Interview: ‘In Nederland is het zo gek nog niet geregeld’

Verdieping

Sinds zijn zesde is de inmiddels 75-jarige Rob van Vliet volledig blind. En daar valt goed mee te leven, zegt hij. Al zijn er dan wel hulpmiddelen nodig, zoals een taststok, een braillestrook op zijn computer en ritjes met de regiotaxi. Ook heeft hij een geleidehond, maar die kreeg hij niet zomaar.

Portret Rob van Vliets
Beeld: ©Fotografie: Arenda Oomen

‘Maar u bent toch gepensioneerd, waarom heeft u dan een geleidehond nodig?’ Dat was zo een beetje de eerste vraag die Rob van Vliet (75) kreeg toen hij een paar jaar geleden een geleidehond wilde aanvragen.
‘Ik wil nog weleens naar buiten’, antwoordde hij.
‘Doet u dan vaak de boodschappen?’
Van Vliet zei eerlijk dat hij niet zo’n fan was van supermarkten, en dat zijn vrouw die inkopen meestal deed.
‘Maar waarom wilt u dan naar buiten?’
‘Nou stel’, reageerde Van Vliet nadenkend, ‘mijn vrouw komt in een ziekenhuis terecht. Dan wil ik haar graag kunnen bezoeken.’
‘Ja maar dat is een uitzonderlijke situatie.’
Van Vliet denkt nog even na, en zegt dan dat hij zijn vrouw soms weleens ‘ter wille’ zou willen zijn.
Uiteindelijk wordt het verzoek van Van Vliet afgewezen.

‘Natuurlijk had ik gewoon moeten zeggen dat ik vaak boodschappen doe’, blikt Van Vliet een paar jaar later terug. ‘Dan was het geregeld. Dat ik het fijn vind om dagelijks te wandelen voor de nodige lichamelijke beweging is kennelijk niet afdoende.’ Glimlachend: ‘Het ironische is dat als ik nog had gewerkt ik de hond zo had gekregen. Alsof je met een kantoorbaan zo vaak buiten komt, haha.’

Opmerkelijk is dat Van Vliet dat gesprek niet voerde met zijn zorgverzekering die voor de hond zou moeten betalen, maar met een school voor geleidehonden. Daar wilde Van Vliet de hond aanvragen. Maar om de hond van de zorgverzekering vergoed te krijgen, had hij onder meer een verklaring van de school nodig. Die wilde daar echter niet aan meewerken omdat Van Vliet de hond te weinig zou gaan gebruiken, meende de school.

‘Ik was woedend’, weet Van Vliet nog. Hij meldde zich bij een andere school en die diende wel met succes de aanvraag in. Aan de zorgverzekering lag het dus niet. ‘Al kunnen die soms ook lastig zijn hoor’, zegt Van Vliet glimlachend. ‘Dat verschilt echt per verzekering. Ik raad anderen altijd aan om vooraf goed de polis te lezen.’ Maar uiteindelijk kreeg Van Vliet dus alsnog zijn nieuwe geleidehond Lennon, een kruising tussen een herder en een retriever. ‘En dat is heel fijn’, zegt hij. ‘Die hond maakt mijn leven heel wat makkelijker. Natuurlijk kan ik ook met een taststok lopen in plaats van met Lennon, maar dan moet ik voortdurend alert zijn. Als je even met je gedachten afdwaalt, kun je zo tegen een boom lopen. Dat gebeurt je met een geleidehond niet.’

Carrière in de ICT

Rob Van Vliet is al bijna zijn hele leven blind. Bij zijn geboorte had hij een erfelijke oogziekte. Zijn ene oog werd direct door de artsen opgegeven, maar met zijn andere oog zou hij nog wel een beetje kunnen zien. ‘Uit die eerste jaren van mijn leven kan ik me nog wel vaag herinneren hoe bepaalde zaken eruitzagen. Al was mijn zicht ook toen al veel te slecht om bijvoorbeeld gezichten te kunnen herkennen. Wel meen ik nog te weten hoe de daken eruitzagen van de huizen die ik kon zien vanuit het raam bij mijn oom en tante. Zij woonden op vierhoog.’

Op zijn zesde botste Van Vliet met zijn oog ergens tegenaan, en scheurde hij zijn netvlies. Vanaf dat moment was hij definitief blind. En zonder zicht kun je een goed leven leiden, zegt hij vrolijk. Van Vliet studeerde na de middelbare school theoretische natuurkunde en maakte erna carrière in de ICT. Hij ging werken bij KPN waar hij veel klantgerichte projecten heeft geleid. Uiteindelijk zou hij het er schoppen tot manager.

