Interview: ‘De anonieme brief met uit de krant geknipte letters was voor mij het keerpunt’
Verdieping
De Nijmeegse hoogleraar Andreas Voss zat twee jaar lang in het OMT dat het kabinet adviseerde over de te nemen coronamaatregelen. Dat maakte hem een kop-van-jut. Boze burgers scholden hem uit voor vuile nazi die terug naar Duitsland moest. ‘Gelukkig is het nu rustiger. Maar liever heb ik dat ze me helemaal niet meer bereiken kunnen met hun fantasieloze gescheld.’
Het moet ergens in 2021 zijn geweest. Helemaal precies weet Andreas Voss het niet meer. Maar een keerpunt was het wel. Voss, destijds OMT-lid en hoogleraar infectiepreventie in Nijmegen, kreeg die dag in zijn brievenbus een enveloppe zonder postzegel. De afzender wist dus kennelijk waar hij woonde, maar wilde wel anoniem blijven. Om van dat laatste zeker te zijn, had de brievenschrijver de letters zorgvuldig uit kranten geknipt en op het vel papier geplakt. De boodschap was verder helder: de uit Duitsland afkomstige Voss moest naar Neurenberg om daar door een tribunaal veroordeeld te worden voor de coronamaatregelen waar Nederland onder gebukt ging.
‘Ik heb de brief gewoon weggegooid, net als de bief met een vergelijkbare boodschap die ik eerder had ontvangen,’ blikt Voss terug. ‘Maar in combinatie met alle hatelijke berichten die ik al langer over me heen kreeg, ging ik toch anders denken over wat ik in het openbaar zeg.’
Meestal een paar vergaderingen
Die hatelijke berichtenstroom kwam ergens in 2020 op gang. Begin dat jaar, toen het coronavirus ook naar Nederland dreigde te komen, werd Voss gevraagd lid te worden van het inmiddels beroemde outbreak management team (OMT). Natuurlijk deed hij dat. Voss had vaker in OMT’s gezeten, onder andere over legionella. Meestal was dat niet heel veel werk en bleef het beperkt tot enkele vergaderingen, waarna de teams ontbonden werden en het RIVM met de aanbevelingen aan de slag ging.
‘Aanvankelijk begreep ik die woede wel. Veel mensen waren door alle coronamaatregelen in de problemen geraakt. Dan moet je je frustraties kwijt.’
Voss meende dat dat nu niet heel anders zou gaan, en vermoedde al helemaal niet dat hij als lid van het corona-OMT publieke bekendheid zou krijgen, laat staan dat dat zou leiden tot scheldkanonnades aan zijn adres. ‘Tot dan toe had ik nooit echt boze brieven gekregen en zeker geen haatmail.’
Begrijpelijk
Aanvankelijk deden die boze berichten hem weinig. ‘Natuurlijk was het niet leuk om uitgemaakt te worden voor van alles en nog wat, of dat onbekenden op straat of tijdens een boswandeling ongepaste opmerkingen naar je hoofd slingeren. Maar eerlijk gezegd begreep ik die woede ook wel. Door die coronamaatregelen waren veel mensen in grote problemen geraakt. Ze kwamen in financiële nood, of zaten met hun partner en kinderen op elkaars lip opgesloten in een klein flatje. Anderen moesten juist gedwongen in diepe eenzaamheid leven. Dat doet wat met je. En ja, dan wil je je frustraties kwijt.’
In de eerste maanden viel het, vervolgt Voss, ook wel mee met de verwensingen. ‘Dan werd ik uitgemaakt voor “vreselijke aap” of er werd gezegd dat ik terug naar Duitsland moest. Intussen kreeg ik ook juist veel positieve feedback. Bovendien kregen andere, net iets bekendere OMT-leden toen al wel de meest smerige drek over zich heen.’ Voss denkt even na. ‘Dat ik pas later in het vizier van de echt kwaadaardige twitteraars kwam, hielp me ook wel. Toen zij ook mij gingen uitmaken voor nazi en weet ik niet wat, wist ik al langer dat dat er misschien wel aan zat te komen. Daardoor was de schok een stuk minder groot,’ zegt hij relativerend.
Maatregelen
Toch besloot hij, nadat hij die intimiderende brieven met verwijzing naar de Tweede Wereldoorlogstribunalen had ontvangen, om maatregelen te nemen. Hij ging van Twitter af en zou voortaan veel minder delen op LinkedIn, en in elk geval niets meer over covid. ‘Soms wezen mijn kinderen me er weleens op wat er over mij op sociale media geschreven werd, maar dan zei ik dat ik dat niet wilde weten en dat het verstandig was als zij die berichten ook niet zouden lezen.’ Ook besloot hij om zich minder vaak in de media te laten zien. ‘Op bepaalde momenten kreeg ik in een week meerdere uitnodigingen om in de media op te treden. Ik koos er na die brieven bewust voor om minder vaak daarop in te gaan.’
