Vrijheid van meningsuiting

Je wilt kunnen zeggen en schrijven wat je wilt, over wat je belangrijk vindt of als je ergens tegen bent of juist heel erg voor. Dat is een belangrijk onderdeel van de vrijheid van meningsuiting. Maar dat is het niet alleen. Je moet ook kunnen lezen, luisteren en kijken wat je wilt. En je moet op zoek kunnen gaan naar informatie. Dat geldt voor burgers en in het bijzonder voor journalisten. Persvrijheid valt namelijk onder de vrijheid van meningsuiting.  

Soms is er veel discussie over de vrijheid van meningsuiting. Het gaat dan vaak over de vraag waar grenzen liggen. Mag je ook seksistische berichten naar vrouwelijke politici sturen? En stellen dat corona maar een griepje is? Wie bepaalt waar de grenzen liggen?  

Actualiteit 

Journalisten en anderen die vanuit hun deskundigheid of positie in de samenleving via de media een bijdrage leveren aan het publieke debat, kunnen rekenen op intimidatie en zelfs agressie. Dat schreven wij in de Jaarlijkse rapportage over mensenrechten in Nederland over het jaar 2021.Niet alleen journalisten hebben met meer agressie en intimidatie te maken. Dit geldt voor iedereen die via de – sociale- media een bijdrage levert aan het publieke debat.  

De overheid is aan zet om de online en offline veiligheid van mensen beter te bewaken en ieders recht op vrijheid van meningsuiting te beschermen. Ook online platform bedrijven moeten hun verantwoordelijkheid nemen om te zorgen voor een veilige online omgeving.   

Mensenrechten in de praktijk 

Een mening kunnen vormen 

De vrijheid hebben om te zeggen en schrijven wat je vindt en om informatie te ontvangen en verspreiden, is cruciaal voor een democratisch land. Het biedt burgers de mogelijkheid zich een mening te vormen over onderwerpen die spelen in de maatschappij en deel te nemen aan het publieke debat. Zo stelt het je in staat om deel te nemen aan democratische processen, zoals je mening geven tijdens inspraakmomenten en kunnen stemmen. 

De overheid mag in beginsel niet censureren, dat wil zeggen: van tevoren controleren wat iemand wel en niet mag zeggen. Dit is vooral belangrijk omdat de uitingsvrijheid zo ruimte geeft om kritiek te uiten, ook op de regering of andere overheidsinstanties. 

De vrijheid van meningsuiting geldt ook online. Het internet is tegenwoordig bij uitstek een plek waar mensen zich uiten, bijvoorbeeld door te reageren op (nieuws)berichten en door informatie te delen. 

Extra beschermd: journalisten 

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in rechtspraak uitgelegd dat sommige groepen mensen extra bescherming genieten als zij hun mening uiten of informatie verspreiden. Dit geldt bijvoorbeeld voor journalisten. Volgens het EHRM vervullen journalisten een belangrijke rol in een democratie, omdat zij berichten over zaken van algemeen belang. 

Extra beschermd en extra verantwoordelijkheid: politici  

Ook voor politici geldt dat zij een ruime uitingsvrijheid hebben. Politici moeten kritiek kunnen uitoefenen op het beleid en standpunten over de inrichting van de samenleving kunnen uitdragen. Kamerleden kunnen niet strafrechtelijk vervolgd worden voor wat zij in de vergaderingen van het parlement zeggen.  

Aan de andere kant heeft het EHRM ook gezegd dat politici vanwege hun belangrijke maatschappelijke functie moeten vermijden dat hun publieke uitingen intolerantie tegen bepaalde groepen voeden. 

Waar ligt de grens? 

Je mag niet alles zeggen en schrijven. Sommige uitingen zijn zo schadelijk voor individuen en de samenleving, dat mensen daarvoor gestraft kunnen worden. Vrijheid van meningsuiting houdt op daar waar in het strafrecht een grens is getrokken. Daarin zijn verschillende dingen verboden: 

  • Discriminatie: mensen anders behandelden, achterstellen of uitsluiten op basis van hun persoonlijke kenmerken, zoals bijvoorbeeld hun geslacht, het hebben van een beperking of hun geloof; 
  • Opruiing: mensen aansporen om iets te doen wat niet mag; 
  • Smaad: iemand zwartmaken door informatie over iemand te verspreiden, met als doel om de reputatie van diegene kapot te maken; 
  • Laster: iemand beschuldigen van iets terwijl je weet dat het eigenlijk niet waar is; 
  • Belediging van een individu: iemand opzettelijk in een kwaad, ongunstig daglicht stellen, mondeling, schriftelijk of in een video of foto.  

De rechter bewaakt de grens 

Het komt voor dat iemand een stuk publiceert of een uitspraak doet in een video of op tv, waardoor mensen zich gekwetst of gediscrimineerd voelen. De auteur of spreker vindt dat hij, zij of hun dit moet kunnen zeggen, omdat hij, zij of hun het recht heeft op vrijheid van meningsuiting.  

Maar een ander vindt dat de uitspraak niet door de beugel kan omdat hij, zij of hun het recht heeft niet te worden gediscrimineerd. Hun rechten botsen. Een voorbeeld is een cabaretier die een grap maakt of een gelovige die religieuze opvattingen uit, die een groep mensen als kwetsend ervaart. 

Uiteindelijk is het aan de rechter om te bepalen of een bepaalde uiting wel of niet onder de vrijheid van meningsuiting valt. De rechter neemt in zijn oordeel verschillende aspecten mee. De rechter kijkt naar de exacte inhoud van de uiting, wie de uiting doet, in welke context dit gebeurt en wat de gevolgen zijn voor degene die door een uiting wordt geraakt.  

Zo oordeelde de Hoge Raad dat een vrouw die op een markt had geroepen dat moslims terroristen zijn terecht was veroordeeld wegens belediging. De uitlating had de strekking om moslims in een kwaad daglicht te stellen bij het publiek en hen als groep te treffen. Daarnaast kon de uiting volgens de Hoge Raad niet worden gezien als een artistieke expressie of bijdrage aan het maatschappelijk debat. 

Waar staan de rechten beschreven? 

In Nederland staat het recht op vrijheid van meningsuiting in artikel 7 van de Grondwet en daarnaast is ook in verschillende internationale verdragen de vrijheid van meningsuiting opgenomen. Bijvoorbeeld in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).  

In artikel 7 van de Grondwet staat dat niemand voorafgaand toestemming nodig heeft van de overheid om iets te zeggen of te schrijven in het openbaar. 

Activiteiten van het College

Als we ons zorgen maken om de vrijheid van meningsuiting, kunnen we onderzoek doen.  Zo stond onze jaarrapportage over 2021 in het teken van de vrijheid van meningsuiting.  

In 2018 deden we onderzoek naar wat Nederlanders vinden van de vrijheid van meningsuiting: wat vinden Nederlanders wel kunnen en wat niet?  

We kunnen ook aan internationale organisaties rapporteren over de situatie in Nederland, bijvoorbeeld aan de Verenigde Naties. Of we rapporteren aan de Nederlandse overheid, die onze input gebruikt om te rapporteren aan internationale organisaties. Zo schreven we in onze zesde bijdrage aan de rapportage over het behalen van de 17 duurzaamheidsdoelen van de VN dat agressie tegen journalisten en andere media-actoren het moeilijker maakt om deze doelen te halen. 

Uitgelicht

Ervaringsverhalen

Nieuws

Meer nieuws