Zeven vragen en antwoorden over de voorgestelde wijziging in de Transgenderwet
Binnenkort praat de Tweede Kamer over een voorgestelde wijziging in de Transgenderwet. Het doel van die wetswijziging is om het gemakkelijker te maken voor mensen om de geslachtsaanduiding waarmee zij geregistreerd staan in de Basisregistratie Personen (BRP) te wijzigen. Deze juridische aanpassing van het geboortegeslacht zal er aan bijdragen dat zij zichzelf kunnen zijn. Daarnaast kunnen meer kennis en bewustwording bijdragen aan de maatschappelijke acceptatie van transgender personen en intersekse personen*. Het College beantwoordt zeven vragen over het belang en de gevolgen van de wijziging in de Transgenderwet.
* Transgender personen zijn mensen die een verschil ervaren tussen hun beleving of expressie van gender en het geslacht dat hen bij de geboorte is toegekend. Intersekse personen zijn geboren met een lichaam dat biologisch gezien niet voldoet aan de standaard definitie van vrouw of man
Steeds aan vreemden moeten uitleggen waarom je geslachtsaanduiding niet past bij je uiterlijk tast het recht aan op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en menselijke waardigheid.
Wat heeft dit met mensenrechten te maken?
Mensen bij wie de geslachtsaanduiding in de BRP niet overeenkomt met het geslacht waarmee zij zich identificeren, kunnen tegen verschillende problemen aanlopen. Als zij zich bij een instantie zoals een ziekenhuis of bij de aanvraag van een hypotheek moeten legitimeren, moeten zij steeds aan vreemden uitleggen waarom hun geslachtsaanduiding niet past bij hun uiterlijk. Dat tast hun recht aan op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en hun menselijke waardigheid. Er kunnen risico’s zijn voor hun veiligheid, bijvoorbeeld als zij zich moeten legitimeren bij het binnentreden van een horecagelegenheid, of bij het kopen van alcohol. Veel trans personen krijgen hierdoor te maken met agressie en geweld, juist in de openbare ruimte. Iedereen heeft het recht om veilig zichzelf te zijn in het openbaar. Het makkelijker maken van het aanpassen van het juridische geslacht draagt hieraan bij.
Lees meer in de jaarrapportage ‘Veilig jezelf zijn in het openbaar'(2019)
Waarom moet de huidige wet aangepast worden?
Met het wetsvoorstel vervalt de eis van het overleggen van een deskundigenverklaring. Op dit moment moeten mensen die hun geslacht in de BRP willen laten aanpassen een deskundigenverklaring laten zien. Een arts of psycholoog moet dan de diagnose stellen dat er een duidelijke en aanhoudende ongelijkheid is tussen iemands ervaren gender en geslacht. Zo’n deskundigenverklaring kost veel geld, en de wachtlijsten bij genderklinieken zijn erg lang. Hierdoor staat het recht van trans personen op persoonlijke autonomie onder druk. Door de eis van een deskundigenverklaring te laten vervallen, is zelfidentificatie voldoende voor een aanpassing van de BRP. Dat is in overeenstemming met de zogenaamde Yogyakarta beginselen waarin staten worden aangespoord ervoor te zorgen dat voor de wijziging van het geslacht in officiële documenten geen voorwaarden gelden. Zoals leeftijd, een psychische diagnose of de opinie van een ander.
Wat zijn de Yogyakarta beginselen?
De Yogyakarta-beginselen zijn opgesteld door onafhankelijke deskundigen en passen bestaande mensenrechten toe op kwesties van seksuele gerichtheid en genderidentiteit. De beginselen hebben daarmee niet de juridische status die vergelijkbaar is met een verdrag. Dat wil zeggen dat de beginselen als zodanig niet juridisch bindend zijn. Ze zijn wel een zeer een gezaghebbende uitleg van normen die wél juridisch bindend zijn en vormen een belangrijke bron van interpretatie (Jurisprudential Annotations to the Yogyakarta Principles) van deze normen door nationale en internationale rechters en quasi-rechterlijke instanties zoals de VN-verdragscomités.
De wijziging van de Transgenderwet introduceert niets nieuws, maar het maakt het proces alleen makkelijker en laagdrempeliger.
Kan iedereen zichzelf straks dan zomaar een man of vrouw noemen en het geslacht in hun paspoort wijzigen?