Braileprinter

Om het leven te kunnen leiden dat hij nu leidt heeft hij wel enkele hulpmiddelen nodig. Zoals de geleidehond die dus door de zorgverzekering wordt vergoed. ‘Zelfs het voedsel wordt deels betaald. Bij mijn vorige, veel grotere hond liep dat op tot 2000 euro per jaar, waarvan ik 1200 vergoed kreeg.’ Daarnaast krijgt Van Vliet van de gemeente via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) andere hulpmiddelen vergoed. Het braillebalkje op zijn computer bijvoorbeeld, en ook de brailleprinter. ‘Ik vind het vaak fijner om stukken van papier te lezen.’ De regiotaxi naar zijn wekelijkse pianoles wordt eveneens vergoed. ‘Ik woon in Zoetermeer en reis dan steeds naar Leiden. Zelf betaal ik daarvoor 2,70 euro per rit, de rest betaalt de gemeente uit het Wmo-budget.’ Ook de taststok kan hij vergoed krijgen. ‘Maar die kost slechts een paar tientjes, dus die heb ik zelf betaald.’

Al zijn hele volwassen leven is Van Vliet betrokken bij belangenverenigingen voor mensen met een visuele beperking. Zo was hij lange tijd voorzitter van de Vereniging voor Blinden en Slechtzienden. En toen de Wmo begin 2015 werd ingevoerd was hij alweer een paar jaar secretaris van de Oogvereniging. ‘Ik heb de invoering van die wet op de voet gevolgd, en kan niet zeggen dat ik heel ontevreden ben’, zegt hij terugblikkend.

"Als je in het rijke Bloemendaal woont, heb je bij wijze van spreken meer kans op Wmo-zorg dan de inwoners van armere gemeenten"

De Wmo bepaalt dat burgers bepaalde noodzakelijke zorg kunnen aanvragen bij hun gemeente. De zorg is zo niet meer landelijk geregeld, maar gedecentraliseerd. ‘En dat heeft natuurlijk voor enige willekeur gezorgd’, zegt Van Vliet. ‘Als je in bijvoorbeeld het rijke Bloemendaal woont, heb je bij wijze van spreken meer kans op bepaalde zorg dan de inwoners van armere gemeenten. Ook hangt de grootte van het Wmo-budget nog weleens af van de samenstelling van de gemeenteraad.’

Toch is er in de jaren na de invoering van de wet wel het een en ander verbeterd, zegt Van Vliet. Ambtenaren (‘die kregen de Wmo aanvankelijk ook maar in hun mik geschoven’) zijn volgens hem deskundiger geworden. Wat ook helpt tegen de willekeur is dat gemeentes zich zijn gaan clusteren. Zo hoort Van Vliets gemeente Zoetermeer nu tot het Wmo-cluster Haaglanden, waar gezamenlijk besloten wordt welke zorg wel en niet worden toegekend aan zorgbehoevende burgers. ‘Dat maakt het proces ietsjes minder arbitrair’, zegt Van Vliet. ‘Maar nog steeds helpt het als je assertief bent.’ Bij iedere aanvraag moet je toch steeds weer motiveren waarom je dat hulpmiddel nodig hebt. ‘Als je goed gebekt bent, kun je je verhaal makkelijker verwoorden. Lukt je dat niet dan kan dat wel problemen opleveren’, zegt Van Vliet. ‘Al kun je altijd terecht bij revalidatie-instellingen die je hulp bieden bij het opstellen van een motivatie.

Keukentafelgesprekken

Uiteindelijk gelooft hij niet dat blinden en slechtzienden er sinds de invoering van de Wmo per saldo op zijn achteruit gegaan. ‘Zeker de reguliere hulpmiddelen, zoals de taststok of zo’n brailleregel bij je computer, worden gewoon vergoed.’ Zelf heeft hij een paar keer een zogeheten keukentafelgesprek moeten voeren, waarbij de Wmo-gemeenteambtenaar met je bespreekt welke zaken wel of niet nodig zijn. ‘Dat ging vrij soepel allemaal’, weet Van Vliet nog. ‘Na een week of vier, vijf kreeg ik steeds te horen dat de gemeente zou vergoeden wat ik nodig had.’

