Iedereen wil een thuis hebben. Een plek om even tot rust te komen, om helemaal jezelf te zijn, om warm en veilig te zijn, om lekker helemaal alleen of juist met je dierbaren te zijn. Met je eigen spullen om je heen. Maar ben je op zoek naar een huis, dan is het nog niet zo makkelijk er één te vinden. Helemaal verontrustend is dat sommige mensen expres buitengesloten worden en bijna geen kans maken op een woning.
Actualiteit
Er zijn weinig huurwoningen en koopwoningen zijn heel duur. De wachttijden voor een sociale huurwoning kunnen in een kwart van de gemeentes oplopen tot meer dan 7 jaar, starters hebben bijna geen mogelijkheid om een huis te kopen en ouderen kunnen niet doorstromen naar kleinere woningen.
Het is voor sommige mensen zelfs te moeilijk. Zij worden dak- of thuisloos. Thuisloos betekent dat ze wel onderdak hebben, bijvoorbeeld bij vrienden of familie, maar dat ze geen eigen thuis hebben. Als mensen eenmaal dak- of thuisloos, zijn wordt het nog moeilijker om hun leven weer op orde te krijgen, omdat ze dan vaak structureel worden buitengesloten. Ze tellen eigenlijk niet meer echt mee.
Dak- en thuisloosheid is een groeiend probleem. Uit cijfers van het CBS blijkt dat het aantal daklozen in tien jaar tijd (van 2009 tot 2019) meer dan verdubbeld is, van 17.800 naar 39.300. Het daadwerkelijke aantal daklozen ligt waarschijnlijk nog hoger. Dakloosheid is een duidelijk symptoom dat het niet goed gaat met het recht op huisvesting.
De overheid probeert het op te lossen. Het kabinet heeft in 2022 een minister voor volkshuisvesting aangesteld om de problemen aan te pakken. Het College vindt dat de minister het recht op huisvesting centraal moet stellen in het huisvestingsbeleid.
Mensenrechten in de praktijk
In 2021 hebben demonstranten op meerdere plekken in het land woonprotesten georganiseerd. De slogan van die demonstraties was ‘Wonen is een recht!’. Maar wat houdt dit recht precies in?
Het recht op behoorlijke huisvesting is een fundamenteel mensenrecht. Weten waar je elke nacht slaapt, dat jij, je familie en bezittingen veilig zijn en het hebben van een plek waar je alleen kan zijn, zijn cruciale voorwaarden om in waardigheid te kunnen leven. Daarom is het een verplichting van de overheid om te zorgen dat iedereen een huis moet kunnen krijgen.
Het recht op huisvesting betekent niet dat iedereen een huissleutel kan ophalen bij de overheid. Wel betekent het dat de overheid actief stappen moet nemen om te zorgen voor een situatie waar voldoende woningen beschikbaar zijn, van voldoende kwaliteit en betaalbaar. Dit betekent ook dat mensen in een schone veilige omgeving kunnen wonen. Nu wonen bijvoorbeeld veel arme mensen langs de snelweg, waar de lucht vuil is, waardoor hun gezondheid achteruitgaat.
De overheid mag geen stappen zetten die de situatie verslechteren of niet verbetert. Zo was de sloop van de Tweebosbuurt in Rotterdam een opmerkelijk besluit, omdat daarmee 524 sociale huurwoningen verdwenen en het er niet naar uit zag dat de mensen die daar woonden, daar straks ook weer kunnen wonen. Daarnaast groeit het tekort aan betaalbare woningen. Dat mag niet. De overheid moet dus meer doen om deze situatie te keren.
Verder moet de overheid zich extra inzetten voor mensen in een kwetsbare situatie, zoals kinderen, statushouders, arbeidsmigranten en mensen met een beperking. Die moeten extra bescherming krijgen, door ze bijvoorbeeld niet zomaar uit huis te zetten of ze juist voorrang te geven bij het toewijzen van een woning.
De overheid moet meer doen om dakloosheid te verminderen en moet mensen beschermen tegen huisuitzettingen. Als iemand een wanbetaler is dan moet een huiseigenaar daar tegenop kunnen treden, maar het doel blijft te voorkomen dat mensen dakloos worden.
Artikel 22, lid 2 van de Nederlandse Grondwet bepaalt dat de overheid moet zorgen voor huisvesting. Daarnaast wordt het recht op huisvesting genoemd in verschillende internationale verdragen, zoals het Europees Sociaal Handvest en het Internationaal Verdrag Economische, Sociale en Culturele Rechten. Huisvesting valt ook binnen het toepassingsbereik van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Discriminatie
Uit onderzoek van de gemeente Utrecht blijkt dat 80 procent van de makelaars bereid is in te gaan op discriminerende verzoeken. Zo vroegen de onderzoekers bijvoorbeeld aan makelaars om niet te verhuren aan mensen van niet-westerse afkomst of aan een homostel. Onderzoeken bij andere gemeenten laten vergelijkbare problemen zien.
Dit duidt op structurele problemen van uitsluiting en discriminatie. De overheid moet daarom ook meer doen om discriminatie op de woningmarkt tegengegaan.
Activiteiten van het College
We hebben de overheid geadviseerd, bijvoorbeelde over het wetsvoorstel over goed verhuurderschap.
We geven duiding aan ontwikkelingen. Zo schreven we een artikel waarin we uitleggen waarom vijf VN-rapporteurs aan de bel trekken als het gaat om de sloop van huurwoningen in Rotterdam.
Ook hebben we meegewerkt aan lesmateriaal voor MBO-studenten om hen te informeren over hun recht op huisvesting. Het is belangrijk dat mensen hun rechten kennen. Alleen dan kunnen ze ervoor opkomen.
We kunnen onderwerpen op de maatschappelijke en politieke agenda zetten door er extra aandacht voor te vragen. Zo schreven we in 2016 een jaarrapportage over het onderwerp armoede. In 2018 reikten we de MensenrechtenMens-prijs uit aan Edo Paardekooper Overman. Hij zet zich als ervaringsdeskundige in voor dak- en thuisloze mensen, verslaafden en GGz-cliënten.
Ook schrijft het College regelmatig internationale rapportages, zoals aan de VN, waarin we dan ook vertellen dat veel mensen in Nederland moeite hebben om een huis te vinden en te houden.