Hoe gender(on)gelijk is Nederland? Het Nederlandse beleid voor het uitbannen van geweld tegen vrouwen: wat gaat er goed en wat moet er beter?
Iedereen heeft het recht op een leven vrij van geweld. Toch werden in 2022 ruim 1,3 miljoen mensen van boven de 16 slachtoffer van huiselijk geweld. Zo'n 1,8 miljoen mensen kregen te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag of seksueel geweld (Prevalentiemonitor). Deze vormen van geweld treffen vooral vrouwen en zijn een ernstige mensenrechtenschending. Op basis van mensenrechtenverdragen heeft de Nederlandse overheid de verplichting om alle vormen van geweld tegen vrouwen tegen te gaan. Maar wat moet de overheid dan precies doen? Wat gaat er goed, en wat moet er beter?
Geweld tegen vrouwen is een vorm van gendergerelateerd geweld. Dit is geweld tegen mensen vanwege hun geslacht, genderidentiteit, genderexpressie of seksuele oriëntatie. Het kan dus vrouwen treffen, maar ook mannen en jongens en lhbti+ personen. In de praktijk gaat het veel vaker over vrouwen en meisjes, omdat die bloot staan aan grotere risico's van geweld en bepaalde vormen van geweld het meest ervaren. Daarom hebben we het specifiek over geweld tegen vrouwen.
Geweld tegen vrouwen kan veel vormen aannemen: seksuele intimidatie op het werk, straatintimidatie, partnergeweld, eergerelateerd geweld, verkrachting, seksueel geweld, stalking, psychisch geweld, dwingende controle, sociaal isoleren, financieel afhankelijk maken en cybergeweld. De meest extreme vorm is femicide.
Het Verdrag van Istanbul
Om te bepalen of Nederland het genoeg doet, kijken we naar het Verdrag van de Raad van Europa inzake geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Dit verdrag is beter bekend als het Verdrag van Istanbul. Het verdrag onderstreept dat geweld tegen vrouwen voortkomt uit genderongelijkheid. Tegelijkertijd houdt geweld tegen vrouwen genderongelijkheid in stand.
Nederland heeft het Verdrag van Istanbul geratificeerd. Dit betekent dat het verdrag in werking is getreden en dat Nederland zich dus moet houden aan de verplichtingen uit dit verdrag. Het Verdrag verplicht staten om maatregelen te nemen om geweld tegen vrouwen te voorkomen, slachtoffers te beschermen en te ondersteunen en om daders te vervolgen en te berechten. Zo moeten vormen van geweld tegen vrouwen, zoals psychisch, seksueel en fysiek geweld, strafbaar worden gesteld. Ook moeten er voldoende opvangplekken zijn voor slachtoffers van huiselijk geweld. Het College gebruikt liever de term 'geweld in de privésfeer’, omdat dit soort geweld allesbehalve ‘huiselijk’ is.
Het Verdrag van Istanbul bevat ook de verplichting om effectief en gecoördineerd nationaal beleid te ontwikkelen dat alle vormen van geweld tegen vrouwen omvat. Beleid en de uitvoering daarvan moet gendersensitief zijn. Dat betekent dat rekening gehouden wordt met gender en genderongelijkheid als onderliggende oorzaak van geweld. Gendersensitief beleid houdt dus rekening met de verschillen in macht, afhankelijkheid en wederzijdse verwachtingen die uit genderrollen voortvloeien.
Wat gaat er goed?
De laatste jaren heeft de Nederlandse regering veel belangrijke stappen gezet in de aanpak van geweld tegen vrouwen.
Meer aandacht voor gendersensitief beleid
Zo gaat het ontwikkelen van gendersensitief beleid steeds beter. Tot een aantal jaar geleden voerde de Nederlandse regering bewust genderneutraal beleid voor huiselijk geweld. Oftewel: beleid waarbij in de aanpak van geweld in de privésfeer geen onderscheid wordt gemaakt tussen de ervaringen en behoeften van mannen en vrouwen. In 2020 heeft de groep experts die toezicht houdt op de naleving van het Verdrag van Istanbul (GREVIO) stevige kritiek geuit op het genderneutrale beleid in Nederland. Sindsdien is er vanuit de regering meer aandacht gekomen voor gender in de aanpak van geweld tegen vrouwen en geweld in de privésfeer. Dat komt iedereen ten goede, óók mannen en jongens.
Meer aandacht voor seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld
Een andere positieve ontwikkeling is de aandacht van de regering voor seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Op 1 april 2022 is Mariëtte Hamer begonnen als Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. De regeringscommissaris treedt op als adviseur van de regering en werkt aan bewustwording en het creëren van een veilige cultuur in Nederland.
