Consultancybureau discrimineert sollicitante met hoofddoek
Een consultancybureau heeft een vrouw gediscrimineerd door haar af te wijzen voor een traineeship. Dat oordeelt het College voor de Rechten van de Mens.
Het bureau vraagt de vrouw die vanwege haar geloof een hoofddoek draagt in een telefoongesprek of zij bereid is deze af te doen. De vrouw zegt dat ze dat niet van plan is. Het sollicitatiegesprek dat gepland stond voor het traineeship, wordt na deze mededeling afgezegd. De sollicitante is hierdoor ontdaan en laat dat weten in een bericht. Daar reageert de werkgever niet op. De vrouw hoort niets meer van haar sollicitatie en neemt aan dat ze bij voorbaat is afgewezen. Ze legt haar verhaal voor aan het College en na onderzoek volgt een zitting.
Het consultancybureau kan niet bewijzen dat de vrouw om een andere reden dan haar hoofddoek is afgewezen. Het bureau laat weten dat de vraag of zij haar hoofddoek af wil doen, niet discriminerend is bedoeld. De vraag wordt alleen gesteld om in te kunnen spelen op de wensen van opdrachtgevers. Het College oordeelt dat intentie geen rol speelt als het gaat om discriminatie. Het gaat om het effect van het handelen - in dit geval dat het sollicitatiegesprek wordt afgezegd. Ingaan op de wensen van een opdrachtgever die onderscheid wil maken op grond van geloof, is ook een vorm van discriminatie.
Wetgeving
In Nederland is discriminatie op grond van godsdienst verboden tijdens het werk en in de werving en selectie. Dit is vastgelegd in de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB). Het College toetst bij de klachtenbehandeling aan wetgeving op het gebied van gelijke behandeling.
Zelf discriminatie melden
Heb je een situatie meegemaakt waarvan je denkt dat er sprake is van discriminatie? Of ken je iemand waarbij dat het geval is? Meld dit dan bij het College voor de Rechten van de Mens. Het College signaleert waar het mis gaat, onderneemt waar mogelijk actie en kan in individuele gevallen uitspraken doen over discriminatie.