Wat is discriminatie?
Discriminatie is mensen anders behandelen, achterstellen of uitsluiten op basis van persoonskenmerken. Deze kenmerken worden discriminatiegronden genoemd.
Stel je voor, je kan een opleiding niet doen omdat je in een rolstoel zit. Of je contract wordt niet verlengd omdat je zwanger bent. Of je wordt op je
werk gepest vanwege je huidskleur. Dan bestaat de kans dat je bent gediscrimineerd.
Als je vermoedt dat je bent gediscrimineerd, dan kun je een klacht indienen bij het College voor de Rechten van de Mens. In een kosteloze klachtenprocedure beoordeelt het College dan of iemand is gediscrimineerd.
In deze video leggen we je uit wanneer er sprake is van discriminatie, hoe je een klacht in kunt dienen en hoe de procedure eruit ziet.
Het College behandelt discriminatieklachten aan de hand van de gelijkebehandelingswetgeving. Hier vallen verschillende wetten onder die gaan over gelijke behandeling.
Het College beoordeelt discriminatieklachten door te kijken naar ‘gronden’ en ‘terreinen’. Maar wat zijn dat precies?
Discriminatie is mensen anders behandelen, achterstellen of uitsluiten op basis van bepaalde kenmerken of persoonskenmerken. Denk bijvoorbeeld aan handicap of chronische ziekte, geslacht of godsdienst. Dit worden ook wel ‘gronden’ genoemd. Daarnaast kan discriminatie zich afspelen op verschillende terreinen. Denk aan je werk of bij de sportclub.
Het College behandelt en beoordeelt niet alle situaties, dit hangt af van de grond en het terrein. Zo behandelt het College racisme op school, seksisme op de werkvloer en discriminatie in het openbaar vervoer vanwege je handicap.
De meeste overheidsgerelateerde discriminatieklachten worden niet door het College behandeld. Een voorbeeld hiervan is etnisch profileren door de politie.
Het volledige overzicht van alle gronden en terreinen vind je op onze site. Twijfel je? Neem dan contact met ons op.
Voldoet jouw situatie aan alle voorwaarden, dan kun je een klacht indienen. Deze procedure bestaat uit vier stappen. Vul allereerst het klachtenformulier op onze website in. De procedure start met een telefonisch gesprek. Een
juridisch medewerker van het College belt je op om de klacht te bespreken en aanvullende informatie op te vragen. Zo wordt beoordeeld of het College de
klacht kan onderzoeken.
Zo ja, dan wordt het dossier overgedragen aan een juridisch adviseur. Op dat moment krijgt de verweerder, dus de andere partij, inzage in de klacht. De verweerder kan dan reageren op de klacht. Dit heet het verweerschrift. Beide partijen hebben inzage in de schriftelijke informatie die tijdens de procedure met het College wordt gedeeld.
De zitting vindt plaats in Utrecht op het kantoor van het College. De juridisch adviseur plant hiervoor een datum, waarop beide partijen aanwezig moeten zijn. Tijdens deze zitting worden vragen gesteld aan beide partijen. Het is niet verplicht om een vertegenwoordiger, zoals een advocaat, mee te nemen.
Aan de hand van het schriftelijk onderzoek en het onderzoek tijdens de zitting zal het College een oordeel geven over of er in strijd met de gelijkebehandelingswetgeving is gehandeld.
Een oordeel van het College is niet juridisch bindend, maar wel gezaghebbend. Dit betekent dat het College als deskundige kan beoordelen of er sprake is van discriminatie, maar er geen gevolgen aan kan verbinden.
Het is dus niet mogelijk om de verweerder een sanctie of schadevergoeding op te leggen. Mocht je dit wel willen, dan zul je een procedure bij de rechter moeten starten. De rechter moet rekening houden met het oordeel van het College.
Als er geoordeeld is dat de verweerder heeft gediscrimineerd, dan vraagt het College aan jou en de verweerder welke stappen of maatregelen de verweerder heeft genomen naar aanleiding van het oordeel. Alle oordelen worden gepubliceerd op de website van het College. Jouw naam wordt hierbij anoniem gemaakt.
Het is belangrijk dat je discriminatie meldt.
Twijfel je nog? Neem contact met ons op.
Discriminatie op de volgende gronden is wettelijk niet toegestaan:
- Godsdienst
- Levensovertuiging
- Politieke gezindheid
- Ras
- Geslacht
- Nationaliteit
- Seksuele gerichtheid
- Burgerlijke staat
- Handicap of chronische ziekte
- Leeftijd
- Arbeidsduur
- Vast of tijdelijk contract
- WAZO-verlof
Onderscheid maken mag soms wel
Niet alle onderscheid is verboden en dus is niet alles discriminatie. Word je afgewezen omdat je zonder rijbewijs solliciteert naar een baan als vrachtwagenchauffeur? Dan is dat terecht. Maar word je afgewezen omdat je bijvoorbeeld een andere afkomst hebt, vrouw bent of homoseksueel? Dan is er misschien sprake van discriminatie, omdat de reden waarop je wordt afgewezen ingaat tegen de regels van de Algemene wet gelijke behandeling. Word je niet toegelaten tot een opleiding omdat je een fysieke beperking hebt? Dan is dat misschien in strijd met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Discriminatie is dus niet het maken van onderscheid, maar van verboden onderscheid.
Stereotypen en vooroordelen
Onze hersenen werken met vooroordelen en stereotypen om snel informatie en indrukken te ordenen. Bijvoorbeeld: alle tijgers zijn gevaarlijk. Dus ben je altijd voorzichtig als je een tijger tegenkomt. Zoek je een agent in een menigte? Dan kijk je naar een uniform. Vooroordelen en stereotypen helpen je dus snel selecteren, maar dat heeft risico’s. Want zijn je vooroordelen gebaseerd op kenmerken zoals afkomst, geslacht, seksuele voorkeur of geloof, dan selecteer je op kenmerken die er in principe niet toe doen. Discriminatie is vaak het gevolg van onbewuste stereotypering. En stereotypen en vooroordelen worden vaak gebruikt om discriminerende acties te rechtvaardigen.