Hoewel Nederland tot de rijkste landen van Europa behoort, leven veel mensen in armoede. Het gaat verder dan een gebrek aan geld, want het raakt verschillende delen van je leven. Daarom is er een beleid nodig waarin mensenrechten centraal staan.
Ook in Caribisch Nederland is sprake van armoede. De eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba maken sinds 2010 deel uit van Nederland, maar het welzijn en de welvaart van de inwoners van de eilanden is nog niet op het niveau van Europees Nederland.
Structurele aandacht voor mensen in armoede en mensen die met hun inkomen vlak boven de armoedegrens zitten blijft hard nodig. Steeds meer huishoudens voelen de prijsstijgingen in hun leven. Zeker mensen die nu al moeilijk rondkomen.
Mensenrechten in de praktijk
Mensen kunnen in armoede komen door veranderingen in hun leven, zoals het verlies van werk of een echtscheiding. Armoede kan ook het gevolg zijn van onvoldoende bescherming van de rechten van mensen. Mensen kunnen niet genoeg inkomen hebben voor boodschappen en de energierekening, maar kunnen ook minder deelnemen aan sociale activiteiten. Het gaat vaak gepaard met stress, schaamte, eenzaamheid en depressies.
Uiteindelijk kan langdurige armoede en grote sociale ongelijkheid binnen onze samenleving leiden tot meer maatschappelijke onvrede en wantrouwen in instituties, zoals de overheid. Dat zijn gevolgen die onze samenleving als geheel raken.
Armoede raakt het recht op gelijkheid en non-discriminatie, recht op een behoorlijke levensstandaard, recht op gezondheid, recht op huisvesting, recht op onderwijs, recht op arbeid, recht op participatie en rechtsbescherming.
Hoe beïnvloedt armoede mensenrechten? En andersom?
Als je discriminatie ervaart, loop je een groter risico om in armoede te belanden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je geen baan kunt vinden vanwege discriminatie op basis van je afkomst of beperking.
Andersom is het ook zo. Als je in armoede leeft, zul je eerder gevoelens van uitsluiting ervaren. Vaak als gevolg van de manier waarop anderen met je omgaan. Het lijkt dan alsof armoede alleen jouw eigen schuld is.
Als je minder kunt meedoen in onze samenleving, kun je het gevoel hebben dat je er niet bij hoort. Bijvoorbeeld de bus nemen voor een familiebezoek, bij een buurtinitiatief zijn die geld kost of op een sport gaan. Deze activiteiten kunnen vaak niet als je in armoede leeft.
Andersom is het ook zo. Als je minder kunt meedoen, wordt je sociale netwerk kleiner. Hierdoor wordt het lastiger om uit armoede te komen. Als niemand om jouw mening vraagt, heb je ook geen invloed op het beleid dat bepaalt hoe jouw leven eruitziet.
Als je in armoede leeft, is het moeilijker om je recht te halen. Je kunt bijvoorbeeld geen dure advocaat betalen. Ook kan het zijn dat je zoveel zorgen hebt, dat je geen tijd hebt om uit te zoeken waar je eigenlijk allemaal recht op hebt.
Andersom is het ook zo. Als je minder gebruik kunt maken van je recht, kom je sneller in armoede. Bijvoorbeeld als je niet weet bij welk juridisch loket je moet zijn, niet goed overweg kunt met computers, niet goed kunt lezen, of niemand om hulp kunt vragen.
Armoede veroorzaakt stress en dat kan je gezondheid beïnvloeden. Je kunt bijvoorbeeld een ongezond voedingspatroon krijgen en medische zorg vermijden. Mensen in armoede leven doorgaans korter en hebben vaker een slechtere gezondheid.
Andersom is het ook zo. Gezondheidsproblemen kunnen ook leiden tot armoede. Bijvoorbeeld als je hoge energierekeningen hebt, omdat je een medisch apparaat nodig hebt dat veel stroom verbruikt. Of als je door een beperking niet kunt werken.
Als je werkt, kun je ook in armoede terechtkomen. Sommige mensen die werken kunnen niet rondkomen. Dit komt vaak door een onzeker arbeidscontract, slecht betaalde baan, of het risico op onveilige en ongezonde arbeidsomstandigheden.
Andersom is het ook zo. Armoede heeft invloed op de mogelijkheid om werk te vinden. Als je bijvoorbeeld in de bijstand zit, is je sociale netwerk vaak kleiner of minder relevant. Ook kan het zijn dat je vaardigheden zijn verouderd, waardoor je minder snel een baan vindt.
Armoede raakt de behoorlijke levensstandaard. Als je onder het minimuminkomen leeft, kun je bijvoorbeeld niet alle boodschappen betalen die je nodig hebt, je woning onderhouden of verbeteren of je versleten kleding of apparaten vervangen.
Andersom is het ook zo. Bijvoorbeeld door een ongezond voedingspatroon of wonen in een huis waar het tocht. Dit zorgt voor problemen met je gezondheid. Of geen nette kleding meer hebben, waardoor het vinden of behouden van een baan lastig is.
Kinderen in armoede kunnen niet altijd ontbijten. Als je met honger naar school gaat, heb je minder energie voor je concentratie. Daardoor kun je meer moeite hebben met het leren van bijvoorbeeld lezen en schrijven.
Andersom is het ook zo. Als je geen toegang tot kwalitatief en betaalbaar onderwijs hebt gehad, kun je meer moeite hebben met sollicitaties. Bijvoorbeeld doordat je bepaalde vaardigheden mist voor een baan die je graag wilt.
Mensen in armoede raken vaker dakloos en belanden vaker in opvangcentra. Je kunt bijvoorbeeld je huur of hypotheek niet meer betalen. Soms kies je ervoor om in de opvang te blijven, omdat je geen permanente woning kunt vinden.
Andersom is het ook zo. Een onveilige woning kan bijvoorbeeld leiden tot concentratieproblemen, waardoor jij je baan kunt verliezen. Ook is weten waar je slaapt en dat jij, je familie en bezittingen veilig zijn, belangrijk om in waardigheid te kunnen leven.
Activiteiten van het College
Het leven in armoede is een acuut probleem en dat vraagt om onmiddellijke actie. Armoede stoppen waar deze nog voorkomt en voorkomen waar die dreigt te ontstaan. Dat is een verplichting van de overheid.