Inmiddels hoeft Van Vliet zulke keukentafelgesprekken niet meer te voeren, maar communiceert hij direct met leveranciers die vervolgens bij de gemeente checken of de aanschaf akkoord is. En ook dat gaat al een stuk beter, zegt hij. ‘Die leveranciers hebben verstand van zaken. Ik hoef hen niet uit te leggen waarom ik juist die ene brailleprinter wil en niet die andere. Bovendien hebben die leveranciers er belang bij dat ik die hulpmiddelen aanschaf, haha. Daarom moet de gemeente altijd nog wel een akkoord geven.’

En dat gaat vaak goed, tenzij je iets afwijkends nodig hebt, zegt Van Vliet. ‘Dan wordt het weleens iets ingewikkelder.’ Zo zou hij graag bepaalde software willen krijgen die ervoor zorgt dat als hij videobelt het gesprek gescheiden wordt van de gesproken computerinstructies. Hij licht toe: ‘Als ik bijvoorbeeld via zoom meedoe aan een vergadering dan hoor ik niet alleen het gesprek. Een computerstem vertelt me dan ook steeds dat er bijvoorbeeld een deelnemer bijkomt of dat iemand juist afhaakt. En diezelfde stem vertelt het me ook steeds als iemand een chatbericht intikt. Heel fijn, want ik zie dat zelf niet. Tegelijkertijd is het ook vaak storend als die computerstem door de vergadering heen praat. Die software die ik zou willen gebruiken zorgt ervoor dat die computerstem in mijn rechteroortje komt, terwijl ik de vergadering door mijn linkeroor kan beluisteren. Dat zou het vergaderen vergemakkelijken.’

Maar de leverancier heeft nog niet bij de gemeente gevraagd of ook dat vergoed kan worden. ‘Die software kost iets van 1200 euro. Ze willen eerst kijken of meer mensen er behoefte aan hebben. Dat zou onze zaak bij de gemeente versterken.’ Na even nadenken: ‘Kijk, ik vergader heel veel. Dan is die software heel handig. Het is natuurlijk een ander verhaal als je slechts een paar keer per jaar zo’n zoomgesprek voert.’

Zo zijn er meer afwijkende hulpmiddelen die je met een visuele beperking niet zomaar vergoed krijgt. Hij noemt een voorbeeld van iemand die een sporttandem wilde hebben om te kunnen wielrennen met een bijrijder die wel kan kijken. ‘Ik weet van mensen die zo’n fiets vergoed kregen, minus de kosten voor een gewone racefiets. Zo wordt het gelijk getrokken met iemand zonder beperking die een renfiets wil aanschaffen. Maar niet iedereen krijgt die vergoeding. Dat verschilt echt per gemeente en dat is toch wel buitenissig.’

‘Ik snap dat ik niet overal met mijn hond naar binnen mag’

Maar uiteindelijk zegt Van Vliet is het allemaal ‘zo gek niet geregeld in Nederland’. ‘De overheid heeft het VN-verdrag handicap weliswaar walgelijk laat geratificeerd, maar het is nu van kracht en dat heeft een gelukkig effect op de samenleving. Musea, concertzalen, NS-stations en veel andere plekken zijn sinds de ratificatie veel toegankelijker geworden om maar iets te noemen. En die toegankelijkheid geldt niet alleen voor mensen met een visuele beperking. Ook als je in rolstoel zit, kun je veel gebouwen makkelijker inkomen.’

Dat er bij de uitwerking van het verdrag ‘redelijkheidscriteria’ zijn ingebouwd, zegt Van Vliet te begrijpen. Ook snapt hij dat het recht op toegang niet absoluut is. ‘De kosten moeten zich redelijk verhouden tot de belangen van mensen met een beperking. En soms moeten er nu eenmaal compromissen worden gesloten. Zo heb ik er begrip voor dat ik niet overal met mijn hond naar binnen mag.

Tot slot wil Van Vliet wel zijn ontevredenheid nog benadrukken over bedrijven die deelscooters voor iedereen in Nederland beschikbaar willen stellen. Na gebruik kun je die overal in de stad achterlaten. ‘Die bedrijven leren mensen op die manier aan om die scooters op plekken te parkeren waar ze nogal in de weg staan’, vindt Van Vliet. ‘En niet alleen voor blinden, maar ook voor mensen met een kinderwagen, rollator of in een rolstoel. Daar zou wat tegen gedaan moeten worden.’

Interview: Arend Hulshof

Rob van Vliet loopt met zijn begeleide hond