Het klopt dat het in theorie voor iedereen mogelijk is om de geslachtsaanduiding in het paspoort en andere identiteitsbewijzen te laten aanpassen. Dit kon echter al: sinds de inwerkingtreding van de Transgenderwet op 1 juli 2014 kunnen mensen hun juridische geslacht laten wijzigen van ‘vrouw’ naar ‘man’ en van ‘man’ naar ‘vrouw’, of van ‘onbepaald’ naar ‘vrouw’ of ‘man’. De wijziging van de Transgenderwet introduceert dus niets nieuws, maar het maakt het proces alleen makkelijker en laagdrempeliger. Op die manier kan iedereen die zich als man of vrouw identificeert hun juridische geslacht in overeenstemming brengen met hun genderidentiteit.
Kan er dan geen misbruik worden gemaakt van de eenvoudigere procedure om het geslacht te laten wijzigen?
Uit reacties die het College krijgt op de oordelen in zaken over discriminatie van trans personen, blijkt dat de kwestie van zelfidentificatie vragen en bezorgdheid oproept. Het klopt dat het in theorie mogelijk is voor een man met kwaad in de zin om zich als vrouw te laten registreren. Met als doel in privéruimtes van vrouwen te komen, zoals het damestoilet of een kleedkamer, en hen daar lastig te vallen. Er zijn echter geen aanwijzingen dat er een verband is tussen dergelijk gedrag en de mogelijkheid het geslacht juridisch te wijzigen. Ook niet uit landen waar dit al langer mogelijk is.
Verhalen over misbruik zijn volgens de VN-rapporteur voor de mensenrechten van LHBTI-personen gebaseerd op anekdotes die diepgeworteld zijn in discriminerende stereotypen over trans personen.
Bovendien speelt in dit scenario een heel ander probleem, namelijk dat van geweld tegen vrouwen. Geweld tegen vrouwen is een maatschappelijk probleem dat voortvarend moet worden aangepakt. Dat kan niet worden opgelost door de rechten van trans personen in te perken. Dat geldt temeer nu trans personen, en in het bijzonder trans vrouwen, zelf bovengemiddeld vaak slachtoffer worden van geweld. Transgender vrouwen en cisgender* vrouwen hebben dus een gedeeld belang, namelijk het terugdringen van geweld tegen vrouwen en het creeëren van een samenleving waarin iedereen veilig zichzelf kan zijn, zowel binnenshuis als buitenshuis. Transrechten en vrouwenrechten staan dan ook niet haaks op elkaar, maar kunnen elkaar juist versterken.
* Cisgender is het tegenovergestelde van transgender: cisgender personen hebben een genderidentiteit die overeenkomt met hun geboortegeslacht.
Lees meer over geweld tegen trans personen: TNN Report Option II (transgendernetwerk.nl)
Hoe zit het met mensen die in ruimtes als toiletten en kleedkamers niet willen worden geconfronteerd met het andere geslacht?
Het aanpassen van de geslachtsaanduiding in het BRP is mogelijk zonder dat iemand geslachtsbevestigende operaties heeft ondergaan. Deze operaties zijn bijzonder ingrijpend, en lang niet alle trans of intersekse personen kiezen hiervoor. Het komt dus voor dat het lichaam van een trans of intersekse persoon afwijkt van de norm die de maatschappij stelt voor een mannen- of vrouwenlichaam. Het kan dat mensen vanwege hun geloof of gevoel van ongemak in bijvoorbeeld de ruimtes van een (sport)school geen geslachtskenmerken willen zien van het andere geslacht. Dit is een aandachtspunt in de discussie. Het belangrijkst in zulke gevallen is dat sportscholen, scholen of andere organisaties in gesprek blijven met hun leden en leerlingen om oplossingen te vinden. Trans en intersekse personen zijn er niet op uit om mensen te choqueren of kwetsen maar willen gewoon zichzelf kunnen zijn.
Zijn met de wetswijziging de problemen opgelost?
De wetswijziging maakt het voor trans en intersekse personen eenvoudiger om te kunnen leven zoals zij willen. Daarnaast geeft de wetswijziging een juridische erkenning die de sociale acceptatie kan bevorderen. Daarmee zijn echter nog niet alle problemen opgelost. De acceptatie van trans en intersekse personen in Nederland heeft nog een lange weg te gaan. Zo worden zij nog altijd vaker slachtoffer van geweld, simpelweg omdat zij van de norm afwijken. Dat is een probleem dat deze wetswijziging niet zomaar oplost. Daarvoor moet onder andere meer bewustwording gecreëerd worden in de samenleving, waarbij het College benadrukt dat het recht om jezelf te kunnen zijn voor iedereen geldt, dus ook voor trans en intersekse personen. Ook moet de overheid zorgen dat incidenten altijd opgevolgd worden.