Armoede bestrijden? Praat met mensen in armoede
Verdieping
“Ik probeer mij de situatie voor te stellen van een alleenstaande moeder die zo krap bij kas zit, dat ze haar kind zonder ontbijt naar school moet sturen. Bittere armoede. Wat heeft zij nodig om uit deze situatie te komen? Een vraag waarop zij zonder twijfel een antwoord heeft, maar wordt die vraag ook echt gesteld? Het is van groot belang dat beleidsmakers in gesprek komen met mensen in armoede", legt voorzitter Jacobine Geel uit. Het College voor de Rechten van de Mens hamert op participatie: hulpverleners en mensen in armoede moeten aan tafel zitten. Anders is het niet mogelijk om armoede effectief te bestrijden. Niet hier en niet in Caribisch Nederland.
In het kort
-
Armoede is een groot en groeiend probleem, zowel in Europees als Caribisch Nederland. De overheid richt zich nu vooral op financiële compensaties, terwijl armoede meer is dan een gebrek aan geld.
-
Mensenrechten moeten centraal staan in armoedebeleid, want er is een wisselwerking tussen armoede en mensenrechten. Bijvoorbeeld het recht op gelijkheid en non-discriminatie, onderwijs, huisvesting, arbeid en gezondheid.
-
Armoede kan alleen worden bestreden als mensen in armoede en hulpverleners mee kunnen praten over armoedebeleid. Zij kennen de problemen en hebben goede ideeën over oplossingen.
Armoede is een acuut probleem dat vraagt om onmiddellijke actie
Door de inflatie, in het bijzonder de stijgende kosten voor boodschappen, brandstof en energie, gaat de koopkracht hard achteruit en neemt armoede toe in Nederland. Hierdoor komen meer dan 800.000 mensen onder de armoedegrens. Zo'n 220.000 kinderen leven in armoede, van wie iets minder dan de helft langdurig. Zij kunnen niet mee op schoolreis of kunnen niet op een sportclub.
Ook in Caribisch Nederland is sprake van toenemende armoede. Inwoners van de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba hebben (veel) minder te besteden dan inwoners van Europees Nederland. Bijna de helft van de BES-inwoners leeft in armoede.
Veel mensen hebben het op dit moment zwaar in onze samenleving. Nederlanders vinden dat armoedebestrijding dan ook topprioriteit moet zijn.
Participatie is nodig voor een effectief armoedebeleid
Armoedebeleid kan alleen effectief zijn als het samen gemaakt wordt met ervaringsdeskundigen en het maatschappelijk middenveld: mensen die weten hoe het is om arm te zijn en hulpverleners die in nauw contact staan met diverse gemeenschappen. Zo kunnen mensen in armoede en hulpverleners meepraten over problemen en meebeslissen over oplossingen. Zij zijn dan een gelijkwaardige gesprekspartner en vervullen een belangrijke signalerings- en doorverwijsfunctie.
Steeds meer ambtenaren praten met ervaringsdeskundigen en hulpverleners voordat ze beleid maken. “Dit is een goede ontwikkeling, maar we zien nog ruimte voor verbetering. Belangrijk is om op meerdere momenten met ervaringsdeskundigen te praten: voordat je beleid maakt, als je beleid hebt gemaakt en wil weten of het ook in de praktijk werkt en naderhand wanneer de effectiviteit wordt geëvalueerd”, bepleit Geel.
En je moet als ambtenaar kunnen laten zien dat de inzichten die je opdoet tijdens dit soort gesprekken terugkomen in beleid. Dat is de enige manier waarop ervaringsdeskundigen en hulpverleners kunnen weten dat praten met ambtenaren zin heeft. Niet elke wens of aanbeveling hoeft terug te komen, maar er is altijd iets dat een ambtenaar kan gebruiken om zijn beleid te verbeteren.
Geef extra aandacht aan participatie van risicogroepen
In een effectief armoedebeleid is bijzondere aandacht nodig voor risicogroepen. Bijvoorbeeld eenoudergezinnen, zoals alleenstaande moeders met kinderen, maar ook mensen met een migratieachtergrond, mensen die bijstand ontvangen en mensen met een beperking. Daarnaast is er een toenemende groep werkenden in loondienst en zelfstandigen die in armoede komt of dreigt te komen. Al deze mensen moeten betrokken worden, omdat ze uit zichzelf niet zo snel mee zouden doen.
De overheid moet maatregelen treffen die de toegang tot participatie garanderen en obstakels voor toegang wegnemen, voor alle doelgroepen, en risicogroepen in het bijzonder. Participatie gaat verder dan ‘mogen’ participeren. De overheid moet zorgen dat hulpverleners en mensen in armoede daadwerkelijk ‘kunnen’ participeren. Om dit te realiseren zijn mogelijk extra investeringen nodig. Op deze manier voelen mensen in armoede dat er daadwerkelijk naar hen geluisterd wordt; dat besluiten met hen en niet voor hen worden genomen.
Armoede heeft een directe wisselwerking met mensenrechten
Er is een directe wisselwerking tussen armoede en mensenrechten. Door armoede komen mensenrechten onder druk te staan. En andersom geldt dat ook: staan je mensenrechten onder druk? Dan is de kans dat je arm wordt groter.
Armoede reikt veel verder dan enkel een gebrek aan geld; het heeft invloed op het hele leven en de mate waarin iemand mee kan doen in onze samenleving. Met andere woorden: armoede verhoogt het risico op sociale uitsluiting en algehele sociale achterstand.
Lees meer op onze themapagina over armoede waar we laten zie hoe die wisselwerking precies in elkaar zit. Op deze pagina leggen we per mensenrecht uit hoe dat invloed heeft op armoede en andersom: hoe armoede invloed heeft op dat specifieke mensenrecht.
Mensenrechten als uitgangspunt voor effectief armoedebeleid
Mensenrechten moeten het uitgangspunt zijn bij de ontwikkeling van armoedebeleid. Er is een integrale aanpak nodig waaraan beginselen als ‘menselijke waardigheid’, ‘autonomie’, ‘gelijkheid en non-discriminatie', ‘participatie’ en ‘rechtsbescherming’ ten grondslag liggen.
Lees meer in ons rapport over armoede, sociale uitsluiting en mensenrechten in Nederland. In het rapport leggen we uit waarom armoede een probleem is in Nederland en hoe je het zou kunnen aanpakken door het op meerdere vlakken tegelijk te bestrijden.
Iedereen heeft recht op bescherming tegen armoede en sociale uitsluiting, zegt het Europees Sociaal Handvest (ESH). De overheid vervult een cruciale rol in de bescherming van mensenrechten en alle bestuurslagen dragen deze verantwoordelijkheid. Ambtenaren die in direct contact staan met mensen in armoede hebben een bijzondere rol. Zij komen in hun dagelijkse werk in aanraking met mensenrechtelijke vraagstukken. Deze ambtenaren hebben een sleutelpositie bij de implementatie van mensenrechten in de praktijk.