Steunbetuigingen
En dus wilde hij ook liever niet meewerken aan een artikel dat NRC wilde maken over de bedreigingen aan het adres van OMT-leden. ‘Zal dat niet alleen maar nog meer haatreacties opleveren, dacht ik toen de krant me daarvoor vroeg.’ Andere OMT-leden deden in dat stuk wel hun verhaal. ‘En gelukkig maar,’ zegt Voss tevreden. Want in plaats van nog meer haatberichten bleek dat artikel juist de omslag te zijn. ‘Ineens kregen we veel meer steunbetuigingen uit het land. Ook politici spraken zich ferm uit, met name Ferd Grapperhaus. Gevolg was dat een aantal van die boze twitteraars zich kennelijk achter de oren is gaan krabben, want sindsdien kreeg ik veel minder boosaardigheid over me heen. En inmiddels helemaal niet meer; de beperkingen zijn er dan ook niet meer en het corona-OMT is inmiddels opgeheven.’
Ondersteuning
Heeft hij in die krappe twee jaar dat hij OMT-lid was weleens gevreesd voor zijn veiligheid of die van zijn gezin? ‘Eigenlijk nooit,’ zegt hij terugblikkend. ’Blaffende honden bijten niet.’ Glimlachend: ‘En misschien was ik ook minder bang omdat mijn kinderen niet meer thuis wonen. Maar wat zeker ook hielp was de uitstekende ondersteuning die we van het RIVM kregen. Er was een meldpunt waarin we alles kwijt konden, en natuurlijk spraken we met elkaar over wat we meemaakten. Ik denk dat ik het heel anders ervaren zou hebben als ik het gevoel had gehad dat ik de enige was en dat ik alles alleen had moeten oplossen.’
Meldpunt voor wetenschappers
Juist daarom is Voss een groot voorstander van het initiatief Wetenschap Veilig van de universiteitenkoepel VSNU. 43 procent van de wetenschappers heeft na een publiek optreden weleens te maken gehad met bedreigingen, intimidaties of gescheld, bleek zomer 2021 uit een onderzoek van wetenschapssite Science Guide. Dat percentage verbaast Voss ‘helemaal niet’. ‘Mensen menen de vreselijkste dingen in de anonimiteit op sociale media te kunnen delen.’ Daarom komt de VSNU nu met een meldpunt waar wetenschappers hun verhaal kunnen doen. Bij bedreiging of ernstige intimidatie wordt er dan direct aangifte gedaan. Slachtoffers kunnen bovendien weerbaarheidstrainingen volgen of psychosociale hulp krijgen, ook als er geen aangifte gedaan kan worden.
‘Natuurlijk zullen sommige wetenschappers daar gebruik van maken,’ zegt Voss. ‘Zo’n haatcampagne kan heel ingrijpend zijn. En als je niet uitkijkt ga je het nog normaal vinden dat je zulke berichten ontvangt.’ Zelf heeft hij geen gebruik hoeven maken van dergelijke ondersteuning. Ook heeft hij nooit aangifte gedaan. ‘Bij mij was het gewoon nooit zo erg als bij andere OMT-leden, dat relativeerde enorm.’
Toptijd
Zou hij dan weer opnieuw in een op te tuigen OMT gaan als er de komende maanden onverhoopt een nieuwe coronamutatie opduikt? ‘Absoluut,’ zegt hij onomwonden. ‘Tenminste als ik ervoor gevraagd word, haha. Het klinkt misschien gek: maar ik had een toptijd. Het is fantastisch om mee te mogen denken over hoe we als land een virusuitbraak kunnen tegenhouden of beheersen. Interessanter en uitdagender kon mijn leven niet worden de afgelopen twee jaar, maar ik voel mij wel schuldig dat te zeggen, wetende hoe ellendig die tijd voor vele anderen is geweest.’
Blij is hij wel dat hij door een nieuwe baan een nieuw e-mailadres heeft. En ook zijn privé-mailadres heeft hij aangepast. ‘Iets te veel boosaardige mensen hadden mijn oude adres,’ zegt hij. ‘En hoewel zij zich nu al een tijdje gedeisd houden, heb ik liever dat ze me helemaal niet meer kunnen lastigvallen met hun fantasieloze gescheld.’