Erkenning institutioneel racisme moet leiden tot structurele aanpak
De erkenning van het kabinet dat er bij (delen van) de Belastingdienst institutioneel racisme heeft plaatsgevonden is een belangrijke eerste stap. Institutioneel racisme is een buitengewoon ernstige zaak die duidt op een structureel mensenrechtenprobleem. Dat vraagt om een institutionele aanpak van het kabinet.
Wat is institutioneel racisme?
Institutioneel racisme is het verschijnsel dat processen, beleid of en (on)geschreven regels van instituten leiden tot structurele discriminatie op grond van ras. Dat kan op heel veel verschillende manieren gebeuren. Het gaat daarbij niet om een incident of een individueel geval van discriminatie, maar veel meer om een patroon dat is ingeweven in beleid en de uitvoering daarvan. Het begrip institutioneel racisme helpt te begrijpen hoe de overheid groepen indirect op grond van etnische afkomst kan benadelen. Dat dit bij institutioneel racisme vaak indirect en onbewust kan gebeuren maakt het niet minder ernstig of pijnlijk voor de getroffenen. Institutioneel racisme zwakt de verantwoordelijkheid van de overheid voor discriminatie in individuele gevallen dan ook niet af. Integendeel, het structurele karakter van institutioneel racisme vergt extra aandacht en inzet van de overheid.
Wat betekent deze erkenning nu?
Met deze erkenning geeft het kabinet toe dat er sprake is van een serieus mensenrechtenprobleem bij de Belastingdienst. Dat is winst, maar het vraagt ook om een vervolgaanpak. In de visienota Institutioneel racisme waarnaar staatssecretaris Van Rij in zijn brief verwijst legt het College uit wat de overheid moet doen om dit probleem daadwerkelijk aan te pakken. Een institutioneel probleem vraagt om een institutionele, dus structurele aanpak. Dit moet daarom een aanpak zijn die niet alleen van onderop, van slachtoffers komt, maar juist ook van bovenaf. Bij de erkenning past daarom openheid over de fouten die zijn gemaakt. Als dit juridische consequenties heeft, dan moet het kabinet die aanvaarden.
Gevolgen voor getroffenen
Het klopt dat er bij institutioneel racisme niet perse sprake hoeft te zijn van kwaadaardige of racistische opzet bij ambtenaren. Maar dat doet niet af aan de ernst van de gevolgen voor individueel getroffenen. Vorig jaar stapten tientallen ouders naar het College om een oordeel te krijgen over de vraag of de Belastingdienst hen discrimineerde bij beslissingen over kinderopvangtoeslag. Om deze individuele zaken te kunnen behandelen en te kunnen vaststellen of er in individuele gevallen daadwerkelijk sprake was van een vorm van discriminatie, doet het College onderzoek. Het onderzoekt de effecten van de uitvoeringspraktijk van de Belastingdienst om te bezien of bepaalde groepen anders zijn behandeld. Dit onderzoek wordt meegenomen bij de behandeling van de individuele klachten.
Vooroordelen Voorbij
Institutionele verandering begint met een andere werkcultuur. Het College ontwikkelt het programma ‘Vooroordelen Voorbij’ waarbij werknemers van uitvoeringsorganisaties leren over vooroordelen, en onbewuste en bewuste discriminatie. Daarbij werkt het College samen met uitvoeringsinstanties. Verder dringt het College aan op voortdurende en proactieve controle op de effecten van gebruikte risicoprofielen, en betere meldingsprocedures bij klachten over discriminatie.