Zes jaar Nationaal Actieplan bedrijfsleven en mensenrechten: meer aandacht nodig voor de impact van bedrijven op mensenrechten
Er is meer aandacht nodig voor de impact van het bedrijfsactiviteiten op mensenrechten in Nederland. Dat blijkt uit een rapport over de stand van zaken wat betreft mensenrechten en bedrijfsleven in Nederland, dat het College voor de Rechten van de Mens vandaag presenteert. Het College maakt in dit rapport de balans op. Wat is er gebeurd sinds de overheid in 2014 het Nationaal Actieplan bedrijfsleven en mensenrechten aannam, en wat kan er beter?
Waarom heeft Nederland een Nationaal Actieplan bedrijfsleven en mensenrechten?
Of het nu gaat om de omstandigheden waarin werknemers in de productie werken, discriminatie op de werkvloer of de gevolgen voor privacy door het gebruik van technologie, bedrijven kunnen een grote impact hebben op mensenrechten. Daarom is er internationaal en nationaal veel aandacht voor de effecten van bedrijfsactiviteiten op mensenrechten. De overheid is verplicht om mensenrechten te beschermen, maar ook bedrijven hebben een verantwoordelijkheid.
In 2014 kwam de Nederlandse overheid met een Nationaal Actieplan bedrijfsleven en mensenrechten (hierna: het Nationaal Actieplan). In dit plan staat wat de overheid zal doen om mensenrechtenschendingen door bedrijven tegen te gaan. Nederland was hiermee één van de eerste landen ter wereld die handen en voeten gaf aan de ‘United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights' (Engles) . Deze VN- richtlijnen geven aan wat staten moeten doen om ervoor te zorgen dat bedrijven mensenrechten respecteren en dat slachtoffers hun recht kunnen halen. Daarnaast zijn er OESO-richtlijnen die duidelijk maken wat de overheid van bedrijven in het buitenland verwacht op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Waarom deed het College dit onderzoek?
Het Nationaal Actieplan uit 2014 wordt binnenkort herzien. In aanloop naar deze herziening heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken het College als Nederlands mensenrechteninstituut gevraagd om onafhankelijk onderzoek te doen naar de stand van zaken van wet- en regelgeving, beleid en de praktijk in Nederland op het terrein van mensenrechten en bedrijfsleven. Met dit onderzoek wil het College input leveren voor het tweede Nationaal Actieplan bedrijfsleven en mensenrechten. Ook wil het College een bijdrage leveren aan de dialoog tussen de overheid, bedrijven en rechthebbenden.
De conclusies van het College
In het algemeen is het in Nederland goed geregeld als het gaat om wet- en regelgeving en beleid over het bedrijfsleven en mensenrechten. Maar verbetering is wel nodig. Zo blijkt dat maar een minderheid van de grote Nederlandse bedrijven de VN-richtlijnen (Engels) en de OESO-richtlijnen volledig naleven.
Nationaal Actieplan richt zich te weinig op Nederland
Het College adviseerde de overheid al in 2014 om in het Nationaal Actieplan meer aandacht te besteden aan de inbreuk op mensenrechten door bedrijven in Nederland. Denk daarbij aan slachtoffers van mensenhandel die door Nederlandse bedrijven worden uitgebuit. Of aan uitzendbureaus die via schijnconstructies werknemers onderbetalen en aan discriminatie door werkgevers.
Hoewel het Nationaal Actieplan geldt voor alle activiteiten van bedrijven, dus ook in Nederland, beslaat het vooral de activiteiten en verantwoordelijkheden van bedrijven in het buitenland. Daarmee krijgt de impact van bedrijven op mensenrechten binnen Nederland te weinig aandacht.
Weinig concrete doelstellingen en actiepunten
De doelstellingen en actiepunten uit het Nationaal Actieplan van 2014 zijn niet specifiek en meetbaar genoeg om dit goed te kunnen evalueren. Het had duidelijker moeten zijn hoe de actiepunten kunnen bijdragen aan de doelstellingen van het actieplan en wie verantwoordelijk is voor de uitvoering. Een aantal actiepunten zijn niet verbonden aan specifieke ministeries of uitvoeringsinstanties. Daardoor is het moeilijk na te gaan wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de actiepunten.
Ontwikkelingen in wetgeving en beleid zijn nog niet voldoende
In Nederland hebben we de zogenaamde ‘Convenantenaanpak’. Dit is een aanpak waarbij bedrijven, overheid, vakbonden en maatschappelijke organisaties binnen een sector samen aan de slag gaan om misstanden zoals uitbuiting of milieuschade te voorkomen. De Convenanten bieden een platform en geven uitleg aan de verantwoordelijkheden van bedrijven.
Maar dat is niet voldoende. Er is meer aandacht nodig voor de minimumeisen waaraan Convenanten moeten voldoen en voor de sectoren die (nog) geen Convenant hebben. Ook is er meer aandacht nodig voor de samenhang van convenanten met ander relevant beleid en wetgeving.
Zorg voor integratie tussen actieplan en ander relevant beleid
Uit het onderzoek van het College blijkt ook dat de doelen en actiepunten uit het Nationaal Actieplan nog onvoldoende geïntegreerd zijn in ander beleid dat ook toeziet op de verantwoordelijkheden van Nederlandse bedrijven. Denk daarbij aan het Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie. Daarnaast wordt in het actieplan niet ingegaan op de vraag of bestaande beleidsinstrumenten effectiever ingezet kunnen worden, en of er eventueel meer nodig is.
Uitvoeringsinstanties overheid moeten respect voor mensenrechten meer monitoren
De overheid kan zelf ook respect voor mensenrechten stimuleren, bijvoorbeeld bij bedrijven waar ze contracten mee aangaan of die ze ondersteunen door subsidies of exportkredieten. Dit doet de overheid steeds meer, maar er is meer aandacht nodig voor de praktijk. Betrokken uitvoeringsinstanties zouden de resultaten en de opvolging ook beter moeten monitoren. Het uitwisselen van kennis en ervaring tussen uitvoeringsinstanties op dit terrein moet ook beter.
Slachtoffers ervaren barrières bij rechtsherstel
Het Nationaal Actieplan en het beleid daarna stimuleren vooral Internationaal Maatschappelijk Ondernemen (IMVO). IMVO is voor bedrijven nog te vaak vrijblijvend, en gaat vooral uit van de bedrijven zelf. Terwijl bij respect voor mensenrechten ook aandacht nodig is voor de positie van rechthebbenden zelf. Een manier waarop dat kan is dat slachtoffers van bedrijfs- gerelateerde mensenrechtenschendingen hun recht kunnen halen. Daar ervaren slachtoffers nu nog praktische en juridische barrières bij. De overheid zou meer moeten doen om die barrières weg te nemen.
Wat doet het College tegen mensenrechtenschendingen?
Het College is het mensenrechteninstituut in Nederland en heeft als taak erop toe te zien dat mensenrechten in Nederland worden beschermd en bevorderd. Dat doet het College op verschillende manieren, zoals door onderzoek te doen, de overheid te adviseren en door voorlichting te geven. Maar ook door discriminatieklachten te onderzoeken en daarover een oordeel te geven. Denk daarbij aan situaties waarin sprake is van discriminatie van werknemers of discriminatie door bedrijven in hun dienstverlening. Bedrijven kunnen het College zelf ook om advies vragen als ze willen weten of hun beleid wel of niet mag volgens de wetgeving gelijke behandeling. Het College onderzoekt dan of het beleid niet discriminerend is.