Mijlpaal: Wet seksuele misdrijven aangenomen

Een mijlpaal in de bescherming van slachtoffers van seksueel geweld: op 19 maart 2024 is de Wet seksuele misdrijven met een ruime meerderheid aangenomen door de Eerste Kamer. Na een wetgevingstraject van bijna vier jaar zal de nieuwe wet vanaf 1 juli 2024 gaan gelden. Het College is blij met deze ontwikkeling. De nieuwe strafbepalingen kunnen een bijdrage leveren aan een betere bescherming tegen seksueel geweld. De wet is dan ook een belangrijke stap vooruit in de bescherming van mensenrechten.  

Demonstranten voeren actie voor de Eerste Kamer op 19 maart 2024. Zij voeren actie voor de wijziging van de Wet seksuele misdrijven, die de strafbaarstelling van ongewenste seks uitbreidt.
Beeld: ©Robin Utrecht / ANP

Wat gaat er veranderen?

De wet introduceert verschillende nieuwe strafbepalingen. Zo wordt seks tegen de wil strafbaar. Iemand die seksueel contact heeft tegen de wil van de ander kan vervolgd worden als diegene had moeten weten dat de ander dat niet wilde. Daarnaast worden meer vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag strafbaar gesteld, zoals seksuele intimidatie in het openbaar (zowel online als offline). En wordt het strafbaar om seksueel getinte berichten naar kinderen te sturen (sexchatting). De wet regelt ook dat de maximumstraffen voor sommige delicten omhooggaan en dat de wet beter aansluit bij het digitale tijdperk.  

Lees ook: Nieuwe wet aanpak seksuele misdrijven gaat in per 1 juli 2024 (Rijksoverheid)

Grondige aanpassingen naar aanleiding van eerdere adviezen

In augustus 2020 bracht het College een uitgebreid advies uit over een voorontwerp van dit wetsvoorstel. Het adviseerde over de strafbaarstelling van verkrachting en seksuele intimidatie in het openbaar. In dat advies gaat het College uitgebreid in op de internationale mensenrechtennormen, en op de rol die gender speelt bij seksueel geweld. De minister heeft het commentaar van het College en andere organisaties op het voorontwerp heel serieus genomen. Het wetsontwerp dat op 8 maart 2021 werd gepubliceerd kwam tegemoet aan de belangrijkste kritiekpunten die het College op het voorontwerp had geformuleerd. Dat laatste wetsontwerp vormt de basis voor de wet die nu is aangenomen.