. Het bereiken van de doelen van SDG 5 vereist meer actie met betrekking tot huiselijk geweld in Nederland.
In lijn met het Verdrag van Istanbul is aandacht nodig voor de structurele oorzaken van geweld tegen meisjes en vrouwen, zoals stereotypen over de rol van mannen en vrouwen in de samenleving, en de balans van macht. Meisjes en vrouwen met een beperking vormen een bijzonder kwetsbare groep maar specifieke data ontbreekt.
Geweld tegen vrouwen is wijdverspreid in Caribisch Nederland en hangt nauw samen met armoede (SDG 1). Beleid en regelgeving blijken daar vaak te ontbreken. Zo wordt het Verdrag van Istanbul niet geïmplementeerd in Caribisch Nederland. Het ontbreekt aan voldoende opvangcapaciteit voor slachtoffers van huiselijk geweld, goede zorg voor slachtoffers en aandacht voor huwelijkse gevangenschap en slachtoffers zonder geldige verblijfstitel.
Sustainable Development Goals:
In 2015 hebben 193 regeringsleiders afgesproken dat de VN-lidstaten, dus ook Nederland, voor 2030 de volgende duurzame ontwikkelingendoelen willen realiseren:
- Beëindig armoede overal en in al haar vormen.
- Beëindig honger, bereik voedselzekerheid en verbeterde voeding en promoot duurzame landbouw.
- Verzeker een goede gezondheid en promoot welvaart voor alle leeftijden.
- Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang leren voor iedereen.
- Bereik gendergelijkheid en empowerment voor alle vrouwen en meisjes.
- Verzeker toegang tot duurzaam beheer van water en sanitatie voor iedereen.
- Verzeker toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen.
- Bevorder aanhoudende, inclusieve en duurzame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor iedereen.
- Bouw veerkrachtige infrastructuur, bevorder inclusieve en duurzame industrialisering en stimuleer innovatie.
- Dring ongelijkheid in en tussen landen terug.
- Maak steden en menselijke nederzettingen inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam.
- Verzeker duurzame consumptie- en productiepatronen.
- Neem dringend actie om klimaatverandering en haar impact te bestrijden.
- Behoud en maak duurzaam gebruik van de oceanen, de zeeën en de maritieme hulpbronnen.
- Bescherm, herstel en bevorder het duurzaam gebruik van ecosystemen, beheer bossen duurzaam, bestrijd woestijnvorming en landdegradatie en draai het terug en roep het verlies aan biodiversiteit een halt toe.
- Bevorder vreedzame en inclusieve samenlevingen met het oog op duurzame ontwikkeling, verzeker toegang tot justitie voor iedereen en creëer op alle niveaus doeltreffende, verantwoordelijke en open instellingen.
- Versterk de implementatiemiddelen en revitaliseer het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling.
De derde Nederlandse SDG-rapportage is gezamenlijk opgesteld door de Rijksoverheid, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), mede namens het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW) voor de decentrale overheden, VNO-NCW, MKB-Nederland en Global Compact Netwerk Nederland voor het bedrijfsleven en de financiële instellingen, Partos voor het maatschappelijk middenveld, NWO-WOTRO voor de kennisinstellingen en de Nationale Jeugdraad (NJR) voor de jongerenorganisaties en het College voor de rechten van de Mens.