In januari 2023 presenteerde de regering daarnaast het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Het doel van het actieprogramma is om seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld tegen te gaan en een eerste stap te zetten naar de cultuurverandering die daarvoor nodig is. Een belangrijk onderdeel van het programma is het aanpakken van de grondoorzaken van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Namelijk: de ongelijke machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen en stereotiepe opvattingen over hoe zij zich horen te gedragen. Dat is in lijn met het Verdrag van Istanbul, dat landen opdraagt iets te doen aan de grondoorzaken van geweld tegen vrouwen.
Wet seksuele misdrijven
In juli 2023 werd de Wet seksuele misdrijven aangenomen door de Tweede Kamer. Deze wet bevat verschillende nieuwe delicten, zoals schuldverkrachting en seksuele intimidatie. Daarmee wordt bijgedragen aan betere bescherming tegen seksueel geweld. De wet brengt de Nederlandse wet beter in lijn met het Verdrag van Istanbul.
Wat kan beter?
Toch valt er ook nog veel te verbeteren.
Coördinatie en gezamenlijke aanpak
Zo is de coördinatie van het beleid nog niet goed geregeld. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is aangewezen als coördinerend ministerie voor huiselijk geweld en kindermishandeling, maar heeft geen bevoegdheden gekregen om andere ministeries aan te sturen in hun werk of in te grijpen als het niet goed gaat. Het beleid is daardoor erg versnipperd en hangt niet goed met elkaar samen. Ook bestaan er gaten in de aanpak. Er is bijvoorbeeld geen gezamenlijke aanpak voor online geweld tegen vrouwen, terwijl deze vorm van geweld veel voorkomt en ernstige gevolgen heeft voor de mensenrechten van vrouwen.
Wetgeving en strafbaarstellen
Niet alle vormen van psychisch geweld tegen vrouwen zijn momenteel duidelijk genoeg strafbaar gesteld. Terwijl het Verdrag van Istanbul dat wel vereist. Een voorbeeld is dwingende controle: een patroon van controlerend en vrijheidsbeperkend gedrag waarmee de pleger het slachtoffer isoleert van diens omgeving. Het College heeft de regering erop gewezen dat deze ernstige vorm van psychisch geweld strafbaar moet zijn, zodat daders vervolgd en bestraft kunnen worden.
Voldoende mensen, middelen en deskundigheid
De regering moet er ook voor zorgen dat de politie voldoende mensen en middelen heeft om gevallen van geweld tegen vrouwen te onderzoeken. Dat is al jaren een groot probleem. Daardoor blijven aangiften van bijvoorbeeld seksueel geweld vaak veel te lang op de plank liggen en worden slachtoffers ontmoedigd om aangifte te doen. Er moet een structurele oplossing komen voor dit probleem.
Ook moet er meer deskundigheid komen bij de politie en andere instanties, zodat zij gevaarlijke situaties op tijd kunnen herkennen en kunnen ingrijpen. Dit onder meer om femicide te voorkomen.
Onderliggende oorzaken
Misschien wel de grootste opdracht voor de regering is het wegnemen van de onderliggende oorzaken van geweld tegen vrouwen en andere vormen van gendergerelateerd geweld. Traditionele opvattingen over mannelijkheid, vrouwelijkheid en heteroseksualiteit leiden tot machtsverschillen in de maatschappij en staan duurzame verandering in de weg. Dat werd pijnlijk duidelijk tijdens de week van de Lentekriebels, een jaarlijkse lesweek waarin kinderen leren over weerbaarheid, verliefdheid, relaties en seksualiteit. Er was grote weerstand tegen dit initiatief. Medewerkers van expertisecentrum Rutgers, de ontwikkelaar van het lesmateriaal, werden zelfs bedreigd. Dit laat zien dat er nog een lange weg te gaan is.
Wat doet het College?
Het College voor de Rechten van de Mens bevordert gendergelijkheid. Om die gendergelijkheid te bereiken pleiten we voor een alomvattende, gecoördineerde en gendersensitieve aanpak van geweld tegen vrouwen. We richten ons hierbij op de centrale en de lokale overheid en professionals, die dit geweld moeten aanpakken.
In juni 2021 maakte het College een publicatie voor beleidsmedewerkers op lokaal niveau. Hierin legt het uit hoe gendersensitiviteit in beleid en uitvoering eraan kan bijdragen dat het aantal geweldsincidenten vermindert.
Meer lezen
Over gendersensitief beleid:
- Onderzoek:
Gendersensitieve aanpak nog onvoldoende aanwezig in bestaand beleid, gemeenten en Rijksoverheid aan zet - Checklist voor gemeenten:
Gendersensitieve aanpak van levensbelang om partnergeweld te bestrijden - Checklist en acties voor lokale beleidsmakers - Interview:
Gendersensitieve aanpak broodnodig om geweld tegen vrouwen aan te pakken
Onze adviezen:
Hoe gender(on)gelijk is Nederland?
Op Internationale Vrouwendag 2022 (8 maart) startte het College met de serie ‘Hoe gender(on)gelijk is Nederland?’ waarin het elke maand een probleem belicht dat de mensenrechten van vrouwen onder druk zet.
Lees de voorgaande artikelen: