Antisemitisme in Nederland
Op deze pagina lees je meer over antisemitisme in Nederland. Het geeft cijfers en achtergronden van antisemitisme in Nederland, gaat in op de oorzaken en geeft uitleg over een aantal veelgebruikte begrippen en termen rond antisemitisme. Er wordt uitgelegd hoe antisemitisme zich verhoudt tot het mensenrechtelijke verbod op discriminatie. Ook wordt ingegaan op welke maatregelen er door de overheid worden genomen, en wat het College doet.

Antisemitisme is eenvoudig gezegd haat of negatieve beeldvorming jegens Joden vanwege het Joods zijn. Antisemitisme zelf is geen juridische term. Antisemitisme kan tot uiting komen in gedrag, zoals geweld of discriminerende beledigingen. Deze daden vallen wel onder het strafrecht of (andere) wettelijke discriminatieverboden. Mede omdat antisemitisch gedachtegoed kan worden omgezet in daden, heeft de overheid op grond van mensenrechten verschillende verplichtingen om antisemitisme te bestrijden en te voorkomen.
Discriminatie op grond van religie of etniciteit is wettelijk verboden. Artikel 1 van de Grondwet bepaalt dat iedereen in Nederland, ongeacht religie of afkomst, in gelijke gevallen gelijk moet worden behandeld. Discriminatie is niet toegestaan. Dit wordt nader uitgewerkt in de Algemene wet gelijke behandeling voor de terreinen arbeid en aanbod van goederen en diensten. Sommige vormen van discriminatie zijn ook verboden in het wetboek van strafrecht, zoals het opzettelijk beledigen van mensen vanwege ras of religie, zijn, of het aanzetten tot haat op grond van ras of religie.
Voor een effectief antidiscriminatiebeleid is het zinvol om apart aandacht te geven aan de verschillende vormen van discriminatie die specifieke groepen, zoals Joodse Nederlanders, kunnen ervaren. Specifieke kennis van stereotypen en vooroordelen waar Joden mee te maken hebben is nodig voor het herkennen, voorkomen en aanpakken van deze vorm van discriminatie.
Omvang antisemitisme in Nederland
Er zijn in Nederland verschillende meldpunten voor discriminatie- en antisemitisme-incidenten. Het is goed om te weten dat meldingscijfers geen volledig beeld geven omdat lang niet alle incidenten worden gemeld. Bij meldingscijfers moet verder bedacht worden dat het gaat om initiële meldingen, voordat onderzoek dat gedaan naar de melding.
De politie registreerde in 2022 412 gemelde antisemitische uitlatingen, 28 geweldsincidenten en 54 bedreigingen met een antisemitische context. Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) registreerde in 2022 in totaal 155 antisemitische incidenten en concludeerde dat het aantal antisemitismemeldingen vergeleken met tien jaar geleden ‘met golfbewegingen is toegenomen’. Het CIDI hanteert daarbij de werkdefinitie van het IHRA (zie hierna).
Oplopende politieke spanningen in het Midden-Oosten werken door in de Nederlandse samenleving. Dit is terug te zien in cijfers. Volgens onderzoek van de Anne Frank Stichting en het Verwey-Jonker Instituut naar antisemitisme onder jongeren, zijn het Midden-Oosten-conflict (in combinatie met de mate waarin islamitische jongeren religie belangrijk vinden) en voetbal de belangrijkste triggerfactoren van antisemitisme. De escalatie van geweld tussen Israël en Hamas sinds oktober 2023 leidde tot een forse toename van het aantal antisemitische incidenten op sociale media, polarisatie tussen bevolkingsgroepen en een sociaal onveilig klimaat, en vormde daarmee een voedingsbodem voor discriminatie en antisemitisme.
Het onderzoek van het Bureau van de Europese Unie van de Grondrechten (FRA) van 11 juli 2024 in 13 EU-landen, heeft onderzoek gedaan naar omvang en aard van ervaren antisemitisme van Joden in Europa over de afgelopen vijf jaren. Volgens dit onderzoek ervoeren Joden in Europa al voor de aanslagen van Hamas en de oorlog in Gaza een toename van antisemitisme. Het onderzoek laat ook zien dat Nederland relatief iets slechter scoort in vergelijking met de meeste andere EU-landen. In Nederland ervoer 39% van de geënquêteerden antisemitische pesterijen in het jaar voorafgaand aan de enquête. Ook meldde 6% van de respondenten te maken te hebben gehad met aanvallen vanwege het Joods-zijn in de voorgaande vijf jaar. Van de 13 onderzochte landen ervoeren alleen in Duitsland meer Joden antisemitisme in de afgelopen jaren.
Definities: discriminatie, racisme en antisemitisme
Rond discriminatie van Joden zijn verschillende termen in omloop. Hieronder lichten we een aantal veel gebruikte termen toe.
Discriminatie
• Discriminatie is een juridisch begrip. Het staat voor het zonder rechtvaardiging ongelijk behandelen van mensen op grond van een wezenlijk, vaak identiteitsbepalend persoonskenmerk, zoals afkomst (gevat in de juridische term ‘ras’), geslacht of godsdienst.
• Er is geen eenduidig begrip van de Joodse identiteit. Deze kan zowel religieuze als culturele en (toegeschreven) etnische aspecten omvatten (‘etnisch’ wil zeggen: betrekking hebbend op de identiteit als volk). Discriminatie van Joden kan - afhankelijk van de context - daarom raken aan verschillende wettelijke discriminatiegronden: 'ras', 'godsdienst', of een combinatie hiervan.
• Voorbeelden waarbij de Joodse identiteit tot uiting kan komen zijn religieuze kleding- en voedselvoorschriften, zoals het dragen van een keppel, koosjer eten, onbedwelmd slachten volgens religieuze riten, en het vieren en respecteren van Joodse feest- en rustdagen (sjabbat). Als werkgevers of de overheid zonder dringende reden naleving van religieuze plichten belemmeren, kan dit leiden tot discriminatie op grond van godsdienst.
• Joods zijn en het Jodendom bevatten behalve godsdienstige, ook culturele elementen (Joden als volk, Joods als overgeërfde familieband, Joods cultureel leven). In Nederland ervaren liberale en seculiere Joden bijvoorbeeld discriminatie vanwege hun Joodse identiteit of achtergrond naar aanleiding van hun naam; dit valt eerder onder discriminatie op grond van ‘ras’.
Racisme
Racisme is een theorie, idee of opvatting waarin een onderverdeling van mensen in groepen wordt gemaakt op grond van een verondersteld ‘ras’, waarbij een of meer groepen als superieur, en andere als minderwaardig worden beschouwd.
Als racisme gericht is tegen het Joodse volk, spreken we van antisemitisme of ‘Jodenhaat’. Een van de bronnen van hedendaags antisemitisme is het idee dat er zoiets als een Joods ‘ras’ bestaat dat een bedreiging zou vormen voor niet-Joden. Deze pseudowetenschappelijke rassenleer ontstond in de negentiende eeuw en lag mede ten grondslag aan de Jodenhaat die uiteindelijk leidde tot de Holocaust, de genocide op Joden. Deze rassenleer is niet de enige bron van antisemitisme. Antisemitisme gaat in Europa en daarbuiten, in ieder geval al terug tot de oudheid.
Antisemitisme
Met antisemitisme wordt kortgezegd ‘haat jegens of negatieve ideeën- en beeldvorming over Joden vanwege het Joods zijn’ bedoeld.
Verschijningsvormen van antisemitisme lopen erg uiteen: denk aan ‘Jood’ als scheldwoord gebruiken, negatieve stereotyperingen van Joden als geldbelust of gevaarlijk, of complottheorieën over een geheime machtige Joodse wereldwijde elite. Haat of negatieve beeldvorming over Joden kan aanzetten tot discriminerend gedrag, geweld tegen Joden of tegen Joodse gebouwen, begraafplaatsen, bezittingen of symbolen. Ook de ontkenning of trivialisering van de Holocaust (negationisme) is een uitingsvorm van antisemitisme.
Er zijn verschillende definities van antisemitisme in omloop. Een veelgebruikte definitie is die van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA). Deze niet-juridisch bindende definitie wordt ook door Nederlandse overheid en een aantal andere EU-landen als werkdefinitie gehanteerd:
“Antisemitisme is een bepaalde perceptie van Joden die tot uiting kan komen als een gevoel van haat jegens Joden. Retorische en fysieke uitingen van antisemitisme zijn gericht tegen Joodse of niet-Joodse personen en/of hun eigendom en tegen instellingen en religieuze voorzieningen van de Joodse gemeenschap.”
In de Jerusalem Declaration on Antisemitism (JDA) is een alternatief voor de IHRA definitie gepresenteerd:
“Antisemitism is discrimination, prejudice, hostility or violence against Jews as Jews (or Jewish institutions as Jewish)”
Deze definitie is ontwikkeld vanuit de behoefte om het onderscheid tussen antisemitisme en legitieme kritiek op de staat Israël duidelijker te markeren.
Bij alle definities moet bedacht worden dat antisemitisme geen juridisch begrip is. Voor de Nederlandse rechter is niet bepalend of iets valt onder de ene of de andere definitie van antisemitisme, maar of sprake is van discriminatie of een (ander) strafbaar delict. Sommige definities omvatten zowel de negatieve beeldvorming als het antisemitisch gemotiveerd handelen dat daaruit kan voortvloeien. Voor goed begrip en voor het juridisch gebruik kan het belangrijk zijn het handelen (discriminatie, belediging, geweld) en het motief voor dat handelen (het negatieve gedachtegoed over Joden) van elkaar te onderscheiden.
In Nederland kan in het kader van de strafmaat een antisemitisch motief wel een rol spelen. Het Nederlandse Openbaar Ministerie (OM) moet de Aanwijzing discriminatie volgen om een zwaardere straf te eisen bij algemene misdrijven, zoals mishandeling en geweldpleging, waarbij een vorm van discriminatie, zoals antisemitisme, als motief of aanleiding meespeelt. Inmiddels ligt er een wetsvoorstel bij de Eerste Kamer om ook de maximale strafmaat te verhogen bij discriminatoir motief (zie verderop).
Kritiek op de staat Israël en zionisme
Twee termen die in discussies en berichtgeving over antisemitisme voor verwarring kunnen zorgen, zijn 'zionisme' en, in verband daarmee, ‘antizionisme’. Zionisme kent verschillende varianten (zie hier een uitleg van de Anne Frankstichting), maar is in de kern het streven naar in eerste instantie de oprichting en vervolgens het behoud en de bescherming, van een onafhankelijke staat voor het Joodse volk, de staat Israël. Dit streven kan moeilijk los worden gedacht van de geschiedenis van Jodenvervolgingen en de gevoelde noodzaak van een veilig toevluchtsoord voor Joden. Volgens een bepaalde opvatting staat (mede daarom) kritiek op of afwijzing van het zionisme (‘antizionisme’) vrijwel gelijk aan antisemitisme. Maar in een ander perspectief kan kritiek op een zionistische politiek daar wel in vervallen, maar is die niet per definitie antisemitisch.
De ruimte voor het doen van (al dan niet kritische) uitingen wordt in Nederland bepaald door het strafrecht. De rechter gaat uiteindelijk over de vraag of iets een antisemitische of haatdragende uiting is, of dat het om een legitieme politieke uiting gaat. Hierbij weegt de rechter het fundamentele recht op vrijheid van meningsuiting en de demonstratievrijheid mee.
Waar en hoe komt discriminatie van Joden en antisemitisme voor?
Discriminerend gedrag ten aanzien van mensen met een (vermeende) Joodse achtergrond manifesteert zich in Nederland vooral, en in toenemende mate, in de openbare ruimte: op straat, in de klas, en op sociale media.
Uit de politie-discriminatiemeldingen van 2022 blijkt dat mensen in het algemeen in het openbaar vaak worden uitgescholden voor ‘Jood’, vaak in combinatie met andere scheldwoorden. Van de gemelde incidenten vinden er veel plaats tijdens voetbalwedstrijden, waar beledigende leuzen en kwetsende liederen worden gezongen, en waar supporters of politiemensen voor ‘Jood’ worden uitgescholden. Het genoemde FRA-onderzoek van 11 juli 2024 bevestigt dat in Nederland relatief vaak antisemitische ervaringen in de publieke ruimte worden ervaren in vergelijking met 13 andere Europese landen.
Op straat
Wat betreft vijandelijkheden die Joden op straat en in de publieke ruimte ervoeren, komt Nederland op de vierde plaats (72%), na Frankrijk (88%), België (80%) en Duitsland (77%). In Nederland gaf 40% van de Joden aan bepaalde buurten en sociale plekken te mijden omdat zij zich er ‘als Jood’ niet veilig voelden (koploper is België met 54%), en scoort Nederland ook relatief hoog als het gaat om het antisemitisme dat Joden bij sportwedstrijden ervoeren.
Online
De score van Nederland op ervaren online antisemitisme ligt eveneens boven het Europese gemiddelde: Spanje en Nederland blijken de enige landen waar online media meer antisemitisme verspreiden dan Facebook in de afgelopen jaren, in de perceptie van Joden. Uit het FRA-onderzoek komt eveneens naar voren dat de toename van online antisemitisme in Nederland als een groot probleem wordt ervaren door Joodse Nederlanders.
Stereotypen
In negatieve beeldvorming over Joden spelen in het bijzonder bepaalde stereotypen een rol. Het genoemde FRA-onderzoek, de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) en historici wijzen op oude antisemitische stereotypen van Joden als belangrijke bron van hedendaags antisemitisme. Historicus Bart Wallet wijst op het voorhanden zijn van ‘een reservoir van klassieke anti-Joodse mythen, sprookjes en iconografische afbeeldingen’ die steeds opnieuw aangevuld en geactiveerd worden, in bijvoorbeeld cartoons, boeken of carnavalsuitdossingen, en die doorwerken in oude en nieuwe complottheorieën over een mondiale Joodse samenzwering.
Sommige van deze stereotypen zijn niet altijd direct herkenbaar als discriminerend, omdat zij positief lijken en Joden niet als inferieur neerzetten. Toch worden Joden er wel als groep verdacht mee gemaakt als machtige, rijke en superieure elite.
De Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding wijst erop dat online antisemitisme leidt tot een gevoel van fysieke onveiligheid voor Joden. Ook onderzoek van het College en het FRA-onderzoek van 2024 bevestigen dit. Het kan ertoe leiden dat Joodse Nederlanders uit angst hun geloof en identiteit verhullen en daardoor niet zichzelf kunnen zijn.
Hoe raakt antisemitisme aan mensenrechten?
Iedere vorm van haat, discriminatie en uitsluiting ondermijnt de funderingen van de samenleving, de democratische rechtsstaat en de mensenrechten. Zo ook antisemitisme.
Het recht op non-discriminatie
- Discriminatie is wettelijk verboden en het discriminatieverbod is opgenomen in de Grondwet en in verschillende specifieke wetten en verdragen. Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet bepaalt dat iedereen die zich in Nederland bevindt, in gelijke gevallen gelijk moet worden behandeld en op geen enkele grond gediscrimineerd mag worden.
- In het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling wordt dit verder uitgewerkt. Benadeling, negatieve bejegening, intimidatie en (dreiging met) geweld, op grond van onder meer godsdienst of levensovertuiging, ‘ras’ (etniciteit) en nationaliteit, zijn verboden.
- In het Wetboek van Strafrecht zijn discriminatieverboden opgenomen als misdrijven tegen de openbare orde. Deze stellen ook grenzen aan de vrijheid van meningsuiting in het openbaar. Artikel 137c verbiedt bijvoorbeeld het opzettelijk beledigen van een groep mensen op grond van hun identiteit of persoonskenmerk (groepsbelediging), en art. 137d verbiedt het aanzetten tot discriminatie, haat of geweld tegen mensen wegens onder andere (vermeend) ‘ras’ (etnische afkomst) en godsdienst.
Het recht op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging
-
Dit recht is opgenomen in artikel 6 van de Grondwet. Deze vrijheid omvat ook het recht om in het openbaar uitdrukking te geven aan je godsdienst of levensovertuiging, en omvat bijvoorbeeld ook het naleven van religieuze voorschriften.
-
Antisemitisch gemotiveerde discriminatie, geweld en uitingen van vijandigheid vormen een serieus obstakel voor het realiseren van het recht op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.
De vrijheid van godsdienst en het discriminatieverbod zijn ook in verschillende Europese en internationale mensenrechtenverdragen opgenomen. Daar is Nederland aan gebonden. Het College wees in zijn jaarlijkse jaarrapportage 2019 op het recht om veilig jezelf te kunnen zijn in het openbaar. Door discriminatie en antisemitisme komen behalve het recht op godsdienstvrijheid, ook het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, het recht op lichamelijke en geestelijke integriteit en het recht op bewegingsvrijheid in gevaar.
Internationale verdragen verplichten overheden ook tot het tegengaan van negatieve stereotypering van mensen op grond van etniciteit en godsdienst. Artikel 7 van het VN-Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie verplicht staten ‘om onmiddellijke en effectieve maatregelen te nemen om vooroordelen te bestrijden die tot raciale discriminatie kunnen leiden’. Dit raakt ook aan antisemitisme. De VN-Mensenrechtenraad heeft in 2011 de belangrijke resolutie 16/18 aangenomen die staten oproept om burgers bescherming te bieden tegen negatieve stereotypering en stigmatisering op grond van religie.
Er zijn ten slotte verschillende bepalingen van internationale wet- en regelgeving waaraan Nederland zich verbonden heeft voor het tegengaan van haatzaaiende uitingen, zoals: het VN Rassendiscriminatieverdrag (ICERD, artikel 4 en 5), IVBPR, het EU-kaderbesluit racisme en vreemdelingenhaat, en de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Wat doet de overheid al en wat kan er beter?
Terwijl het antisemitisme dat Joden in Nederland ervaren alleen maar toeneemt, wordt de bestrijding ervan paradoxaal genoeg steeds moeilijker, als gevolg van de toegenomen sterke polarisatie van antisemitisme sinds de aanval van Hamas op Israël en de oorlog in Gaza die daarop volgde.
De Nederlandse overheid heeft verschillende maatregelen genomen om antisemitisme te voorkomen en te bestrijden:
• Onder meer het toegenomen antisemitisme was voor de Nederlandse overheid de reden voor de overheid om in 2021 een Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding te benoemen, in navolging van de benoeming van een Europese Coördinator tegen Antisemitisme in 2015.
o De NCAB signaleert als expert ontwikkelingen op het gebied van antisemitisme en treedt op als aanjager en adviseur van de overheid op dit thema. De organisatie coördineert en faciliteert bovenal samenwerking tussen verschillende ministeries en maatschappelijke organisaties.
• De NCAB heeft een Werkplan Antisemitismebestrijding (2022-2025) opgesteld met concrete acties die de overheid zou moeten ondernemen in de strijd tegen antisemitisme.
• De overheid heeft een handreiking antidiscriminatiebeleid voor gemeenten ontwikkeld die verschillende aanbevelingen doet in het kader van het aanpakken en bestrijden van antisemitisme.
• De overheid heeft samen met de KNVB maatregelen genomen om antisemitisme in het voetbal tegen te gaan, op het voetbalveld en op tribunes en in stadions (spreekkoren), maar het College signaleert dat deze vooralsnog onvoldoende effect hebben.
• Op dit moment blijft veel online antisemitisme onbestraft. Zelfregulering van online platforms laat te wensen over. Nederland werkt aan de implementatie van nieuwe EU-wetgeving die in 2024 van kracht is geworden: de EU Digitale Services Act (DSA), die socialemediabedrijven (online platforms zoals Instagram, X e.d.) verplicht om actief te modereren op hun platforms en haatdragende berichten en nepnieuws te verwijderen.
o Het FRA wijst erop dat de DSA online platforms verplicht, data en indicatoren te overleggen waarmee zij antisemitische uitingen proberen te detecteren en te verminderen, en beveelt overheden aan om bij de implementatie van de DSA toezicht te houden op de klachtbehandeling en actieprocedures die online platforms hebben.
o Voorwaarde voor de effectiviteit van deze richtlijn in de praktijk is wel dat er een toezichthouder komt die bevoegdheden, capaciteit en middelen krijgt om handhavend op te treden.
• Een wetsvoorstel van Timmermans en Bikker om discriminerend motief als strafverzwaringsgrond op te nemen in het Wetboek van Strafrecht is in 2024 door de Tweede Kamer aangenomen. Het College heeft positief over dit initiatiefwetsvoorstel geadviseerd. Het voorstel gaat nu naar de Eerste Kamer.
• In juli 2023 is door de Nederlandse regering aangekondigd dat ontkenning van de Holocaust strafrechtelijk zal worden verboden (lees hier advies van de Raad van State bij dit wetsvoorstel). Met dit specifieke strafrechtelijke verbod geeft het kabinet uitvoering aan de Europese verplichtingen om bepaalde vormen van het publiekelijk vergoelijken, ontkennen of verregaand bagatelliseren van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden expliciet strafbaar te stellen.
Wat doet het College?
Het College is een meldpunt voor discriminatie en oordeelt over individuele gevallen van discriminatie, door o.a. werkgevers, onderwijsinstellingen en leveranciers van goederen en diensten.
In zijn jaarlijkse rapportage mensenrechten 2019, het recht om veilig jezelf te kunnen zijn in het openbaar geeft het College aan welke verplichtingen voor de overheid volgen uit het recht om veilig jezelf te zijn in de openbare ruimte. Het doet aanbevelingen aan de overheid over hoe dit recht te realiseren.
Het College wijst erop dat discriminerende uitingen in de voetbalwereld leiden tot een onveilige werkomgeving voor spelers, terwijl een veilige werkomgeving wel een recht is, en roept voetbalbonden en -verenigingen op te voldoen aan hun verplichting om een discriminatievrije (werk)omgeving creëren voor spelers. Het College roept de KNVB en de aangesloten voetbalclubs op om voortvarend aan de slag gaan en blijven met de aanpak van racisme en discriminatie rond de voetbalvelden. Het is belangrijk om periodiek te monitoren en evalueren hoe dit in de praktijk uitpakt en welke verbeteringen nodig zijn.
In 2023 bracht het College een advies aan de staatssecretaris uit over het wetsvoorstel ‘Uitvoeringswet digitale dienstenverordening’ waarmee uitvoering wordt gegeven aan de DSA.
Discriminatie melden
In Nederland zijn er verschillende instanties die je kunnen helpen als je te maken krijgt met discriminatie en antisemitisme. Het is van belang om geweld en discriminatie te melden en aangifte te doen bij de politie. Ook kun je melding doen bij een lokale Antidiscriminatievoorziening (ADV). Als je gediscrimineerd wordt op je werk, als consument of op school kun je met je vraag of melding ook terecht bij het College. De lokale antidiscriminatievoorziening kan je bij een discriminatiemelding bij de politie of het College adviseren en ondersteunen.